Christophe De Groof

Waarom we mogen dromen van een medaille voor Seppe Smits in Sotsji

Christophe De Groof Christophe De Groof is 'head judge snowboard' bij Sneeuwsport Vlaanderen.

Welke objectieve criteria zijn er om de reële kansen van Seppe Smits op de Winterspelen in Sotsji in te schatten? Een overzicht

Nog maar een aantal slapeloze nachten scheiden ons van de start van het Olympisch circus. Voor atleten en supporters is het niet meteen het politieke karakter van de Spelen, de terreurdreiging of de corruptie in Mother Russia die ’s nachts het koud zweet bezorgen – dit laten we immers over aan diegenen die beslisten waar de Spelen plaatsvinden. De sportieve vraag is wél of Seppe ons land een medaille kan bezorgen op de vierjaarlijkse hoogmis van de wintersport. Laten we dat een dubbeltje op z’n kant noemen. Er zijn zoveel verschillende factoren die een invloed hebben op de uitslag. De factoren die we niet kunnen controleren (het weer, de course, blessures, …) laten we even buiten beschouwing, welke objectieve criteria resten er ons dan om de reële kansen van Seppe in te schatten? Een overzicht:

CIJFERS

Momenteel bekleedt Seppe de 7e plek op de slopestyle ranking van de World Snowboard Tour, dé referentie. Een ranking waar hij reeds 3 jaar de top-10 kleurt en podiumplaatsen behaalde op gerenommeerde wedstrijden zoals de O’Neill Evolution, Burton UsOpen, X-Games 2013 en de World Snowboarding Championships. In het officiële circuit, dat van de internationale federatie (FIS), werd hij zelfs wereldkampioen in La Molina! Allemaal mooi, maar geen van die topprestaties behaalde hij in 2013, het seizoen dat hij met de rem op reed. Enige blessurepreventie was natuurlijk geboden: een gezonde knie is immers geen overbodige luxe voor een reeks sprongen van 30m ver en 6 à 7m hoog.
MENTAAL
In hoeverre weegt dit seizoen nu op de schouders van een 22-jarige? In Seppe’s psyche geraak je niet. Slinger hem dat soort vragen naar het hoofd en hij antwoordt je dat hij er zich weinig van aantrekt… en het is nog waar ook! Zijn omgeving is meer bezig met een medaille dan hijzelf. “Het is maar een wedstrijd”. Die kalmte : je wordt er zélf haast zenuwachtig van! Deze mentale sterkte is zijn kracht en dit uit zich in zijn rij-stijl. Op moeilijke momenten zal hij uit gaan van wat hij wil en kan. Zo zal hij altijd de run rijden die hij voor ogen heeft, slechts twee maal deed hij iets wat oorspronkelijk niet gepland was. Evenveel keer resulteerde dit in prachtige prestaties. In een technische sport als slopestyle waar soms omwentelingen rond 3 assen tegelijkertijd plaatsvinden, is opperste concentratie, lichaamsperceptie en vooral stressbeheersing een must. Moeten we ons daarover nog zorgen maken als je weet dat Seppe tijdens de final van zijn allereerste 6*TTR een hartslag van slechts 70bpm had bij de drop-in?

DE DISCIPLINE

De drop-in van wat? Een 635 meter lange piste met een verval van 151 meter, opgefleurd met 6 verschillende modules van diverse grootte, breedte en vorm. Het parcours in Sochi is evenredig opgedeeld in jib-features en kickers. Meestal weegt de balans door naar het aantal schansen. Seppe’s sterkte ligt op die kicker-line en minder op de rails. Vooral hier heeft hij veel progressie in geboekt de voorbije jaren maar het zijn de technische (switch) tricks op de rails die het verschil zullen maken voor het podium. Op diverse wedstrijden dit seizoen zagen we dat veel riders hardway rotaties, switch lip 270’s en 450’s on lock hebben. Seppe’s buitengewone prestaties op de immense schansen waarin air-times van meer dan 2 seconden gehaald kunnen worden, geven hem een brede basis in de slopestyle. Omwille van het weinig verval in het begin van de course en de uitloop naar de finish moeten we vrede nemen met ‘slechts’ 3 kickers. Een extra kicker zou voor een ander verhaal kunnen zorgen, het biedt namelijk de mogelijkheid om (nog meer) verschillende spinrichtingen te tonen. Iets waar de technische begaafde Belg zijn handelsmerk van heeft gemaakt. In zijn voorkeursrichtingen (cab en backside) beheerst hij alle spins tot 1440°, in zijn niet-voorkeursrichtingen alle rotaties tot 1080°, een uitzonderlijke gave.

