Het Jan Breydelstadion, duidelijk daterend uit het betontijdperk, kan al lang een laagje verf gebruiken, maar het probleem is : welke kleur ? Het blauw van Club of het groen van Cercle ? Of het gemeenschappelijke zwart ? Appelblauwzeegroen misschien best.

Maar het zijn geen koude clubs die er huizen. Het warmste vertrek aan de Cercle-zijde is de zaal van de raad van bestuur op de eerste verdieping. Er hangen grote schilderijen van oud-voorzitters, heren van adel, naast recentere portretten. Foto’s uit de lang vervlogen tijd dat Cercle zelf nog landskampioen was. Een tekening van cartoonist Marec, een fervente Cercle-supporter, naar aanleiding van de titel in tweede klasse van twee jaar geleden. “De bal herkent u wellicht ?” vraagt secretaris Guido Vandewalle ons. De bal op de tekening heeft een gezicht. Het is Jean-Luc Dehaene, een fervente Club-supporter. ‘Cercle, ploeg van ’t stad’, piept hij.

Leve Cercle ! Zo begroeten Cercle-supporters elkaar. “Wij zeggen nooit goede morgen of santé“, aldus Vandewalle. “Voorzitter Ducheyne is daar destijds mee begonnen. Iedere speech sloot hij af met : leve Cercle ! Ik ben ooit als prille supporter na een speech van hem in Veldegem met de daver op het lijf gaan vragen : meneer de voorzitter, mag ik u iets vragen ? Bent u niet ‘leve Cercle’ vergeten te zeggen ? Waarna hij zich publiekelijk verontschuldigde. Dat is een zodanig leven gaan leiden dat wij elkaar nu zo begroeten en dat die leuze op veel computerschermen staat. Het is een traditie geworden, zoals wij het woord club niet uitspreken. Wij zijn een vereniging.”

Naast de raadzaal en het secretariaat bevindt zich het bureautje van Roland Rotty. Bruggeling en ex-trainer van Cercle die anderhalf jaar geleden is teruggekeerd als vrijwilliger. Officieel is hij veiligheidsverantwoordelijke, maar trainer Harm van Veldhoven noemde hem onlangs in Sport/Voetbal Magazine niet toevallig sportief manager. Veel meer volk loopt er op Cercle anders ook niet rond. Maria, de conciërge die wast en plast. Guido, de secretaris die de boekhouding en de loonadministratie doet. Ilse aan het onthaal, die zich ook bezighoudt met ticketing, en sinds een maand of drie ook Leen, commercieel medewerkster. Voor de bestuurders is Cercle een hobby. Voorzitter Frans Schotte bijvoorbeeld is directeur van Standaard Boekhandel, ondervoorzitter Paul Vanhaecke is afgevaardigd bestuurder van een milieustudiebureau in Antwerpen, sportief bestuurder Lieven Verschuere is apotheker.

Rotty : “Ik zit ook in de sportieve cel die om de veertien dagen vergadert, met ook nog de sportief bestuurders en de trainers. Als managers bellen voor spelers komen ze allemaal bij mij terecht. Ik doe ook de buitenlandse scouting, omdat ik er tijd voor heb. In feite doe ik alle sportieve zaken, maar de beslissingen worden genomen door de sportieve cel. Ik ben hier diegene die de meeste telefoons krijgt. Bij een vereniging als Cercle hebben de bestuurders allemaal al elk een heel drukke bezigheid. En wij zijn niet groot genoeg om vijf, zes, zeven mensen fulltime in dienst te nemen.”

Vandewalle : “Er is werk voor, maar het kan niet.”

Vanhaecke : “Na zes jaar in tweede klasse is het ook nog maar weer twee jaar aan het groeien.”

Vandewalle : “In tweede stond ik er helemaal alleen voor. Ze kwamen mij zelfs vragen om het gras te maaien ( lacht). Maar straks beginnen we alweer aan ons derde seizoen in eerste en je voelt dat de structuur daar naartoe groeit. Het is druk, soms te, maar we weten ons altijd gesteund door de raad van bestuur. Voor ieder probleem is er een bestuurder verantwoordelijk. De voorzitter belt bijvoorbeeld iedere ochtend om negen uur stipt en daarna nog wel drie, vier keer.

“Elk doet het op zijn manier. Het is soms hectisch, maar dat is overal zo. Als je met 20 personeelsleden werkt en er is werk voor 25 zijn er ook 5 te kort. En dan zijn er nog de emoties die er in voetbal bijkomen. Als je gewonnen hebt, kan je aan iedereen alles vragen ; heb je daarentegen verloren, dan moet je nergens gaan, want dan zijn het allemaal trainers.”

Vanhaecke : “Er is geen job die méér mensen kunnen dan die van trainer, vooral na een nederlaag.”

Vandewalle : “Om wat comfortabeler te kunnen werken zou het budget 20, 25 procent hoger moeten zijn. Dat zit er ook wel in. Verhoging van de tv-rechten, toename van de supporters, meer publiciteit en sponsoring. Uiteindelijk is het budget al verdubbeld in vergelijking met de tijd dat we nog in tweede klasse speelden.”

