Dertiende zou fijn zijn

© BELGAIMAGE

Via een omweg langs provinciale bevindt Beerschot zich zeven jaar na het failliet weer onder de grote mensen. In de hoogste klasse wil het alvast geen grijze muis zijn. Dat kan ook niet, met zo’n clubnaam.

Het is de eerste dag van de hittegolf. Het persmoment met de vooruitblik op het nieuwe seizoen vindt amper vier dagen na het promotiefeestje plaats. Buiten, aan de rand van het veld blikt trainer Hernán Losada in zo goed als vlekkeloos Nederlands vooruit op het nieuwe avontuur. Bovenaan de tribune links van hem staat, wit op paars zoals het hier hoort, een slogan die eist om gelezen worden: ‘ We are Beerschot, we do what we want. ‘

Eigenwijs zijn ze altijd geweest op het Kiel. Van een beetje dwars zijn ga je niet dood, is hier het motto. En als je dood gaat, begin je toch opnieuw? Jezus did it once, we did it twice, had iemand ooit op zijn T-shirt gezet na de laatste verrijzenis in 2013.

Links en rechts van de trainer staan de nieuwe truitjes uitgestald. Niet van Adidas of Nike of een ander merk. Nee, Beerschot ontwerpt zijn truitjes in eigen beheer, als enige Belgische profclub. Dat gebeurt onder de merknaam XIII, naar het stamnummer dat de club twee jaar geleden recupereerde. Na een paar weken zijn er al meer dan 3000 van verkocht, terwijl ook al 6800 abonnementen aan de man (of vrouw) werden gebracht.

Opmerkelijk: bij de naam van de nieuwe shirtsponsor Yelo staat een Arabisch opschrift. Waar Yelo voor staat, wordt pas binnenkort gecommuniceerd, maar het is wel een bedrijf met roots in de Arabische wereld. Helemaal iets anders dan pakweg B-Post, Rizla of Quick-Hamburgers, legendarische maar Belgische hoofdsponsors uit het clubverleden. Het is ook een statement naar de buitenwereld. Beerschot heeft met de terugkeer naar de hoogste klasse ook de internationalisering ingezet.

Professionele structuur

Het stadion ziet er aan de buitenkant nog precies uit zoals 20 jaar geleden, toen het voetbalproject nog Germinal Beerschot heette. Wel hangt er nu aan de ingang van het Kiel een grote foto van Marc Steenackers, die in 2017 verongelukte. Steenackers was één van de beleidsmensen van Wilrijk die in 2013 samen met toenmalig Wilrijkvoorzitter Eric Roef het ‘weeskind’ Beerschot na het failliet liefdevol opnam en stap voor stap terug omhoog bracht, onder het stamnummer van KFCO Wilrijk. Dat begon met de allereerste thuismatch op het Kiel in eerste provinciale Antwerpen, tegen Ternesse, waar tot eenieders verbazing 8500 man opdaagde. Voor de fans was dat seizoen één langgerekte trip doorheen de provincie, met een titelviering in een uitverkocht stadion (12.000 man) tegen – godbetert – Rood en Groen Katelijne. Met nostalgie denken fans ook terug aan de memorabele verplaatsingen doorheen de lagere nationale afdelingen in de daaropvolgende twee jaar, telkens afgesloten met een nieuw en uitbundig kampioenenfeest.

Wij kijken niet naar Antwerp, wij doen het elk op onze eigen manier. Ook Beerschot wil een topclub worden’ Sven Van den Abbeele

De clubstructuur kon in die eerste jaren bij gebrek aan middelen de sportieve sprongen voorwaarts niet bijbenen. De eerste drie jaar werd KFCO Beerschot-Wilrijk enkel gerund door vrijwilligers, de kantoren op het Kiel bleven zo goed als onbezet tot 2017. In maart 2019, nog niet zo lang geleden dus, werkte er op de administratie al vijf man, plus toenmalig voorzitter Eric Roef. Sinds het afscheid van Roef in juni vorig jaar blijft er van het vroegere Wilrijk nog maar één werknemer over: secretaris Walter Claes, maar er staat vandaag wel een degelijke structuur die bij een eersteklasseclub past, met naast het bestuur en de sportieve selectie negen werknemers.