CRITERIA

Dat brengt ons onmiddellijk bij het belangrijkste criteria van de slopestyle: spinrichtingen en dus variatie. Door de korte course liggen de kickers dicht bij elkaar, wat zorgt voor een technisch parcours zonder ruimte voor fouten. Uiteraard zijn de 30 Olympiërs onderlegd genoeg, toch hebben de opgepropte modules wel een invloed op hun run. Een korte run-in na een moeilijke rotatie verkort de voorbereidingstijd die nodig is om een volgende rotatie in te zetten. De precisie van de ene sprong is dus cruciaal voor de inzet van de volgende. De vraag is of je ondertussen nog weet wat boven / onder, links / rechts is! Laat staan dat de doorsnee snowboard-leek nog weet wat er gaande is. Zelfs de speakers op wedstrijden gaan de mist in. Niet dat ze er veel aan kunnen doen, door de veranderende camerabeelden en de niet te volgen snelheid van spinnen. En welke grab was het weer?

Veel riders zullen dus moeten puzzelen en afwachten tijdens de training wat mogelijk is. Eén ding is zeker, of het lukt of het lukt niet. Het podium zit er niet in als je 2 maal dezelfde spinrichting toont. Alle riders aan de start hebben minimum 3 rotatierichtingen in hun arsenaal.

Minder dan 3 ten-eighty’s (1080°) is geen optie, sterker nog: het start pas bij drievoudige rotaties en het zal waarschijnlijk crescendo gaan. Een handvol riders bezit ook de mogelijkheid om een triple uit z’n mouw te schudden. Die zien we naar alle waarschijnlijkheid pas op de laatste kicker. Er zal niemand zo gek zijn om in een 2-run format op een progressieve kickerline zijn moeilijkste trick halverwege neer te zetten. De X-Games hebben ons behalve een hoop “amazing”, “huge”, “never seen that before” – runs geleerd dat er maar weinigen hun triple on lock hebben. Ook Seppe heeft nog nooit in een slopestyle wedstrijd zijn backside triple 1440° in een run weggereden… Maar zoals gezegd, hij weet te verbazen.

DE JURY
Laten we het eens hebben over mijn collega’s want they run the show! Op de Spelen wordt gejureerd zoals de FIS het voorschrijft: “overall” en niet “SLS”. Dit wil zeggen dat de score die de juryleden geven, gebaseerd is op de volledige run. M.a.w., de 6 tricks, hun spinrichtingen, techniciteit, uitvoering (hoogte, landing, controle, grabs en style), variatie binnen de run, keuze van modules… kortom het ganse pakket wordt vertaald in 1 cijfer. Mag het duidelijk zijn dat dit een aartsmoeilijke opdracht is? Discussie is er altijd, het is immers een jurysport en geen 100 m sprint. Maar wat zal het verschil maken, aangezien de top 15 riders allemaal dezelfde run kunnen rijden? Wie kan de meest technische run neerzetten op 6 modules? Wie toont hardway tricks op de rails, verschillende spinrichtingen – allen met andere grabs (liefst tegenrotatie grabs) en een triple om mee af te sluiten? Gelukkig, of beter hopelijk, staart de FIS zich niet blind op het “spin-to-win”, of het wow-effect zoals op de X-Games.

Al is het natuurlijk moeilijk om 2 triples in 1 run te negeren. Hopelijk tilt de FIS-Jury nog steeds aan de waarde – of eerder non-waarde – van (double)backflips. Begrijp me niet verkeerd, maar op dit niveau is een double backflip echt “a walk in the park”, Mark McMorris! Een slopestyle run op dit soort wedstrijden gaat over techniek, niet (alleen) over het style of show gehalte…

EN NU SEPPE
Aan de voorbereiding en de omkadering zal het niet liggen. Sinds de start van snowboard als topsportdiscipline werd 2014 als doel vooropgesteld. Alles is hiervoor in het werk gesteld, de decompressie bij de crew zal dan ook navenant zijn: ze hebben zich volledig gegeven. Veel zal afhangen van de concurrentie. Seppe heeft waarschijnlijk de beste pop van het ganse pack, snelheid op de course zal voor hem geen pijnpunt zijn – ook techniek is geen probleem.

Ik herinner me nog zijn training 2 jaar geleden voor de Air&Style, “the machine is on” zeiden de riders, trainers, staff en managers na zijn eerste hit. Zijn grootste probleem? “He makes it look too easy”.

Heel veel zal afhangen van de eerste top-score. Vaak bepaalt die de wedstrijd. Is ze te laag, dan hebben we een circus waar de ene na de andere rider de leiding neemt en terug verliest. Is ze te hoog dan zien we runs die falen omdat er teveel risico’s genomen worden en is de wedstrijd dood.

