Loena Hendrickx, Bart Swings en Hanne Desmet: hoe België een wintersportland(je) geworden is

Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Ons land telt voor het eerst drie regerende Europese kampioenen (m/v) in evenveel olympische wintersportdisciplines. Wat zijn de redenen voor dat succes?

Loena Hendrickx: de eerste Belg (m/v) ooit die goud veroverde op het EK kunstschaatsen. Met daarbovenop brons voor de zeventienjarige Nina Pinzarrone. Geen land, exclusief de nu verbannen kunstschaatsgrootmacht Rusland, dat daar sinds 1989 (toen West-Duitsland) in geslaagd was.

Hanne Desmet: vorig jaar al de eerste landgenote die goud behaalde op het EK shorttrack, op de 1000 meter, hetzelfde nummer waarop ze afgelopen weekend haar Europese titel verlengde. De Mechelse behaalde daarnaast brons op de 500 meter en had zonder val allicht ook goud op zak gestoken op de 1500 meter. Daar voegde ze nog brons met de aflossingsploeg aan toe in de mixed relay.

Stijn Desmet: afgelopen weekend goed voor EK-brons op de 1000 en de 500 meter, na ook een val op de 1500 meter. Het scheelde ook geen haar of hij had met de Belgische mannenploeg een eerste Europese titel gepakt in de aflossing.

Bart Swings: onlangs in Heerenveen voor de derde keer Europees kampioen geworden op de massastart, de specialiteit waarop de Herentenaar al eerder de olympische titel (2022) en de wereldtitel (2023) op zijn intussen imposante erelijst had gezet.

Keuze voor bepaalde sporten

Stuk voor stuk topprestaties die bevestigen wat al sinds de Winterspelen van Peking 2022 is gebleken: dat België een wintersportland(je) geworden is. Onder meer in het snowboarden, met een toptalent als Evy Poppe, en zeker op het ijs, in drie verschillende disciplines. Op de jongste EK’s in het snelschaatsen, kunstschaatsen en shorttrack werd België zelfs het enige land naast Italië dat in die drie toernooien een medaille heeft behaald. Zelfs Nederland kan dat niet zeggen, bij gebrek aan succesvolle kunstschaatsers (m/v).

Nochtans heeft België niet de schaatscultuur van onze Nederlanders, zelfs geen olympisch 400 meterbaan. Ook Loena Hendrickx en Nina Pinzarrone moeten van hot naar her rijden, ook richting buitenland, om vrije trainingsuren te vinden.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Hoe kan België dan, relatief gezien, zo succesvol zijn, afgezien van de volharding, het talent, en de passie van Hendrickx en co?

Dat heeft te maken met doelgerichte keuzes. Tom Coeckelberghs, afdelingshoofd Topsport bij Sport Vlaanderen, en ex-technisch directeur van Sneeuwsport Vlaanderen: ‘Het geld voor de wintersporten hebben we de voorbije jaren vooral geïnvesteerd in snowboarden, kunstschaatsen en shorttrack.’

‘In die sporten hebben we een olympische traditie. En ook de infrastructuur. Met bijvoorbeeld vijf clubs die shorttrack aanbieden op ijsbanen in Hasselt, Leuven, Deurne, Gent en Brugge.’

Daarnaast exploiteert Sport Vlaanderen zelf drie zogenaamde 30×60 meter schaatsbanen (in Herentals, Liedekerke en Hasselt) waarop jonge shorttrack- en kunstschaatstalenten kunnen trainen – al zijn de omstandigheden en uren niet ideaal. In de pijplijn zitten nieuwe 30×60 meter schaatsbanen in Herentals en in Hasselt (kostprijs per stuk: 20 à 25 miljoen euro), maar over die dossiers zal pas na de verkiezingen worden beslist. In geval van goedkeuring, al dan niet via een publiek-private samenwerking (PPS), is de vroegste geplande opleveringsdatum ook pas voor 2028. Het dossier voor een olympische 400 meterbaan in Hasselt ligt ook al jaren op tafel, maar de kans dat die er komt lijkt, in tijden van besparingen, veel kleiner.

