‘Het voetbal in Rio leeft van het verleden, de nostalgie. Dat is het ‘oude’ Brazilië. Het nieuwe vind je hier, in Minas Gerais.’ Welkom in Belo Horizonte, waar de Belgen volgende week tegen Algerije aan hun WK beginnen.

Alex Bellos schreef een decennium geleden een prachtig boek over het Braziliaanse voetbal. Hij reisde kriskras door het land en ontmoette honderden getuigen. Een prachtig werk. Wél, in dat boek staat geen enkele vermelding van Belo Horizonte, de stad waar huidig president Dilma Rousseff nochtans vandaan komt! Niet een. Welgeteld één keer wordt gerefereerd aan een club uit de hoofdstad van de staat Minas Gerais. En zeer zijdelings komt Cruzeiro, een van de clubs uit Belo Horizonte, voor in een passage over voorzitters en politiek. Een link die meerdere clubs hebben. Kandidaat-politici werken zich eerst op binnen een club en profiteren daarna tijdens verkiezingen van de stemmen van de aanhang om verkozen te raken. In de periode dat Bellos zijn boek afwerkte, had Cruzeiro er zo eentje: Zezé Perrella, rijk geworden in de vleesindustrie en na het voorzitterschap ook senator. Samen met zijn broer zou hij meer dan een decennium lang de plak zwaaien bij de huidige landskampioen.

Honderden pagina’s over het voetbal in Rio de Janeiro en São Paulo en niks over hen… Het is hier een doorn in het oog. Twee dagen nadat we er landen, wordt de topper tussen Cruzeiro en Atlético Mineiro gespeeld. Hét stadsduel. Wel, in de sportkrant Lance! is de match een klein berichtje waard. Dat er geen supporters van de bezoekers welkom zijn. Drie lijnen, meer niet.

Geologie en barok

Ver is het nochtans niet, vanuit Rio of São Paulo. Iets meer dan een uurtje vliegen, over de weg een uurtje of zeven (vanuit Rio) dan wel acht (vanuit São Paulo) met de bus. Naar Braziliaanse normen – in de betere bussen heb je slaapbedden – makkelijk bereikbaar. Wie vanuit de (moderne) luchthaven de bus neemt naar de stad, merkt direct waarom dit een staat is die leeft van de industrie: andere grond, veel roder, veel rijker. Langs de snelweg uitgegraven bermen, om de toegangswegen naar de stad te verbreden (ook Belo Horizonte kreunt onder de files), even erbuiten onthoofde bergflanken om er grondstoffen te ontginnen. Minas Gerais is mijngebied, de bodem vruchtbaar. Vandaar de rijkdom.

Dit is de stad van de presidenten en daarmee verwijzen ze op de toeristische dienst niet alleen naar Dilma Rousseff. Toen de Brazilianen hun ‘Grootste Braziliaan’ kozen, gingen ze voor Juscelino Kubitchek, ex-burgemeester van Belo Horizonte (BH), ex-gouverneur van de staat en ex-president van Brazilië. De man die het land in de jaren vijftig welvaart bracht en een nieuw gelaat gaf. In alliantie met de wereldberoemde architect Oscar Niemeyer construeerde hij eerst in zijn eigen stad het prachtige park Pampulha, en later realiseerden ze samen de bouw van Brasilia, de politieke hoofdstad van Brazilië. Niet elke landschapsarchitect valt voor de smaak van Niemeyer, zijn keuze voor hoge gebouwen met veel glas zorgt voor veel reflectie van zonlicht, maar bijzonder was hij wel. Kubitchek had alleszins een oneindig vertrouwen in hem.

Op het eerste gezicht heeft BH niet zoveel te bieden. Het is vrijdag, ochtendspits en de bus kruipt met moeite richting Savassi, het commerciële hart. Maar als we na de middag wat kunnen wandelen, in en om de Praça da Liberdade, merk je pas de pracht van de huizen. Barok, goed onderhouden, getuigen van rijkdom. Veel vrolijke gezichten ook, Belo Horizonte is naast zakenstad ook een universitair centrum. Heel wat jong volk trekt zich terug in het stadspark om er te lunchen, te niksen, te genieten van elkaar. In tegenstelling tot in Rio zie je hier géén voetbalshirts in het straatbeeld.