Dit alles in acht genomen, is de stelling dat Seppe ons land een medaille kan bezorgen dan uit de lucht gegrepen? Ik denk het niet. Er staat een atleet in Sochi die terecht wel eens “the machine” wordt genoemd en die ons land in extase kan brengen. Als de puzzelstukken in ekaar passen, kan het écht. Laat ons dus maar “dromen” en “hopen”. Wat nu primeert is supporteren. Let the Games begin: #supportseppe !

DE CONCURRENTIE: WIE ? Wie is die concurrentie? Zoals zovaak al gezegd: de top 20 maakt kans. Hierbij de favorieten:

Charles “Chas” Guidemond (VS): solid rider, goede pop en veel verschillende spins, maar geen triple on lock.
Maxence “Max” Parrot (CAN): geschifte run op de X-Games en onmiskenbaar in vorm. Benieuwd naar de inschatting van zo’n run in Sochi.
Sebastien “Seb” Toutant (CAN): lijkt niet in vorm, nog steeds last van een kleine blessure? Maar absoluut niet te onderschatten. Zijn save run op de X-Games was er één om U tegen te zeggen.
Ståle Sandbech (NOR): mijn favoriet. Hij heeft alle rotaties, clean, huge en veel. De man met de meeste rotaties in 1 run in Aspen. 4860 graden, op de kickers alleen. Beste lezer, doe mij een plezier, sta recht – draai supersnel 13,5 keer rond je as – en lees verder. That’s it.
Mark McMorris (CAN): de topfavoriet. De vraag is hoe hij zal revalideren van zijn zware val in de slopestyle finals 2 weken geleden. Hij heeft de beste triple van het pack, maar 1/3 kickers opofferen aan een double backflip zal geen optie zijn.
Shaun White (VS): de man die alles liefst zo mysterieus wil houden… Naar het schijnt heeft hij front en cab triple 14 (on lock). Laten we dan tenminste hopen dat hij ze zonder bootgrab toont.
Yuki Kadono (Jpn): de 17! – jarige heeft reeds een gouden Air and Style plak in zijn kast hangen. In de slopestyle heeft hij nog geen grote overwinningen beet… maar wacht tot hij zijn ninja-skills in één run weet neer te zetten!

WABLIEF? Head Judge: bewaakt de scores van de verschillende juryleden en bepaalt de criteria
Drop in: de start nemen
Jib-features: modules waarbij contact gemaakt wordt door het board, zoals: handleuningen, brede boxen, een paal die getikt wordt, een muur,…
Switch: of “fakie”, alhoewel je dwars staat op een snowboard, is er een voorkeur van welke voet je als voorste beschouwt. Switch riden is dus met de andere voet vooraan rijden, je tail wordt je nieuwe nose
Kicker: de schans, de module voor jumps (sprongen)
Hard way rotaties: een term die gebruikt wordt wanneer de spin op de rail plaatsvindt vanop de tegenovergestelde (staal)kant van de richting van je spin.
Lip: een railtrick waarbij de achterste voet eerst over de rail passeert bij het aanrijden van de module.
On lock: Als je een trick in eender welke omstandigheden kan landen. Er is genoeg oefening aan vooraf gegaan zodat de trick ‘vanzelf’ gaat.
Air time: de tijd die de rider in de lucht hangt
Run in: de helling die gebruikt wordt om genoeg snelheid op te bouwen naar de schans
Triple: een rotatie rond de lengte-as waarbij ondertussen 3 maal het hoofd onder het board wordt gebracht. Valt te vergelijken met de beweging van een kurkentrekker. Bijvoorbeeld: Backside triple 14: 4 keer rond de verticale rotatieas en 3 maal rond de horizontale lichaamsas.
SLS: Snowboard Live Scoring. Een jury-format van de World Snowboard Tour waarbij elke module apart wordt gequoteerd, de punten worden opgesteld tesamen met een overall punt. Dit laatste punt focust zich op de variatie en uitvoering van de totale run. Aangezien dat de rider een live – overzicht heeft van de quotering per module weet hij waar beter te presteren volgende run.
Spin to win: Een betrachting om zoveel mogelijk rond de as te draaien waarbij de landing eerder een gelukkig toeval is en waarbij de stijl en uitvoering te wensen over laat.
Pop: beweging van het onderlichaam op het einde van de schans die voor de nodige hoogte zorgt.
Bootgrab: een grab waarbij niet het board maar de boot vastgenomen wordt. Absoluut not – done!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content