Kapitaalsinbreng in evenwicht

Voorzitter is sinds juni 2019 Francis Vrancken van het Kempense bouwbedrijf DCA. Dat was eerst shirtsponsor, werd bij het doorvoeren van de professionalisering in de zomer van 2018 eigenaar van de club, maar stond korte tijd later al 50% van de aandelen af aan de Saudische mede-investeerder, Prins Abdullah bin Mosaad bin Abdulaziz Al Saud. Bedoeling was dat de Saudische investeerders zich zouden bezig houden met de sportieve tak en het bouwbedrijf met het administratieve, maar ook dat de Belgische en de buitenlandse verankering mekaar qua kapitaalsinbreng in evenwicht zouden houden.

Jan Van Winckel bracht de club en Abdullah bin Mosaad bin Abdulaziz Al Saud met elkaar in contact.
Jan Van Winckel bracht de club en Abdullah bin Mosaad bin Abdulaziz Al Saud met elkaar in contact.© BELGAIMAGE

Die financiële verhouding geldt op dit moment nog, maar achter de schermen wordt momenteel één en ander bijgestuurd. Als je drie jaar naeen in 1B speelt, kan de rekening niet kloppen en moet er bij gepast worden, én bovendien gaat het budget alsmaar omhoog. Voor dit seizoen is het budget, zo kort na de promotie, nog niet helemaal vastgelegd. Daarom haalde de groep van Vrancken er deze zomer alvast een bijkomende Belgische investeerder bij, Philippe Verellen van Wolf Oil uit Hemiksem, een notoir Beerschotfan. Hij nam een deel van de DCA-aandelen over, maar in de wandelgangen klinkt het dat de 50-50% regeling wel eens naar een meerderheid voor de Arabische investeerder zou kunnen gaan. Kan dat een 75-25% verdeling worden? ‘Alles ligt momenteel op tafel. Dat kan morgen afgerond worden, maar ook over een jaar. Er zit geen druk op en de verstandhouding tussen de eigenaars is en blijft heel goed’, zegt Sven Van den Abbeele, sinds maart 2018 Communicatie en Strategisch directeur.

Prins Abdullah Bin Mosaad bin Abdulaziz Al Saud is intussen al een paar keer op het Kiel geweest, voor het laatst nog tijdens de heenwedstrijd voor de promotiefinale in 1B. Ook de man die hem als investeerder binnenhaalde, Jan Van Winckel is vaker dan voorheen in het land en op de club. Voorheen werd hem wel eens verweten altijd onderweg te zijn, en de club per telefoon te besturen. Van Winckel dacht aan de club waar hij in het seizoen 2011-2012 een jaar fysiektrainer was toen de prins op zoek was naar traditierijke clubs in Europa; hij wist meteen welke naam hij op het continent moest laten vallen. Intussen is met United World ook een overkoepelende constructie op marketingvlak opgezet, voor de clubs waar de prins aandelen in heeft: Sheffield United, Beerschot en Al Hilal United, een nieuwe club in Saudi-Arabië.

Hoe Van Winckel, die destijds adviseur werd van de prins toen die minister van Sport was in Saudi Arabië, het met verschillende petten op het hoofd allemaal bolwerkt, is een raadsel. Alsof een dag voor hem uit meer dan 24 uur bestaat. Hij werkt zowel voor Beerschot als voor Sheffield als voor clubs en federaties in het Midden-Oosten. Hij is op het Kiel de man achter de knoppen, zeker op sportief vlak. Wanneer hij niet fysiek aanwezig is, is er nog altijd advocaat en ondervoorzitter Walter Damen die er ook al bij is sinds Beerschot- Wilrijk van start ging in 2013. Als Walter iets zegt, luistert iedereen.