Vlaanderen kan wel uitpakken met twee kunstmatige dryslopes die in 2022 in Genk werden geopend. Een uniek snowboardcomplex, van 4,3 miljoen euro, waarvoor veel landen ons benijden. ‘Belangrijk voor de ontwikkeling van jongere snowboard(st)ers, zoals Evy Poppe, die we naar de wereldtop willen begeleiden. Met Sneeuwsport en Sport Vlaanderen hebben we dan ook gekozen om vooral te focussen op die snowboarddisciplines, Big Air en slopestyle. Niet voor de snelheidsnummers, omdat we daar, bij gebrek aan langere, steile sneeuwpistes, niet op kunnen trainen’, zegt Coeckelberghs.

‘Via allerhande sportkampen, ontwikkelingsprogramma’s, waar ook Evy uitkomt, is de basis en de instroom van jonge talenten in snowboarden, kunstschaatsen en shorttrack ook het grootst. En dus ook de kans op later medaillesucces.’

Financiële steun

‘Als we dan wereldtoppers hebben’, zegt Coeckelberghs, ‘dan worden ze maximaal financieel ondersteund, afhankelijk van hun specifieke noden qua coaching en omkadering. Zoals bij Bart Swings, die met zijn coach Jelle Spruyt in Heerenveen traint, bij Loena Hendrickx met haar broer/coach Jorik, en bij Nina Pinzarrone, met haar coach Ans Bocklandt. Voor de aflossingsteams in het shorttrack huurden we de Nederlander Ingmar van Riel in.’

‘Bij Hanne en haar broer Stijn Desmet bekostigen we de ijs- en coachingsuren zodat zij in de voorbereiding permanent in Canada konden trainen (nadat ze in Heerenveen, bij de Nederlandse shorttracktoppers, niet meer welkom waren, nvdr). Ook de andere leden van de aflossingsploegen, die doorgaans in Hasselt trainen, hebben daar een deel van hun voorbereiding kunnen afwerken. Een groot voordeel, want door dagelijks te trainen met die toppers zijn zo ook beter geworden. Toen we een samenwerking hadden met Nederland was dat alleen voor Hanne en Stijn het geval. Dat levert nu ook resultaten op. Net als de nieuwe topsportcontracten voor leden van de shorttrackploeg (Tineke den Dulk, Ward Pétré en Rino Vanhooren, nvdr), zodat zij fulltime met hun sport bezig kunnen zijn.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Voor het bobsleeën, de sport waarin België op meerdere Winterspelen heeft aangetreden, is het budget wel sterk teruggeschroefd. ‘Toen Sarah Aerts en An Vannieuwenhuyse na de Winterspelen in Peking stopten, waren er geen nieuwe talenten en projecten meer voorhanden. Voor het bobsleeën hebben we ook geen infrastructuur, zoals bij het kunstschaatsen, shorttrack en snowboarden. Bovendien is het materiaal bijzonder duur.’

Maar, benadrukt, Coeckelberghs: ‘Als er individuele atleten consistent topachtpotentieel op mondiaal niveau tonen, dan kunnen ze ook ondersteuning krijgen, zoals skeletoni Kim Meylemans.’

Budgetstijging?

‘Of het budget voor wintersporten de komende jaren kan stijgen, zal wel afhangen van het aantal programma’s dat naar die top acht op wereldvlak kunnen leiden’, zegt Coeckelbergs. ‘Goed 6 procent van het totale budget van Sport Vlaanderen (20,4 miljoen per jaar, nvdr) lijkt weinig, maar Sneeuwsport Vlaanderen en de Vlaamse Schaatsunie behoren tot de dertigtal federaties die topsportondersteuning krijgen. Die percentages zijn dus in verhouding tot het geheel.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Conclusie: ‘Het is een kwestie van het geld heel gericht in te zetten. In de eerste plaats op ambitieuze topsporters met talent, via ontwikkelings- en prestatieprogramma’s. En bij voorkeur in disciplines waar we traditie en infrastructuur hebben. Zo kan je, ook in wintersporten, op termijn medailles ‘maken’. En met die medaillewinnaars en inspirerende rolmodellen zoals Loena Hendrickx, Hanne Desmet en Bart Swings nieuwe jongeren aansporen. Voor zulke minder gemediatiseerde sporten is dat zeer belangrijk’, besluit Coeckelberghs.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content