Bergen of de Borinage ? Die twee mag je niet met elkaar verwarren, beweert Chemcedine El Araichi, de 25-jarige linkerverdediger van Roeselare. “Bergen is wat meer elitair. Ik ben een echt product van de Borinage. Geboren in Boussu, schoolgelopen in Hornu. Toen ik bij Bergen speelde, betrok ik wel gedurende twee jaar een flat in die stad, maar intussen ben ik daar alweer weg en woon ik in Flénu. Ik moet wel toegeven : toen we jong waren, vonden mijn vrienden en ik het geweldig om naar Bergen te trekken. En ik heb nog nooit een jonge gast uit Bergen horen zeggen dat hij graag naar de Borinage komt.

Tja. Wat valt er in ’s hemelsnaam in Flénu te beleven ?

El Araichi : “Ik sta nogal open voor alles. We trekken al eens naar de bioscoop. En ik houd van muziek, vooral van rap. Vrienden uitnodigen om een glas te komen drinken vind ik ook plezant. Maar rustig thuis bij mijn vriendin blijven, dat bevalt me evenzeer.”

Veeleer het rustige type blijkbaar ?

“Vergis je niet. Wagens zijn mijn grote passie. Ik ben een onvoorwaardelijke fan van Michael Schumacher. En voor het alledaagse gebruik droom ik van een Mercedes, ook al kan ik me zo’n wagen voorlopig niet veroorloven. Momenteel rijd ik met een Opel die de club ter beschikking stelt. Lang doe ik niet met een auto. Van bij mij thuis naar Roeselare, dat is 110 kilometer. Om de drie maanden wissel ik van wagen.”

De afstand schrikt je niet af.

“Hoegenaamd niet. Behalve op zondagochtend. In tegenstelling tot de Walen, voor wie de zondag heilig is, lassen ze bij Roeselare telkens een training in de dag na een wedstrijd. Gewonnen of verloren, dat maakt niks uit. Ik geef toe dat ik het liefst ’s zondags speel.”

Bij Bergen mocht je gedurende een periode helemaal niet spelen.

“Een verschrikkelijke ervaring. Onder Marc Grosjean was ik onbetwistbare titularis maar dan kwam Sergio Brio. Al bij zijn eerste wedstrijd zette hij me op de bank en bij de volgende match moest ik naar de tribune verhuizen. En dan had ik het ergste nog niet gezien. Na drie weken moedigde Brio me aan om een andere werkgever te zoeken. Ik heb hem er toen wel aan herinnerd dat mijn contract nog tot het einde van het seizoen liep. Gelukkig ben ik niet het type dat vlug opgeeft. Ik ben blijven trainen. Nu goed, die bladzijde is omgedraaid. Ik ben sterker en rijper uit die moeilijke periode gekomen.”

Stel je voor : rijp genoeg voor de nationale ploeg. Zou dat dan de Belgische of de Marokkaanse zijn ?

“Ik ben niet echt geïnteresseerd in de Rode Duivels. Bovendien, met Olivier Deschacht, Jelle Van Damme en Philippe Léonard heeft René Vandereycken keuze genoeg voor de positie van linksachter. Hoewel ik in België geboren ben, trekt Marokko me aan. Mijn moeder woont in de streek van Fez. Geef mij dus maar de Marokkaanse nationale ploeg. Twee jaar geleden werd ik opgeroepen voor de olympische ploeg van Marokko, voor een wedstrijd tegen Mali. Nadien hoorde ik louter positieve echo’s. Hopelijk krijg ik de kans om te bevestigen.”

CéDRIC BOUILLOIN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content