Vrijdag zal de Beroepscommissie van de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) het beroep behandelen dat Beerschot aantekende tegen de licentie van stadsgenoot en tweedeklasser Antwerp. Ondertussen blijkt ook Roland Tis, licentiemanager voor de eersteklassers, te vinden dat de dossiers van de tweedeklassers niet grondig gecontroleerd zijn. Die mening ligt in de lijn van die van Patrick Vanoppen, managing director van Beerschot.
Nadat zijn club – met enige moeite – een licentie haalde, maakte Vanoppen gebruik van het recht dat ‘een belanghebbende club’ heeft om beroep aan te tekenen tegen de licentie van een andere club. In dit dossier ziet Beerschot zich als belanghebbende “gezien de concurrentiële relatie met Antwerp op commercieel niveau”. Vanoppen argumenteert zijn beroep onder meer door te stellen dat “het gelijkheidsbeginsel geschonden is”. Beerschot moest aantonen over voldoende liquiditeit te beschikken voor de duur van de licentie maar werd naar zijn aanvoelen gevraagd dat diepgaander te doen dan Antwerp.
“Ik ben hierdoor niet verbaasd”, reageert Tis. “Ik ga niks zeggen over dit dossier, maar ik sprak onlangs wel Steven Martens aan ( de CEO van de KBVB, nvdr). Nu houden Nils Van Brantegem en ik ons bezig met de eersteklassers en volgt Koen Van Hal de tweedeklassers op. Ik ben benoemd tot verantwoordelijke voor de dienst licenties. Ik dacht dat ik in die functie álle dossiers zou kunnen inkijken, maar dat is niet zo. Dat ik niet alle dossiers kan inkijken, is de wens van Guido De Croock ( voorzitter van de Nationale Voetballiga, nvdr). Hij vreest dat ik ook de tweedeklassers zou controleren. Hij weet dat ik veel ervaring heb en is daarvan wat bang, terwijl volgens mij ook in de tweede klasse een goede kwaliteitscontrole door bekwame mensen moet plaatsvinden. Ik vind dat de dossiers van de tweedeklassers nu wat licht gecontroleerd zijn. Ik zou graag hebben dat iedereen gelijk voor de wet is.”
Wat de uitkomst van het beroep van Beerschot ook wordt, het wakkert sowieso de rivaliteit tussen beide clubs aan. De politie is beducht voor een escalatie. Beerschot zegt te vinden dat het gevaar op een escalatie niet mag verhinderen dat een club zijn rechten uitoefent.
De rivaliteit tussen Antwerp en Beerschot kwam de laatste jaren weer op het voorplan in de context van de plannen voor een nieuw stadion in Antwerpen. Eind 2008 lekte uit dat vastgoedmakelaar Vanoppen daarbij betrokken werd. Hij slaagde er toen eerst in de mensen die het op het Kiel voor het zeggen hadden, onder wie ex-voorzitter Jos Verhaegen, warm te maken voor zijn idee om zonder overheidsgeld een nieuw stadion te bouwen waarin alleen Germinal Beerschot zou spelen. Dat idee druiste in tegen de opzet van de overheid, die één nieuw stadion wil voor de twee grootste clubs van de stad, dus ook voor Antwerp. Gaandeweg brokkelde bij de clubleiding van Germinal Beerschot het geloof in de vastgoedmakelaar af. Zeer tegen de zin van Vanoppen begon Germinal Beerschot medio 2010 weer met Antwerp te overleggen over een gemeenschappelijk stadion. Die toenadering werd bezegeld met een akkoord om twee oefenmatchen te spelen tegen elkaar, in 2010 een op de Bosuil en in 2011 een op het Kiel. Bij de aanhang van Germinal Beerschot bestond daarvoor geen draagvlak. Op 18 juli 2010 daagden weinig fans van die club op voor de match op de Bosuil.
Toen Vanoppen in 2011, na een bitse machtsstrijd, Verhaegen en de mensen rond hem zover had gekregen om de club te verkopen en de vastgoedmakelaar zelf de touwtjes in handen had gekregen op het Kiel, negeerde hij het contract dat bepaalde dat Beerschot, zoals de club inmiddels heette, dat jaar weer tegen Antwerp hoorde te spelen. Daarom moest Beerschot aan Antwerp zo’n 81.000 euro betalen, besliste de Arbitragecommissie van de KBVB.
Intussen had toenmalig Antwerpvoorzitter Eddy Wauters een akkoord bereikt met de op het Kiel uitgespuwde groep rond Verhaegen. Gunther Hofmans, schoonzoon van Verhaegen, werd de sleutelfiguur in een rond Antwerp opgerichte nv. Dat Verhaegen en co na hun aftocht op het Kiel naar de rivaal van Beerschot trokken, werd gelinkt aan revanche en op het Kiel ervaren als verraad. Juridische vorderingen heen en weer illustreerden de laatste maanden dat beide partijen bulken van rancune ten opzichte van elkaar. Zelfs verantwoordelijken op het Kiel geven toe dat het beroep tegen de licentie van Antwerp “niet los kan gezien worden van een conflict tussen personen”.
DOOR KRISTOF DE RYCK
“Ik zou graag hebben dat iedereen gelijk voor de wet is.”
Roland Tis