Hier wordt gewerkt en gestudeerd, zegt Angelo Pimental, ex-bestuurder van Atlético Mineiro. Hij neemt ons mee naar een churrascaria, een vleesrestaurant waar je voor een vaste prijs zoveel mag eten als je wil. Op de tafels ligt een ‘stopbordje’: wie genoeg heeft, legt dat met die kant naar boven. Obers, gewapend met lange spiesen, lopen af en aan maar bewaren het beste en duurste vlees voor het laatste. Je moet hier dus ook wat tactisch eten. Het is een restaurantvorm die inmiddels ook al doordrong tot bij ons.

Angelo leeft van voetbal – hij werkt zijn dochter in als spelersmakelaar en is in de stad zeer gewaardeerd. Dat Cruzeiro voor de topper van zondag geen fans mag meenemen, vindt hij verschrikkelijk. Nog hogere ticketprijzen zou de classe média naar het voetbal lokken, denkt hij. Dan kan je in veilige omstandigheden gaan kijken. Nu blijft hij zondag thuis.

Het is voor de clubs in zijn stad boksen om erkenning, zegt hij. Cruzeiro werd in het najaar voor de tweede keer in tien jaar landskampioen, maar als het moet onderhandelen over televisierechten, wordt het nog steeds achtergesteld. Pimental: “Daarin zijn Flamengo en Corinthians nog steeds het nummer één. Vanwege hun nationale uitstraling. Wij zijn helaas slechts regionaal groot.”

Die achterstand zijn ze evenwel aan het inhalen. Dankzij hard werk. Het Mineirão, het stadion waar straks de Belgen voetballen tegen Algerije, was als een van de eerste stadions klaar. Op het moment van ons bezoek wordt de laatste hand gelegd aan speciale busbanen, gescheiden van het normale verkeer, om het openbaar vervoer sneller te laten lopen. Ook de betere toegang tot de luchthaven is nagenoeg klaar. Pimental: “De rest babbelt, wij werken.”

Dat is ook zo op voetbalvlak. De clubs in Rio hebben niet eens een eigen trainingscentrum. Ze beloven hun spelers veel geld, maar komen hun verplichtingen niet na. Pimental: “Alle clubs, ook onze twee, geven meer uit dan ze binnenkrijgen. Dat is het drama van ons voetbal.”

In tegenstelling tot de teams uit Rio werkt men hier wél zo professioneel mogelijk. Dat betekent: elk een eigen state of the art trainingscentrum. Cruzeiro heeft zijn Toca da Raposa 2, Atlético Mineiro zijn Cidade do Galo. Tijdens het WK slaan Chili en Argentinië er hun kamp op. Pimental: “Dure investeringen, maar je kan er de spelers wel in de beste omstandigheden trainen en opleiden. Het is geen toeval dat Atlético met de jeugd Braziliaans kampioen is. Het is geen toeval dat Ronaldinho hier zijn carrière verder komt zetten, en niet bij Corinthians of Flamengo. Hier wordt goed gewerkt.”

Cruzeiro werkt daarbij iets meer in de diepte, Atlético is een ploeg naar het beeld van zijn voorzitter Alexandre Kalil, een man die houdt van stunts. Via de moderne media, Twitter onder meer, veroorzaakt hij geregeld een rel. In april zal hij het nog eens doen, door eerst de komst van Nicolas Anelka aan te kondigen, en vervolgens, na het niet verschijnen van de Fransman op de eerste afspraak, de moeilijke onderhandelingen met makelaars en entourage van Anelka aan de schandpaal te nagelen. Met de sportieve baas van Cruzeiro treedt hij ook vaak openlijk in conflict. Pimental: “Het geeft de derbystrijd kleur, de ene jut de ander op.”

