
HOE DE PREMIER LEAGUE GROEIDE
Maart 1980. Roger Van Gool was van FC Köln naar Coventry City getransfereerd voor 15 miljoen frank, zo’n 370.000 euro, een som waarvoor je toen in Engeland zelfs geen talentrijke knaap van zestien jaar kon strikken. Van Gool wist niet wat hij meemaakte. Trainingen begonnen zonder opwarming en op een paar turnoefeningen na werden er alleen maar onderlinge partijtjes gespeeld. Het ging er bloedfanatiek aan toe, de beenderen kraakten en af en toe moest er een speler geblesseerd van het veld. Ook de trainers deden als gekken mee.
Roger Van Gool speelde zijn eerste wedstrijd voor Coventry tegen West Bromwich Albion. De spelers verzamelden drie uur voor de match en amuseerden zich na het eten op een flipperkast. Tot er een uur voor de wedstrijd in een klein busje naar het stadion werd vertrokken. Een halfuur voor de aftrap kwam er nog een speler in pak de kleedkamer binnen gewandeld. De trainer, de voormalige Liverpoolspeler Gordon Milne, vond dat niet erg. Hij zei tegen die speler zelfs dat hij een mooi pak droeg. Vervolgens joeg hij iedereen het veld op en werd er zonder opwarming aan de wedstrijd begonnen. Coventry verloor met 0-2, maar in de kleedkamer werd er achteraf gelachen. Waarom ook niet? Iedereen had zijn best gedaan. Dus doken ze met z’n allen gezellig de stad in.
December 1982. Na een passage bij Cosmos New York voetbalde François Van der Elst voor West Ham United. Je moest er wel wat voor over-hebben om hem in Londen op te zoeken. Vijfenveertig minuten vliegen, meer dan een uur door elkaar geschud worden in een overvolle Underground, nadien nog vijftig minuten sporen in een trein die dateerde uit het Stenen Tijdperk. Van der Elst woonde in Hutton, op 30 kilometer van de Britse hoofdstad. Het huis was klein, het meubilair sober, de buren waren stug.
De voormalige sluipschutter van Anderlecht had een zee van tijd: slechts één training per dag en zelden een afzondering. Maar soms wel veel wedstrijden, die Engelse profs afwerkten zonder veel te klagen. Maar de medische begeleiding, stelde hij vast, sloeg nergens op. Elke blessure werd behandeld met elektrische schokken en als de ploeg op verplaatsing speelde, dan ging de clubdokter nooit mee. Het aards paradijs was Engeland niet voor François Van der Elst. Zijn contract liep nog anderhalf jaar, maar als er zich een Belgische club meldde, zo vertelde hij, dan ging hij dolgraag terug. Ook al omdat de manier van voetballen niet bij zijn kwaliteiten paste, omdat hij wel voortdurend de ruimte in dook, maar zich telkens hees moest schreeuwen, anders zag hij de bal nooit. Zes maanden later zou François Van der Elst effectief weer naar België worden getransfereerd. Hij zette zijn carrière bij Lokeren verder en was toen niet eens 28 jaar.
December 2016. Veel blijft er niet over van die Engelse nostalgie. Topvoetballers leven er als popsterren, afgeschermd van de buitenwereld. Engelse clubs baden in het geld, een gevolg van de exuberant hoge televisiegelden. Op de lijst van de rijkste 30 clubs ter wereld staan er 17 uit de Premier League. Zelfs de huidige rode lantaarn, Swansea City, draait met een begroting (133 miljoen euro) die drie keer hoger ligt dan die van Anderlecht.
In de loop der jaren nam het aantal buitenlanders fors toe. Bij de 20 clubs staan op dit moment 503 spelers onder contract, 301 voetballers komen uit het buitenland. Dat is 60 procent. Bij de top zes is het percentage spelers die niet uit Groot-Brittannië komen zelfs 75 procent. Die verenigingen worden stuk voor stuk getraind door buitenlanders met een totaal andere stijl en filosofie. Pep Guardiola die wedstrijden op alle niveaus wil controleren, Jürgen Klopp die bij Liverpool probeert te revolutioneren, Antonio Conte die bij Chelsea varieert en de tegenstander nooit met rust laat, zelfs een pragmaticus als José Mourinho verbleekt bij die aanpak. Het maakt van de Premier League een rijke en verrijkende competitie, die nu 25 jaar bestaat.
Een competitie ook die het hooliganisme onder controle heeft. Excessen zoals zondagavond in Charleroi zie je er allang niet meer. Het is het gevolg van een strengere controle en strenge straffen. En van het gegeven dat de sfeer in het stadion is veranderd: door de prijzen te verhogen dreigt voetbal in Engeland langzamerhand een elitaire sport te worden. Debielen die, zoals tijdens Charleroi-Standard, voor een ordinair schouwspel zorgden, komen er daar niet in.
@JacquesSys
DOOR JACQUES SYS
‘De Engelse topclubs tellen 75 procent buitenlanders.’