Op zondag 25 maart 2012 werd er in ons land, in Kontich nota bene, sportgeschiedenis geschreven! De Belgische hockeyvrouwen kwalificeerden zich als eerste Belgische vrouwenteam in een ploegsport voor de Olympische Spelen in Londen. Ze versloegen Ierland met 4-1 in de finale van het olympische kwalificatietoernooi, dat in België werd georganiseerd. De ondertussen onsterfelijk geworden Sofie Gierts maakte een loepzuivere hattrick. Daarmee is de Sportvrouw van het Jaar nu al bekend.
Het ging er in de match bij momenten pittig aan toe. En sommige zakkenwassers maar beweren dat vrouwen niet over een competitiegeest beschikken. Het heeft wel wat, zo’n hockeymatch. Het is nooit onaangenaam om vrouwen in een minirokje, met een stick in hun handen, sierlijk over een veld te zien fladderen. Ondanks het feit dat de dames een gevaarlijk wapen bij zich dragen, bleef de boel redelijk sportief. Ik mag er niet aan denken om zo’n ding in de handen van Marcin Wasilewski te zien, om maar een naam te noemen. De schade zou niet te overzien zijn …
Vroeger was hockey een elitaire sport. Toen ik nog jong was, in de middeleeuwen dus, en begon te golfen, kwam men na een partij in het clubhuis geen voetballers en zeker geen wielrenners tegen. Toen ik mijn golfcollega’s regelmatig vroeg of ze buiten de golfsport nog andere sporten beoefenden, kreeg ik steevast hetzelfde antwoord: On joue au hockey! Philippe Collin, nu aan de top bij Anderlecht, was een van hen. Maar dit alles is nu verleden tijd. We hebben wel een klein probleem als we in Londen voor een medaille gaan. Dan zullen we voorbij de Hollanders, de absolute top in deze discipline, moeten raken. Waar heb ik dat nog gehoord? Vanaf nu zijn mogelijke zwangerschappen of andere geintjes dus uit den boze. In elk geval kunnen de Red Panthers op mijn onvoorwaardelijke steun rekenen!
Op zondag 25 maart 2012 gebeurden er ook in Wevelgem wonderbaarlijke dingen. Na de E3 Harelbeke won Tom Boonen, mijn groot idool, nu ook Gent-Wevelgem. Over Philippe Gilbert spreekt bijna geen kat mee. Tommeke is voor velen weer de King, Gilbert is afgeschreven. Het afschrijven van mensen is een specialiteit in ons Belgenland, om het met de woorden te zeggen van Freddy Maertens op Canvas in Reyers laat. En als er nu iemand is die recht van spreken heeft, dan is het Freddy wel! In mijn stamcafé Bij de Ket zijn er ook al een paar pipo’s met de wind aan het meedraaien. Daar kan ik mij mateloos aan ergeren. Als daarenboven de baas van het café, een onwetende Brusseleir, mij voortdurend vraagt in welke ploeg Tom Bunen speelt, dan is het hek van de dam. Misschien moet ik op korte termijn meer geciviliseerde oorden op gaan zoeken. Ik dacht te antwoorden: ‘Bij de Red Panthers’, maar daar zal hij waarschijnlijk ook nog nooit van gehuurd hebben.
Gelukkig gebeurden alle sportevenementen niet op zondag 25 maart 2012. Een dag ervoor was er nog de finale van de Belgische beker voetbal, een niet te onderschatten belevenis. Het eerste waar ik naar kijk als de beker wordt overhandigd, is of de bluts nog op de trofee te zien is. In 1972 wonnen we de beker tegen Standard. Een ploegmaat van mij, wiens naam ik hier nu niet wil noemen – een man met een magistrale rechtervoet, maar met twee linkerhanden – liet de beker tijdens de ereronde na de match vallen, waardoor de bluts is ontstaan. Veertig jaar na de feiten is de schade nog steeds zichtbaar. Ik vraag dan ook met aandrang aan de Belgische voetbalbond om in de toekomst een budget uit te trekken om deze felbegeerde trofee te laten herstellen. Indien de middelen niet voorhanden zijn, moet een kleine lening bij Cofidis toch tot de mogelijkheden behoren.
Wat de match betreft daar ga ik niet over uitweiden, dat konden jullie al uitgebreid lezen in de dagbladen. Wat me zal bijblijven, is het beeld van een van geluk wenende Roger Lambrecht, de 80-jarige voorzitter van Lokeren, na de wedstrijd. In mijn tijd weende Constant Vanden Stock niet als we wonnen, alleen als we verloren!
“Het heeft
wel wat, zo’n hockeymatch.”