‘Ik heb nog nooit een paars kledingstuk gekocht’
Voetbal is passie. Dat geldt evenzeer voor vrouwen. Om de twee weken laten we een vrouw aan het woord die de sport met overgave beleeft. Deze week: ex-judoka Lotte Denoo (28), nu Fan Relations Manager bij Club Brugge.
‘Door herniaproblemen ben ik in 2015 moeten stoppen met judo. Na een stage bij de communicatiedienst van Club Brugge kon ik hier beginnen bij de ticketing. In mijn familie is iedereen supporter van Club Brugge en in mijn jeugd pikte ik geregeld een wedstrijd mee in Jan Breydel. Daarnaast vond ik het belangrijk dat ik in een topsportklimaat kon blijven werken. Je leeft van moment naar moment, van match naar match. Iedereen hier heeft die toewijding voor de club en die winnaarsmentaliteit, een herkenbaar gevoel.
‘Sinds een paar maanden, sinds Bob Madouchief commercial officer werd bij Club, ben ik verantwoordelijk voor de relatie met de fans. We zijn volop bezig een systeem te ontwikkelen waarbij supporters met één profiel kunnen inloggen voor website, ticketing en merchandising. Dat is makkelijker voor de supporters én handig voor ons als club, om meer data te vergaren en gerichter naar potentiële sponsors te kunnen stappen. Feyenoord is op dat vlak een voorbeeld: zeer interessant hoe zij met kleine, simpele acties hun fans blijven binden. Club Brugge wil op digitaal vlak een voorloper zijn in het Belgische voetbal.
Om etentjes of andere afspraken vast te leggen wacht ik tot de voetbalkalender gekend is.’ – Lotte Denoo
‘Tijdens onze thuismatchen zit ik het liefst in de Noord, boven de spionkop, waar je een mooie staalkaart krijgt van wie er zoal in ons stadion zit. Vrouwen, mannen, jong en oud, arbeiders en bedrijfsleiders. Ze vereenzelvigen zich met Club Brugge en willen ten koste van alles winnen. Ik ook. Door mijn topsportverleden kan ik me iets inbeelden bij de kracht van de twaalfde man, zeker in momenten dat het wat moeilijker loopt of vermoeidheid toeslaat. Je laat sneller de schouders zakken wanneer er niemand toekijkt. Sommige spelers hebben nood aan die interactie met het publiek. Ruud Vormer bijvoorbeeld, die de fans geregeld opzweept. Niet voor niets behoort hij bij de populairste spelers hier. Net als Hans Vanaken en Arnaut Danjuma. Vroeger waren dat Lior Refaelov en José Izquierdo – altijd glimlachend. Het vertrek van Refaelov ligt nog gevoelig, hij wordt gemist.
‘Het is mooi om te zien hoe ex-spelers deel van de familie blijven. Franky Van der Elst komt nog elke week zijn tickets afhalen aan het loket, hoewel dat ook per mail kan. Ik dacht dat we hem minder zouden zien nu hij bij Oostende aan de slag is, maar dat blijkt niet het geval. Ook Gert Verheyen pikt geregeld een thuiswedstrijd mee. En Raoul Lambert loopt hier vaak rond, een heel joviale man.
‘De voorbije jaren hebben we alleen maar successen gekend. De lat ligt nu hoger, voel je. Met een tweede plaats zijn we niet meer tevreden en we willen op elk vlak scoren: competitie, beker en Europees. De bekerwinst in 2015 blijft een hoogtepunt, met die late winning goal van Refaelov. De ontlading in en rond de club was enorm, eindelijk die prijs! De busrit terug naar Brugge was een zeer mooi moment. Ook de titel kunnen vieren op eigen veld, vorig seizoen, was top.
‘Voetbal bepaalt mijn sociale agenda. Om etentjes of andere afspraken vast te leggen wacht ik tot de kalender gekend is. Maar omdat ik enkel de thuismatchen doe, valt dat best mee. Er wordt thuis geregeld samen voetbal gekeken, dat hoeft zelfs niet altijd Club Brugge te zijn. Mijn vriend ( judoka Kenneth Van Gansbeke, nvdr) is van het Gentse afkomstig – en ik heb daar ook gestudeerd -, dus onderlinge plagerijen horen erbij. Zolang dat plezant blijft, moet je zo’n rivaliteit kunnen cultiveren. Maar met paarse kleren moet je hier op kantoor niet binnenwandelen. Dat hoef je niet eens te zeggen, iedereen wéét dat. Ik denk niet dat ik ooit al een paars kledingstuk heb gekocht… En groen ligt ook gevoelig.
‘Bij Club Brugge krijgen de jeugdspelers maandelijks judotraining, het is goed voor de balans en het leren vallen. Er werd vroeger in judomiddens wel wat lacherig gedaan over voetballers, geef ik toe, maar ik ben daar ondertussen in bijgedraaid. De begeleiding van voetballers, ook bij de jeugd, is uiterst professioneel. Bij Cristiano Ronaldo of Neymar denk je soms wel: al dat theater, moet dat echt? Maar in feite is het slim, want daardoor creëren ze een imago. Andere sporten verkopen zichzelf veel te weinig.’