Elke maand stellen de redacties van de ESM-bladen, European Sports Magazines – Voetbal International (Nederland), Der Kicker (Duitsland), Don Balón (Spanje), La Gazzetta dello Sport (Italië), A Bola (Portugal), Sport Express (Rusland), World Soccer (Engeland) en Sport/Voetbalmagazine -, een Europees elftal samen. Dit is het elftal van de maand april.
Sergio Ramos (Real Madrid, 3)
Rechtsvoetige speler die centraal in de verdediging opereert. Atletische figuur die graag op techniek uitvoetbalt. Werd matchwinnaar van de ploeg bij de belangrijke 2-1-winst tegen directe concurrent Valencia, waardoor de titelkansen intact bleven.
Jose Manuel ‘Pepe’ Reina (Liverpool, 4)
Van Jerzy Dudek is al lang geen sprake meer bij de Reds. De Spanjaard Pepe Reina is de sleutel op de deur van de defensie en acteert feilloos. Soberheid primeert bij Reina, die geen theater gebruikt om penalty’s te stoppen, zijn grote specialiteit.
Daniel Alves (FC Sevilla, 4)
Eigenlijk is het begrip rechterverdediger slecht gekozen voor deze Braziliaanse haas. Speedy Gonzalez Daniel Alves bestrijkt het liefst de hele flank, beschikt over een groot loopvermogen en strooit met assists voor de aanvallers of opkomende middenvelders.
Cristiano Ronaldo (Manchester United, 8)
tugese dribbelaar afstoppen. Was er grotendeels verantwoordelijk voor dat AS Roma een enorme oplawaai kreeg op Old Trafford (7-1). Zorgde ook mee voor de ommekeer in het competitieduel tegen Everton : toen hij inviel, ging de score van een 2-1-achterstand naar een 2-4-winst.
Dejan Stankovic (Inter, 3)
Alhoewel hij verkiest centraal te voetballen, wordt deze Servische middenvelder veelal door coach Roberto Mancini op de rechterflank uitgespeeld. Daar doen zijn infiltraties en loopacties elke tegenstander pijn. Is duidelijk een bepalende factor. Maakte tegen Empoli de 3-1.
Lionel Messi (Barcelona, 5)
Deze Argentijnse wonderboy is van op zijn rechterflank moeilijk af te stoppen. Technisch sterk, een vat vol schijnbewegingen en maker van sublieme doelpunten. Tegen Getafe scoorde hij weergaloos door, net zoals Diego Maradona op het WK van 1986, van op de eigen helft te vertrekken en alle tegenstanders op het verkeerde been te zetten.
Kaká (AC Milan, 8)
De Braziliaan profiteert met zijn snelheid en techniek optimaal van de tactische vrijheid die hij krijgt van trainer Carlo Ancelotti. Kent ongeveer blindelings de loopacties van ploeggenoot Clarence Seedorf en maakte in de halve finales van de Champions League tegen Manchester United drie belangrijke goals.
Marco Materazzi (Inter, 5)
Beenharde en onvermoeibare centrale verdediger, een van de twee Italianen in het multiraciale Inter. Is niet alleen stevig en sterk in de duels, maar zorgt ook nog voor een toegevoegde waarde aanvallend. Scoorde tweemaal tegen Siena.
Didier Drogba (Chelsea, 4)
De onmisbare pion op het schaakbord van José Mourinho. In de Premier League schitttert de Ivoriaan als aangever én afwerker. Maakt meestal optimaal gebruik van zijn snelheid en opportunisme, is een plaaggeest voor elke centrale verdediger, maar ook een showman die graag het publiek bespeelt.
Wayne Rooney (Manchester United, 8)
Loodste zijn ploeg naar een nieuwe Engelse titel en mogelijks ook de FA Cup, want scoort momenteel met de ogen dicht. Twee treffers tegen AS Roma, evenveel tegen AC Milan en Everton, en je weet waarom Rooney hier op zijn plaats staat.
Afonso Alves (Heerenveen, 4)
Liefst 34 doelpunten maken op een seizoen, het blijft een fenomenaal aantal. Alves had vijftien goals beloofd, maar kwam via zijn magistrale traptechniek – ook en vooral op vrije trappen – op een hoger aantal uit. Vernederde Feyenoord door bij de 5-1-winst maar liefst vier treffers aan te tekenen.