Vanhaecke : “We hebben een ambitieuze trainer en we willen mee. We bestaan echter geen 106 jaar door wilde sprongen te maken, maar net door op een voorzichtige, beredeneerde manier vooruit te gaan. Dat is wat we nu ook weer proberen te doen. Je hangt in het voetbal meer af van externe factoren dan in het bedrijfsleven, maar de bedoeling is toch om volgend seizoen weer een beetje te groeien. Dat is ook de reden waarom we een commerciële medewerkster aantrokken, om beslissingen die werden genomen uit te voeren en acties te ondernemen. Zo is 1207 sponsor geworden. Ik kan dat niet meer doen, ik ben fulltime bezet. Daarom ook gaat Roland naar Blackburn, de Engelse club waarmee we sinds 1 januari officieel samenwerken. Yvan Vandamme en Lieven Verschuere hebben daar niet de tijd voor.”

“Harm van Veldhoven wordt een topper”, laat Rotty onderweg naar het sportieve gedeelte op het gelijkvloers plots zijn mening horen over de trainer. “Qua persoonlijkheid, qua trainer. Zijn inhoud, zijn drang om alles te perfectioneren. De tactiek, de entourage, de spelers. Je voelt dat.”

Kinesist Geert Leys leest de krant. Er zijn interne verbouwingswerken gepland en straks krijgt het medisch kabinet een andere plaats. Er staan drie massagetafels, een steptoestel, twee hometrainers. Een lege waterfles met gebruikte acupunctuurnaalden erin trekt de aandacht. Leys studeerde twaalf jaar geleden af als acupuncturist aan het Jing Ming Instituut en liep stage in China. In zijn kast liggen de onvolprezen MBT-schoenen.

De kleedkamer is leeg, de spelers trainen. De kastjes staan open. In eentje ervan staat een foto van een jonge vrouw. Nele. De vriendin van Denis Viane die dit seizoen aan kanker overleed.

Wat verder de mascotte, met zonnebril.

Rotty : “Die zorgt voor rust in de kleedkamer.”

In de wasruimte, die straks de fitnessruimte wordt, twee industriële wasmachines om de wedstrijdkledij van zestien elftallen plus de trainingskledij van de A-kern te verwerken. Het is het werk van Maria, de conciërge. De kledij voor de namiddagtraining ligt klaar. Op een van de shirtjes staat Maradona. Wie is Maradona ?

Vanhaecke : “Wacht, Maria zal dat wel weten. Maria, wie is Maradona ?”

Maria : ” Jan Masureel.”

Vanhaecke : “We konden het geweten hebben.”

Rotty : “De sfeerschepper in de groep. Jan kan interviewen als de beste en imiteren. Jan kan alles.”

Vanhaecke : “Soms treedt hij op met Ricky ( Begeyn, nvdr), op feestjes of op de bus. Jan is dan de interviewer, Ricky de imitator. Dan doen ze Antoine Vanhove. Perfect ! Hoedje en duivenmand met duif erin inbegrepen. Of Goethals of Waseige of Museeuw.”

Rotty : “En Aimé Anthuenis !”

Vanhaecke : “Grandioos ( schieten beiden in de lach). Een derde van onze spelers komt uit de eigen jeugd en dat is goed voor de sfeer in de groep. Het Cercle-gevoel zit erin. En Denis Viane is de vader die alles organiseert.”

De aanvoerder van Cercle organiseert ook de aan- en verkoop van drank in de bar van het spelershome ten voordele van de spelerskas. Daar staat een salon, in ’t groen, een poolbiljart, in ’t groen. Een tv-toestel, een muziekinstallatie.

Rotty : “Maar alles gaat eruit, zelfs het plafond. We vonden sponsors om het spelershome volledig opnieuw in te richten. En we zullen de mensen van de raad van bestuur vragen of er nog wat over is voor een flatscreen tegen de muur in plaats van die mastodont daar nu.”

Vanhaecke, bestuurder : “En euh, ge zult dat vragen aan de mensen van de raad van bestuur?”

Rotty : “Ja.”

Vanhaecke : “Aan één die zo wat in elektriek doet zeker ?”

Rotty : “Inderdaad ( lacht).”

Aan de bar hangt een oude affiche van FC Barcelona-Cercle Brugge warempel.

Rotty : “In de jaren zeventig, in de tijd van Han Grijzenhout, gingen we naar Camp Nou spelen tegen het Barcelona van Cruijff.”

Vanhaecke : “Grijzenhout was bij Ajax trainer geweest onder Rinus Michels. Hij kwam naar hier en Michels vertrok naar Barcelona. Ze hielden contact en toen Barcelona een tegenstander zocht voor de intrede van Cruijff kwamen ze via Michels bij Grijzenhout en Cercle terecht. Aan de rust was het al 4-0, maar ze hadden vooraf dan ook gezegd : “Aan Cruijff mag je niet komen ( lacht).”

