Wéér geen landstitel voor Club Brugge, maar blauw-zwart ontdekte dit seizoen wel Björn Engels. Negentien jaar en onbetwist titularis, het leven lacht hem toe. Eindelijk. Het levensverhaal van een nuchtere Oost-Vlaamse jongen.
Het ideale profiel voor een centrale verdediger, zal Joost Desender een paar keer benadrukken. Desender, fysiektrainer bij Club Brugge, en Björn Engels (19) gaan terug tot 2008, toen de vijftienjarige Oost-Vlaming in de Brugse Topsportschool arriveerde. De progressie in amper zes jaar is spectaculair, vindt ook Desender. “Technisch sterk, twee goede voetjes, waardoor hij voor een voetballende oplossing kan kiezen. De bal inspelen of de tegenstrever uitkappen, bijvoorbeeld, dat voelt Björn goed aan. Supersnel is hij niet, maar omdat hij het spel goed leest, kan hij anticiperen en daardoor het duel vermijden. Vista, voetbalintelligentie en enorm veel lef, ja, maar dat heeft alles met zijn voetballende kwaliteiten te maken.”
Ook buiten de blauw-zwarte inner circle zijn ze inmiddels van Engels’ kwaliteiten overtuigd: in het klassement van de Jonge Profvoetballer van het Jaar eindigde hij voor Chancel Mbemba en Aleksandar Mitrovic, en werd hij alleen door Youri Tielemans voorafgegaan. Desender: “De volgende twee jaar zal Björn vooral op fysiek vlak nog grote stappen zetten. Hij moet nog sterker en wendbaarder worden, maar daar werken we aan. Hij gebruikt zijn lichaam goed, dat bewees hij in de confrontaties met Mitrovic en Michy Batshuayi, maar als hij nóg krachtiger wordt, dan kan hij tegen sterkere kerels nog meer duels winnen. Ben ik verbaasd over zijn doorbraak? Zoiets kan niemand voorspellen, al is het wel mooi dat Björn – en ook Brandon Mechele – zich dit seizoen toonde.” Maar de weg was, zeker voor Engels, lang en hobbelig. Soms zelfs letterlijk.
Voetbal, voetbal, voetbal
Lembeke, deelgemeente van Kaprijke, een anonieme stip langs de expresweg Knokke-Zelzate. Een slaapdorp, omringd door vijftig hectare Lembeekse Bossen, met de bescheiden Sint-Gilliskerk en de Westermolen als schaarse toeristische troeven. Hier, te midden van het groen, op het kleine terreintje van FC Lembeke, bond de vijfjarige Björn Engels voor het eerst de voetbalschoenen aan. Bianca Van Yperen, zijn moeder: “Björn sprak over niets anders. Voetbal, voetbal, voetbal. Hij was altijd met een bal bezig. Juf Gerda van het derde kleuterklasje zei altijd: ‘Hij zal later wel iets met sport doen.'”
Het aantal leeftijdsgenootjes is beperkt, met de ‘hulp’ van de buren van FC Kaprijke-Bentille zijn er wel genoeg om een ploegje in competitie in te schrijven. Engels, groot voor zijn leeftijd en spits van de U6, laat zich opmerken. Tien, vijftien doelpunten per wedstrijd, wekelijks uitblinker, de ‘grote’ clubs in Oost-Vlaanderen kloppen aan de deur. Hij mag op stage naar AA Gent, maar voelt zich er niet thuis en blijft in het Meetjesland. In 2003, acht jaar jong, is er belangstelling van Lokeren. Bianca Van Yperen: “Drie keer per week trainen, veertig kilometer enkele rit… Ik heb de boot even kunnen afhouden, maar toen de mensen van Lokeren bleven aandringen, wilde Björn vertrekken.”
Een verrassing. Want: Engels heeft al sinds zijn zesde een abonnement op… Club Brugge. Timmy Simons is vanaf dag één zijn grote idool. De foto, genomen tijdens een supportersavond in Sint-Laureins waarop de zesjarige Oost-Vlaming trots met de Brugse kapitein poseert, koestert hij als een relikwie. “Blauw-zwart was zijn ploeg. Altijd gebleven, zelfs toen hij in Lokeren speelde.” Bij Lokeren wordt de spits tot middenvelder omgevormd, bij de U11 zet de trainer hem in een thuiswedstrijd tegen Anderlecht zelfs centraal in de verdediging. “Jonge gasten léven van goals, maar Björn had er geen moeite mee dat hij niet meer in de spits of op het middenveld mocht spelen.”
Hij heeft een duidelijk doel voor ogen, al de rest moet wijken. Pyjamafeestjes bij vriendjes? Niet aan hem besteed, want de dag erna staat er een wedstrijd op het programma. Bianca Van Yperen: “Het enige wat hij wilde, was op tijd op de training zijn. Ik moest ook elk seizoen de dvd’s van de Jupiler Pro League kopen, zodat hij die matchen kon analyseren. Úren aan een stuk, zoals een echte analist.”
