Gestart met nul op negen en na drie speeldagen laatste, maar geen hekkensluiter meer sinds speeldag vier. Tot zaterdagavond. Voor Beveren zat het venijn in de staart van de competitie. Niet geheel onverwacht, de klad zat er al een paar maanden in. Na Nieuwjaar won Beveren amper één keer, op 17 februari tegen Lokeren. Zeggen dat met Beveren een topper uit de eerste klasse valt, is de waarheid geweld aandoen. De voorbije tien jaar eindigde de ploeg slechts drie keer hoger dan een vijftiende plaats.
Edy De Bolle : “We hebben er de voorbije weken alles aan gedaan, maar als je ziet hoe wij op Sint-Truiden opnieuw stomme goals pakken, illustreert dat wat ons sinds Nieuwjaar overkomt. Bij de eerste goal laat Seka zijn man lopen, bij de tweede reageert Copa nauwelijks op een bal die vlak langs hem passeert en bij het derde doelpunt gaat de bal binnen in de hoek die hij vrijlaat. Maar goed, we konden onvoldoende winnen. Met vier draws in acht matchen bereikten we iets, maar onvoldoende. De statistieken leren me dat we in de meeste wedstrijden een groter aantal doelpogingen lieten noteren dan de tegenstander. En toch verloren we of speelden we hoogstens gelijk.”
En ben jij zo eerlijk om te constateren dat er een gebrek aan kwaliteit was.
Edy De Bolle : “Vorig jaar was het spannend tot de laatste speeldag en wie haalde ons toen over de streep ? Diallo. Eerder dat seizoen Junior. Die voetballers die het verschil kunnen maken met een doelpunt of een beslissende pass, waren er dit seizoen niet. Dissa maakte elf goals, Gervinho acht, maar de rest heeft niet gescoord. Het was niet goed genoeg. Pijnlijk om te constateren, maar de waarheid. Ik merk dat Lierse na de winterstop een andere ploeg op het veld bracht, dat Brussels nieuwe spelers aantrok, dat Bergen niet meer dezelfde ploeg was. Wij konden niet aanvullen.”
Boeten jullie nu voor het gebrek aan planning op lange termijn tijdens het bewind van Jean-Marc Guillou ? Er werd bijvoorbeeld ook geen scoutingapparaat opgezet.
“Sportief is die periode positief geweest, vind ik. Met de jaren werd het wel wat minder. Vaak werden rond Nieuwjaar twee à drie goede spelers verkocht en was het na een goede heenronde een pak minder. Maar je wist : volgende zomer volgt opnieuw kwaliteit.
“Op het einde van die periode anticipeerden we als club inderdaad niet. Walter Meeuws was vijf jaar weg uit België, maar hij besliste welk type er moest komen en wie. Daar werd amper over overlegd. Ik denk dat een van de lessen is dat er op dat vlak een beter overleg moet komen. Aan Buskewiecz hebben we niks gehad, Bozic was een heel jaar geblesseerd en kan nog amper twee trainingen na mekaar aan. Giacomi moeten we niet alle schuld geven voor de wedstrijden die hij speelde, maar je kan bezwaarlijk zeggen dat hij vertrouwen uitstraalde.”
Guillou zei altijd : ‘Zonder mij kunnen ze het niet.’ Dit lijkt zijn grote gelijk.
“Sportief zat er wel een lijn in, ja. Als hij zei : die en die komt erbij en die heeft zulke kwaliteiten, dan klopte dat. Anderzijds beseften wij ook wel : als je elfde, twaalfde en zestiende eindigt, moet je opletten. Dat hebben we onvoldoende gedaan.”
Hoe moet het nu verder ? Schrik je dat er na zoveel transfers al direct weer financiële problemen zijn ?
“Op het financiële heb ik geen zicht. Maar dat de rekrutering mislukte, heeft zeker ook met geld te maken, de ploegen met de laagste budgetten staan onderin. Ik denk dat er in de eerste plaats duidelijkheid moet komen over de toekomst van de club. Komen er investeerders en zo ja, welk budget zullen we hebben ? En dan zo snel mogelijk terug naar eerste, want tweede klasse is niet leefbaar.”
Voor de supporters was je de gebeten hond. Vorig jaar de held, nu de zondebok.
“Ik snap dat, zij leefden mee en we wonnen nauwelijks. Maar het waren niet de mannen die elke dag naar de training kwamen, die riepen. Die wisten wel beter.”
PETER T’KINT