Als Hugo Broes, gerechtigd correspondent van vierdeklasser Lyra en zelfverklaard ‘historicus van de club’, zijn uitleg begint, valt om de haverklap de naam ‘Lierse’. Het lijkt een onbedwingbare, haast natuurlijke drang. “Niet Lierse, maar wij spelen in de stadskleuren. Niet Lierse, maar wij tellen het grootste aantal sympathisanten in de binnenstad. In 1922 was Jacques Vandevelde onze eerste international, nog voor Lierse er een had. Wij leverden er in totaal 25. Meer dan Lierse.”

De rivaliteit tussen rood-wit en geel-zwart bereikte een hoogtepunt in 1972. “Wij hadden toen geen honderd betalende toeschouwers meer. Enkele mensen in het bestuur zagen wel wat in een fusie met Lierse. Iemand van Racing Gent, dat dankzij een fusie van Lyra en Lierse de degradatie zou vermijden, heeft toen een van onze bestuursleden 100.000 frank geboden om de beslissende pro-stem te leveren. Lierse SK werd Lierse SV, ze namen alles van ons over, behalve het stadion.

“Maar toen …” Broes haalt diep adem en herneemt fier : “Toen hebben de fanatici van Lyra de club heropgericht. Met spelers die al lang gestopt waren, onder wie zelfs veertigjarigen, herbegonnen we in vierde provinciale. Als een feniks die uit zijn as herrees … In heel Lier reden auto’s rond waarop stickers gekleefd waren met daarop : ‘Koninklijke Lyra blijft’. De gevel van het huis van de voorzitter, die mee overgestapt was naar Lierse, werd in rood en wit geschilderd. Hij en de andere overlopers moesten toen alles doen om fervente Lyramensen te mijden.”

Bij Lierse werd de fusie in de jaren tachtig ‘ongedaan gemaakt’ en keerde men terug naar de oude benaming. De rivaliteit tussen Lyra en Lierse, die bleef altijd in stand. Broes bekent dat ook nu nog enig leedvermaak zich tijdens de afgelopen heenronde van hem meester maakte. De handen kriebelen om de doodskist die Liersesupporters enkele jaren geleden aan het stadion van Lyra afleverden toen rood-wit degradeerde, nu al geel-zwart te schilderen.

“Maar bij Lyra is het de afgelopen decennia nooit meer geweest zoals vroeger”, weet Broes dankzij zijn persoonlijk mini-archief, waarin hij bladert. Brieven tussen de ettelijke foto’s loodsen je naar een ander tijdperk. Het tijdperk dat het telefoonnummer van het stadion nog simpelweg 37 was. Het tijdperk dat spelers nog wekelijks per brief uitgenodigd werden om ’s zondags te spelen : Waarde makker, gij wordt verzocht de match bij te wonen tusschen … volgens plaats aangeduid aan den kapitein van uw elftal. In geval van belet, gelief vóór Vrijdag de reden te doen kennen per brief in de brievenbus ‘De Valk’.

“En hier”, wijst Broes, “een zwart-witfoto van 19 juni 1932, de eerste keer dat Lyra naar ereafdeling promoveerde. Supportersaantallen die schommelden rond de 15.000 en twee clubs uit onze stad in de hoogste klasse, dát waren nog eens tijden.”

Volgende week : Maasmechelen

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content