Eindelijk bij Club
Na vier seizoenen in het Waasland klopt Club Brugge in het voorjaar van 2007 aan de deur. Alain Corneillie, de hoofdscout, en Henk Mariman – net jeugdcoördinator geworden – willen de twaalfjarige Oost-Vlaming naar Brugge halen. Mariman: “Ervoor scoutten we alleen in West-Vlaanderen, pas sinds mijn komst hebben we ons actieterrein naar andere provincies uitgebreid. Engels, Nikola Storm (eveneens van Lokeren), Tuur Dierckx, Boli Bolingoli…”
Maar zijn moeder is – net als een paar jaar ervoor in Lokeren – terughoudend. Bianca: “Bij Lokeren speelde Björn alles, terwijl de hoofdscout van Club niet kon garanderen dat hij altijd in de ploeg zou staan. Ik zei tegen Björn dat we nog geen beslissing zouden nemen. ‘Gewoon eens luisteren, meer niet’, maar hij wilde natuurlijk absoluut naar Club.” (lacht)
Maar zijn moeder krijgt gelijk, het eerste halve seizoen is ontnuchterend. Vier keer per week trainen, geregeld op de bank… Mariman: “Hij had moeite om de overstap van Lokeren naar Club te verteren. Plus: we speelden toen 3-4-3, met slechts één centrale verdediger en voor die positie kwam Björn, die in volle groei zat, te kort. Zijn snelheid van uitvoering lag te laag, centraal werd hij er door de spitsen soms af gelopen… Björn speelde links- of rechtsback, soms zelfs als verdedigende middenvelder, maar dat was slechts tijdelijk, want we hielden in het achterhoofd dat we het seizoen erna met vier verdedigers zouden spelen.”
En toch: het komt hard aan. Bianca Van Yperen: “Na elke training deed hij zijn relaas. De trainer had het weer op hem gemunt, klonk het, maar daar ging ik niet in mee. ‘Ik zou me pas zorgen maken als de trainer níéts meer zegt.'” Wanneer hij op bezoek bij Dender als linksback moet invallen, stort zijn wereld in. “Hij stapte wenend in de auto: ‘Mama, waarom speel ik zo weinig?’ Ik wilde niet met de trainer gaan praten, dat moest hij zelf doen.” Het gesprek wordt een keerpunt: de week erna zet de trainer hem centraal in de verdediging. Het verhaal Club Brugge kan, met een paar maanden vertraging, écht beginnen.”
In september 2008 mag Engels naar de Topsportschool in Brugge. Nóg meer voetballen, de droom van elke tiener, maar het lichaam zal al snel tegenpruttelen. Op internaat wil hij niet, daarvoor is de band met zijn moeder te sterk. Het alternatief is een ellendig lange rit door het Meetjesland. “Daardoor moest Björn elke morgen om kwart voor zeven in Eeklo, waar we toen woonden, op de bus stappen.”
En: drie uur voetballen op school, na de middag theorie en vier keer per week ’s avonds trainen op Club. “Meestal was Björn pas om kwart over negen ’s avonds terug thuis.” Roofbouw op het lichaam. Desender, zijn leraar in het KTA: “Dat gebrek aan rust was een probleem, omdat Björn pas op vijftien, zestien jaar een serieuze groeispurt kreeg. Bij laat mature spelers denken we vaak aan kleine vinnige kereltjes – zoals bijvoorbeeld Dries Mertens – maar Björn was een gróte laat mature jongen. Omdat hij nog in zijn lengtegroei zat, moesten we heel voorzichtig zijn met de belasting. Dat verklaart voor een groot deel ook waarom hij zelden voor de nationale jeugdploegen opgeroepen werd. En: op school moest hij geregeld wat rust nemen.” Bianca Van Yperen: “Een slechte student was hij niet, maar waarom negentig procent willen halen als zeventig ook al goed genoeg was?”
Maar in de puberteit barst de bom. De resultaten op school gaan achteruit, voetbal lijkt een bijzaak. Bianca: “Hij ging toen zelfs al eens naar een fuif, iets wat hij ervoor nooit had gedaan.” Moeder, die de greep aan het verliezen is, belt naar Henk Mariman. Of híj eens met haar zoon wil spreken. De jeugdcoördinator verwittigt haar: Björn zal zwaar aangepakt worden. Bianca: “Hij zat er heel onverschillig bij, tot Mariman hem recht in de ogen keek en zei dat het vijf voor twaalf was. ‘Als je je tegen eind juni niet herpakt, dan stopt het verhaal Club Brugge voor jou.’ Ik wist niet wat ik hoorde, zat met tranen in mijn ogen. Wat had ik gedaan? Björn was enorm kwaad op mij.”