Beerschot maakt zich op voor de elftalfoto van het nieuwe seizoen.
Beerschot maakt zich op voor de elftalfoto van het nieuwe seizoen.© BELGAIMAGE

Losada

Vandaag zijn ze op het Kiel in hun nopjes. Nog geen jaar geleden was dat nog enigszins anders, toen Beerschot eerst een dreun kreeg toen het hoorde dat KV Mechelen wél in 1A mocht aantreden en zij niet, en vervolgens ook nog eens voetbalde als een natte krant en naast de eerste periodetitel greep.

Toen daalde toch een lichte vorm van ongerustheid neer over het Kiel, want uiteindelijk had de club geïnvesteerd in wat een ploeg voor 1A had moeten zijn. Het was niet de bedoeling om nog eens een jaar in 1B te blijven hangen, ook al omdat de spelers die voor eerste klasse gehaald werden dat niet zouden kunnen opbrengen, en zij simpelweg niet te betalen waren in die reeks.

Tot Hernán Losada, tot dan moment lid van de technische commissie en trainer van de beloften, overnam van trainer Stijn Vreven. Onder Vreven zat het de laatste maanden niet goed in de kern, met veel spelers die zich buitenspel gezet voelden. Vreven hield vast aan zijn systeem en aan een aantal namen, en liet een verdeelde groep achter. Niemand die bij zijn vertrek nog geloofde in de tweede periodetitel. ‘Dat dat gelukt is, vind ik voor 90% de verdienste van Losada’, zegt Danny Geerts die al eeuwenlang Beerschot volgt en nog altijd actief is als huisjournalist. ‘In het begin was hij wat wantrouwig naar de pers toe, die hij hier veel te kritisch vindt. Maar hij heeft iedereen verbaasd, zichzelf incluis, want vergeet niet dat hij hiervoor enkel de beloften getraind heeft. Voor mij is hij dé man van de promotie, omdat hij iedereen bevrijd heeft.’

De grote verdienste van Losada is dat hij alle spelers op één lijn kreeg en van die verdeelde groep één geheel maakte. Als speler was hij soms een solist, zoekend naar een eigen actie of een doelpunt, maar als coach stelt hij zich open en vraagt de spelers naar hun mening. Het gevolg was dat hij iedereen mee kreeg in zijn verhaal. ‘Er hangt nu een sfeer onder de spelers die je alleen in provinciale of hooguit derde amateur verwacht, ‘ vindt Geerts.

Losada voelt zich ook niet te beroerd om wat hij eerst niet goed vond wel toe te passen wanneer hij ziet dat dat iets oplevert. Eerst kreeg Tarik Tissoudali amper een kans, maar toen Dylan Saint-Louis, die Losada zelf gaan halen was bij Paris FC, de verwachtingen niet inloste, trok hij wel de kaart van de aanvallende middenvelder, die vervolgens samen met Marius Noubissi in aanvallend opzicht het verschil maakte en zo mee de tweede periode binnenhaalde.

Op dit moment is het ‘ Eviva Losada‘ op het Kiel. De liefde is wederzijds, legt hij uit: ‘Het is simpel: Beerschot was mijn eerste en mijn laatste club als speler in Europa, en mijn eerste club als trainer. Ik denk dat dat genoeg zegt.’

Het doel voor dit jaar is bescheiden, zegt hij: ‘Zo snel mogelijk het behoud veilig stellen. Alles boven de veertiende plaats zal goed zijn.’ Een goed Beerschot-verstaander weet dan: paars-wit mikt op de dertiende plaats, naar het stamnummer.

Vorige week wreven ze zich op het Kiel nog in de handen met de komst van de 24-jarige Nigeriaanse spits Blessing Eleke. De Zwitserse topschutter stond vroeger al eens in de belangstelling van Anderlecht en zo’n speler zou de vorige jaren niet naar het Kiel gekomen zijn. Met Eleke verhoogt Beerschot alvast zijn aanvallende slagkracht, want stond het verdedigend op punt, in de aanval en vooraan op het middenveld kon het nog wel een paar extra goeie krachten gebruiken.

