De kracht van Mathieu van der Poel: zijn teflonpangehalte

© Belga
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Voor het eerst in een jaar en 300 dagen won Mathieu van der Poel nog eens een cross. Evenzeer als zijn zege in Hulst was zijn looptraining achteraf veelzeggend over zijn fysieke én mentale paraatheid.

16 uur zondagnamiddag. Nadat hij over de middag in Hulst zijn eerste seizoenscross had gewonnen en daarna nog een deel van de match van de Rode Duivels had bekeken, besloot Mathieu van der Poel zijn… loopschoenen aan te trekken. Niet om het hoofd leeg te maken en de benen wat los te gooien, maar om er een ‘Tempo celebration run’ uit te schudden, zoals hij het later op Strava zou omschrijven.

Het woord ‘tempo’ was niet toevallig gekozen, want dat lag hoog, zeer hoog. Zeker voor een atleet die dit jaar, althans volgens zijn Strava-account, slechts vijf keer eerder had gelopen, over in totaal… 33 km.

Toch legde de Nederlander in de buurt van zijn woning in ’s Gravenwezel 7 km af in 26 minuten en 56 seconden, een gemiddelde snelheid van 15,7 km per uur. Waarvan 1 km in 3 minuten en 29 seconden, of liefst 17,2 km per uur.

Sneller had Van der Poel nog niet gelopen, over die afstanden. Wat blijdschap/euforie, na een eerste crosszege in een jaar en 300 dagen (sinds het WK in Oostende 2021), kan teweegbrengen. De ‘Tempo celebration run’ werd niet toevallig gevolgd door een smiley met hartenoogjes en een gouden medaille.

De Stravapost van de looptraining die Mathieu van der Poel zondagnamiddag afwerkte. © belga

Nog meer geeft die looptraining aan hoe gretig Van der Poel is om te bewijzen dat hij er weer staat, fysiek en mentaal. En om de (terechte) kritiek na zijn opgave in de Tour en het belletjetrekfiasco op het WK in Australië naar de vergeethoek te bannen.

Een pijnlijk voorval dat hij naar eigen zeggen, bevestigd door ook zijn entourage, vlug achter zich heeft kunnen laten. Door deel te nemen aan het WK gravel, en een wekenlange trainingsstage in het zonnige Spanje af te werken. Om daar, al dollend met enkele ploegmaats, weer aan zijn conditie te schaven.

Die verbeterde zo rap dat het oorspronkelijke raceschema werd vervroegd, naar Hulst, afgelopen zondag – op nadrukkelijk verzoek van het competitiebeest in Van der Poel.

Dat hij in Zeeland zo meteen won, heeft hij niet alleen te danken aan zijn buitengewone fysieke talent, maar ook aan zijn ‘teflonpangehalte’: het vermogen om zorgen en teleurstellingen, zoals dat van het WK in Wollongong, vlug van zich af te laten glijden en weer te focussen op een volgend doel.

Eerste liefde

Dat dat doel het veldrijden is hielp ook. Van der Poels eerste liefde, die hij vorig jaar noodgedwongen moest verwaarlozen, door zijn rugproblemen. Een liefde die ook nog altijd groter is dan dat voor de weg, zoals MvdP zondag na zijn zege nog eens aanhaalde: ‘Het is leuk en ik cross gewoon heel graag. Die trainingen vind ik tien keer leuker dan op de weg te moeten trainen.’

Als die liefde bovendien gekoppeld wordt aan winnen, wat de Nederlander in zijn veldritcarrière in 73 (!) procent van zijn crossen heeft gedaan, dan geeft dat een extra adrenalinestoot. Ook al maakte Van der Poel op de glibberige omloop in Hulst meer technische fouten dan hij, als geboren acrobaat, gewenst had.

Een nog niet optimale conditie – hij ontbreekt nog wat pure explosiviteit – volstond echter om na een blitzstart en een korte terugval Tom Pidcock en co te wijzen op de realiteit: dat hij nog altijd de maat der dingen is in het veldrijden. Mede dankzij een rug die, door preventieve oefeningen, nu wel standhoudt. En dankzij het plezier waarmee Van der Poel zich fysiek kan en wil afbeulen.

Ook tijdens een looptocht, op een druilerige zondagnamiddag.

Mathieu van der Poel: bijna altijd prijs in eerste cross én in eigen land

Dat Mathieu van der Poel zijn eerste veldrit van het seizoen meteen won, na elf maanden zonder crossen, hoeft niet te verbazen. Een gebrek aan crossritme heeft hem nooit parten gespeeld, al van toen hij bij de aspiranten toertjes maakte in de modder.

De cijfers zijn veelzeggend: sinds 2006 heeft de Nederlander 15 van zijn 17 debuutcrossen gewonnen. Alleen in 2015 en in 2021 greep hij naast de zege. In 2015 in Koksijde, als derde na Sven Nys en Wout van Aert, nadat hij enkele weken eerder een knieoperatie had moeten ondergaan. En vorig jaar in Dendermonde, waar hij met een pijnlijke rug niet kon opboksen tegen een oppermachtige Van Aert.

Al even indrukwekkend is zijn balans in Hulst, waar hij al vijf keer won, op vijf deelnames. Een van de acht wedstrijden waarin MvdP bij de profs minstens vier keer startte en ongeslagen is, naast Diegem (zes op zes), Hoogstraten, Otegem (vijf op vijf), Gieten, Lille, Tábor en Baal (vier op vier).

Al dan niet toevallig: bijna onklopbaar is Van der Poel ook in eigen land. Van de 28 crossen die de Nederlander er in zijn elitecarrière afwerkte, won hij er 26, inclusief de zege in Hulst.

Alleen in Hoogerheide in 2017 (24e na een offday) en op het WK in Valkenburg in 2018 (derde na Wout van Aert en Michael Vanthourenhout) werd hij geklopt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content