Het gesprek is hét kantelmoment, maar de lange busritten van Eeklo naar Brugge blijven een probleem. Bianca: “Op een dag vroeg Björn of we niet dichter bij Brugge konden gaan wonen. Niet vanzelfsprekend, want daardoor moesten we ons hele leven omgooien. Een andere school zoeken voor Manice – Björns jongere broer -, mijn job… Maar we zijn uiteindelijk wel naar Sint-Andries (en later naar Waardamme, nvdr) verhuisd.” Een goede beslissing, zegt ook Joost Desender. “Vier uur meer rusten per dag, een van de belangrijkste stappen in zijn ontwikkeling.”
Afgang in Bordeaux
December 2011. Björn Engels sukkelt al een tijdje met een aangeboren afwijking aan de rechterheup en moet geopereerd worden, de chirurg voorspelt hem een inactiviteit van zes maanden. Een nieuwe klap. Revalidatie. Terugvechten. En dan een plaatsje in de A-kern van Georges Leekens. Het verwachtingspatroon is laag. Een paar keer bij de achttien zitten, zoals op die mooie septemberavond in 2012, wanneer Club Brugge in het Stade Chaban-Dalmas van de Girondins de Bordeaux een helft van het kastje naar de muur getikt wordt.
2-0 aan de rust, blauw-zwart is kansloos tegen de superieure Fransen. De Clubsupporters verwachten dat Maxime Lestienne, Björn Vleminckx en Vadis Odjidja in de ploeg zullen komen, maar in Waardamme weten ze beter. Bianca: “Ik kreeg een sms’je van iemand die in het stadion was, Björn was zich aan het opwarmen… En toen ik net met een vriendin aan het bellen was, zag ik hem aan de zijlijn staan. Hij zou invallen. Ik legde de telefoon zo snel mogelijk neer, maar zat nog niet in de zetel en… owngoal van Björn. Manice begon meteen te wenen. Ik zag Björns gezicht en vóélde wat er door hem heen ging.”
Zeventien jaar jong, debuteren met een owngoal, 4-0-nederlaag, supporters die hun spelers uitfluiten. Een nachtmerrie, al is Engels’ mentale weerbaarheid een lichtpuntje. Bianca: “Björn heeft zich in die match nog goed herpakt. Hij wás teleurgesteld, maar hij kan tegenslagen vrij snel een plaats geven. Toen we rond vier uur ’s nachts thuiskwamen, vroeg hij of we samen de hele match konden herbekijken. Ik vond dat geen goed idee, maar we hebben gekeken. De volle negentig minuten! Dat er die nacht nog een Facebookpagina Respect voor Björn Engels aangemaakt werd, deed hem enorm veel deugd.”
Vijf dagen erna mag Engels, samen met Birger Verstraete, zijn eerste profcontract tekenen. Hij zal dat seizoen geen minuut meer op het veld staan, tijdens de winterstage in Marbella krijgt hij wéér een tik. Bianca: “Björn belde me huilend op. Hij moest nu ook aan de linkerheup geopereerd worden.” Opnieuw zes maanden revalideren. Mental coachRudy Heylen, zijn managers – Evert Maeschalck en Guy Bonny -, ploegmaats, familie, medische en technische staf, zijn tien jaar jongere broertje en zijn vriendin Evangalitsa sleuren hem nog maar eens door een donkere periode.
Juli 2013. In Westkapelle, waar Club Brugge aan de voorbereiding op het nieuwe seizoen begint, zit Juan Carlos Garrido met kopzorgen. Jim Larsen is geblesseerd, Oscar Duarte geschorst, voor de laatste oefenwedstrijd tegen VfL Wolsfburg kiest de Spanjaard in het centrum van de verdediging verrassend voor het duo Brandon Mechele-Björn Engels. “Ze hebben het goed gedaan, volgende week tegen Sporting Charleroi staan ze in de basis.”
De zieke Engels wordt in extremis vervangen door Tom Høgli, met een weekje uitstel mag de Oost-Vlaming de week erna in het Oostendse Albertparkstadion debuteren. En hoe! De match is geen drie minuten oud wanneer hij de 0-1 tegen de touwen kopt. Het vingertje gaat in de lucht, een eerbetoon aan zijn overleden grootouders, aan wie hij ooit beloofde dat hij het als prof zou maken.
Opdracht volbracht: onbetwist titularis, vijf doelpunten, een nieuw contract tot midden 2017. Een debuutseizoen om vingers en duimen bij af te likken. Desender: “Naast het veld een rustige jongen, tussen de lijnen valt vooral zijn verbetenheid op. Een echte winnaar.”
DOOR CHRIS TETAERT – BEELDEN BELGAIMAGE
“Ik moest elk seizoen de dvd’s van de Jupiler Pro League kopen, zodat Björn de matchen kon analyseren.” Bianca Van Yperen