Druk wordt niet gelegd op het sportief project, zegt Sven Van den Abbeele: ‘Beerschot heeft de ambitie om een topclub te worden, maar dat hoeft dit jaar nog niet. Sowieso blijft Beerschot de komende jaren work in progress. Wij blijven groeien, maar stap voor stap. Met een zuinig beleid. Dat is wat anders dan een gierig beleid. Zuinig betekent: elke euro die we uitgeven, moet verantwoord zijn.’

Dat zoiets heel on-Beerschots klinkt, beseft hij wel. ‘Dit is net de verdienste van onze nieuwe eigenaars, dat ze effectief rust en stabiliteit in deze club hebben gebracht.’

Petroleum-Zuid

Dat de stadsburen intussen naarstig aan het bouwen geslagen zijn, op en naast het veld, zorgt niet voor extra druk in Antwerpen-Zuid. ‘Wij zijn nog geen grote club op dit moment, wij kijken ook niet naar Antwerp. We doen het elk op onze manier. Ook Beerschot wil een topclub worden, maar zonder tijdsdruk.’

Is daarvoor een nieuw stadion nodig? In elk geval moet er de komende jaren zwaar geïnvesteerd worden in een betere infrastructuur, zowel qua trainingsvelden (er is een akkoord om aan het Universiteitsplein iets moois uit te bouwen) als aan het stadion. Met andere woorden: met de huidige infrastructuur op het Kiel zit er niet veel rek meer op het budget.

Voorzitter Francis Vrancken liet al een paar keer de naam Petroleum-Zuid vallen, een plek waar hij zelf hoopt een stadion te kunnen bouwen. Petroleum-Zuid is de locatie die de stad Antwerpen voorbehouden heeft voor een nieuw voetbalstadion, aanvankelijk voor beide clubs. Dat de rood-witte concurrent al aan het bouwen ging in Deurne, doet ze bij paars-wit dromen van een eigen voetbalarena op zo’n droomlocatie, op minder dan twee kilometer van het Kiel. Mét uitzicht op de Schelde.

De andere optie? Een nieuwe renovatie van het Kiel, nadat de verbouwing in 1999 met het oog op het project Germinal Beerschot toen erg zuinig (zo goedkoop mogelijk) werd aangevat, waardoor het stadion nu al niet meer beantwoordt aan de eisen van een moderne profclub. Momenteel loopt de huurovereenkomst voor het stadion waar exact 100 jaar geleden de Olympische Spelen doorgingen met de stad tot 2026.

Dat betekent dat Beerschot ten laatste over een paar jaar wil weten waar het aan toe is.

Zestien jaar geleden

Met de promotie heeft Hernan Losada stilaan zijn plaats in het pantheon met Beerschotcoryfeeën ingenomen. De status die Rik Coppens, Juan Lozano, Lothar Emmerich of Marc Degryse op het Kiel genieten, heeft hij nog niet bereikt, maar dat hij zo’n impact zou krijgen, viel niet te bevroeden toen hij in 2006 samen met vier andere Argentijnen op het Kiel arriveerde bij Germinal Beerschot. Na één jaar bleven hij én Gustavo Colman over. Colman trok na twee jaar naar Trabzonspor, Losada naar Anderlecht, maar bij de Belgische topclub maakte hij het niet. In wat toen nog het Constant Vanden Stockstadion heette, kreeg hij nooit de ploeg en de fans achter zich zoals op het Kiel. Anderlecht had al een vedette toen, met name Mbark Boussoufa.

Later voetbalde hij nog voor Heerenveen, Charleroi, en trok hij tot grote woede van de Beerschotaanhang in 2013 na een rampzalig verlopen degradatiematch tegen Lierse naar… Lierse. Maar toen hij in derde amateurklasse terugkeerde om Beerschot-Wilrijk uit de diepe krochten van het Belgisch voetbal weer omhoog te trekken, zette die woede zich om in respect.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content