Spelers en trainers die zich inzetten, bestuurders die werken aan infrastructuur en hun beloftes nakomen: dat is het geheim van het succes, zegt hij. Cruzeiro werd vorig jaar landskampioen en staat nu – de competitie ligt stil tot medio juli door het WK – in de tussenstand opnieuw aan de leiding. Atlético werd in 2012 vicekampioen en won een jaar later de Copa Libertadores, met wat goeie wil (de organisatie is véél minder) de Champions League van Zuid-Amerika. Pimental: “Het voetbal in Rio heeft, met alle respect, geen sérieux. Het wordt alleen ernstig genomen vanwege het verleden, en de uitstraling die de stad heeft als toeristische bestemming. Maar de kwaliteit is er ondermaats. São Paulo is anders, die hebben veel economische macht. Dat is het centrum van Brazilië, vandaar dat er ook geld is voor het voetbal. Wij zijn de tweede macht, vandaag toch. Objectief gezien zijn wij Rio voorbijgestoken, al klinkt dat wat pedant uit mijn mond. Alleen hebben wij geen toeristen, geen stranden en qua uitstraling nog veel achterstand. Wij zijn nog zeer regionaal. Maar binnen acht à tien jaar gaat het duel om de titel altijd tussen teams uit São Paulo en onze ploegen, daar ben ik zeker van.”

Ouro Preto en de match

Wie in Belo Horizonte komt, kan niet weg zonder naar het platteland te reizen. Dat kan eenvoudig, met de bus, alle Braziliaanse steden hebben een (of meerdere) rodoviário, een busterminal. Want dat is wel één ding dat je president Kubitchek kan verwijten: om de Braziliaanse auto-industrie te steunen, zette hij volop in op wegen, en bouwde hij het spoornet af.

Op drie uur rijden van de stad ligt Ouro Preto, ideaal voor een dagtrip. De oude hoofdstad van Minas Gerais, op de flanken van de heuvels. Kleine, smalle, steile straatjes, bezaaid met klinkers. Oude, koloniale huizen, een pracht van een Praça, cultureel erfgoed van de bovenste plank. Overal wondermooie kerkjes, om de honderd meter. Dé toeristische bestemming in deze regio. Kunst en cultuur om van te duizelen.

’s Anderendaags is er de match, zonder bezoekers. Het schaadt niks aan de sfeer in de wat ouderwets aandoende Arena Independência, het stadion van 23.000 man waar Atlético zijn thuismatchen speelt. Het is de bedoeling van de staat om de twee ploegen in het vernieuwde Mineirão te laten voetballen, maar dat lukt voorlopig niet. Cruzeiro speelt er wel, Atlético maar bij tijd en wijlen, voor de topmatchen.

Veel sfeer in en om het stadion, veel politie ook. Dit is het Braziliaanse clubvoetbal van vandaag, waar geweld nooit veraf is. Pimental heeft ons gewaarschuwd, de match zal niet zoveel om het lijf hebben. Het is dezer dagen in het Braziliaanse voetbal wat hotsen en knotsen. “Vroeger had je elk seizoen wel vijf, tien nieuwe namen na een kampioenschap, nu is er niks. Neymar ging weg bij Santos en als je mij vraagt wie de ster is die hem opvolgt, dan zou ik dat niet weten. Het drama van ons voetbal is een beetje het succes van Barcelona geweest. Iedere trainer ging Barça kopiëren, terwijl we er de spelers niet voor hadden. Het probleem van onze bond is dat een trainersdiploma nog steeds niet verplicht is. Ons geluk is dat om de hoek elke minuut nieuwe Neymars geboren worden. Maar die brengen tot een hoger niveau, tot de top, dat is het moeilijke. Ze worden tactisch niet goed begeleid en daarom falen ze in Europa. Ze weten niet wat ze moeten doen.”

De match is aangenaam, vanwege de sfeer, met een Ronaldinho zoals we hem kennen: vanuit stand, op de flank de ruimte zoekend, en dan proberen te versnellen. Hij raakt er wel geen enkele keer mee tot in de buurt van de bezoekende doelman. Zijn kompaan evenmin. Atlético domineert, Cruzeiro prikt tegen, maar de wedstrijd eindigt op 0-0.

DOOR PETER T’KINT IN BELO HORIZONTE

“Het is geen toeval dat Ronaldinho hier zijn carrière komt verder zetten.”

Angelo Pimental

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content