De aanpalende ruimte die voor thuiswedstrijden gebruikt wordt als perslokaal doet tijdens de week dienst als secretariaat en vergaderzaal voor de jeugdafdeling. Aan de muur hangt een krantenknipsel van de wedstrijd op GBA, toen de drie goals gemaakt werden door evenveel spelers uit de Cercle-jeugd. Bram Vandenbussche, Stijn De Smet en Jan Masureel.

In de spelerstunnel ligt sinds kort kunstgras. Groen. “De Club heeft dat hier gelegd”, lacht Rotty. “In ’t blauw konden ze ’t niet krijgen. Het is goed dat het er ligt, want als het regent, is het met metalen studs gevaarlijk op die gladde vloer.”

We nemen de lift naar de tribune. Pascal Plovie veranderde net de reclames rond het veld, want Club speelt zaterdag thuis. “We hebben elk een aantal banden”, vertelt Vanhaecke. “Bingoal is gemeenschappelijk en Coca Cola verandert van kleur, afhankelijk van wie er thuis speelt.” We lopen de receptiezaal binnen, waar de spelers twee keer per week eten tussen twee trainingen door. “Dit zijn allemaal gemeenschappelijke ruimtes. Alleen de Cercle-pub en het sfeercafé van de Club zijn dat niet. Kijk hier achter de bar : voor elk een deur, om elk afzonderlijk ons materiaal te kunnen wegbergen.

“Op wedstrijddagen wordt alles aangekleed. Met tafelkleedjes, planten. Alles een beetje in ’t groen, hé. Dit is dan onze Kring 12, een soort businessclub, ja, genoemd naar ons stamnummer. We doen dat nu al drie jaar en tellen 65 leden. Voor 2500 euro jaarlijks. Dat brengt toch weer iéts op. Hier wordt er champagne geschonken en wordt ook de raad van bestuur van de tegenstander ontvangen.” Aan de wand hangt een grote luchtfoto van het Jan Breydelstadion van voor Euro 2000, toen de twee zijtribunes nog niet opgetrokken waren.

“In de cafétaria kunnen we niet binnen”, zegt Vanhaecke. “En de derde verdieping, dat zijn gewoon wat tafels en stoelen. Daar is niets te zien, hé, in een leeg café.” In de Cercle-pub kunnen we trouwens ook niet binnen. “Want dat baat de concessionaris uit en die is hier nu niet. En de loges zagen jullie toch al, hé, het zijn dezelfde als van de Club.” Overigens kunnen we evenmin binnen in de Cercle-shop. De sleutel is in het bezit van vrijwilligers die hem enkel ter gelegenheid van de thuiswedstrijden uitbaten. “Onze merchandising”, bedenkt Vanhaecke, “is ook iets wat we eigenlijk zouden moeten verbeteren.” Plannen genoeg, ook om de administratieve ruimtes te verbouwen.

Ondertussen is kinesist Geert Leys terug. Hij was om de soep voor de spelers. Een mevrouw arriveert net ook. Een vrijwilligster. Zij zal de soep opdienen.

“We zijn weer op weg om een goede middenmoter te worden”, denkt Guido Vandewalle achter zijn bureau. “We zijn net op tijd uit de hel weg, want het verschil tussen eerste en tweede wordt alleen al in televisiegelden te groot. Het is hard werken, maar gelukkig bestaat er zoiets als Cercle-humor. Groen-zwarte humor. Die is zeer belangrijk. De raad van bestuur is hier bij momenten hilarisch. We zijn maniakken van leuke opmerkingen en woordspelingen.”

Vandewalle is er zelf de verpersoonlijking van. Secretaris, supporter nummer één zodra hij de deur van het secretariaat achter zich dicht trekt en in 1968 medestichter van supportersvereniging d’Echte, draagt hij niet toevallig een groen hemd. “In mijn kleerkast hangen ook andere kleuren, hoor, behalve blauw”, zegt hij zonder verpinken. “Ik schrijf ook nooit met een blauwe stylo en altijd met zwarte inkt. Waarom zou ik het niét doen ? Ik vind dat ludiek. Er is toch niets plezanter dan een derby ?

“Ooit stond ik voor een derby aan de lichten naast een wagen met Club-supporters. Ik draaide mijn raam open en zei : ‘Als jullie moeten wachten tot het blauw is, zullen jullie hier nog lang staan.’ Helaas, op verplaatsing verbroederen met een pintje kan nu niet meer, want je wordt in kooien gestopt. Discussiëren, een mopje tappen en lachen, dat is toch beter dan vechten ? Tegen agressie kan ik niet, dan ben ik meteen weg. Uiteindelijk gaat het toch maar over je kleur en je trouw aan dat kleur. En iedereen heeft toch zijn mening ? Wij vinden bijvoorbeeld dat de Club meer Limburgers zijn. Als iemand daar vijandig op reageert, ligt dat toch aan hemzelf ? Als ze een grap vertellen over Cercle heb ik daar geen problemen mee, hoor. Op het bestuursvlak komen wij zakelijk overeen, maar waarom zou het niet ludiek mogen zijn eens je op supportersniveau komt ? Er mag toch ambiance zijn ? Dat is toch het lange leven ? Allez, voor mij toch.

“Wij noemen ons de ploeg van ’t stad, maar waarom ? De Club telt nu dan wel 20.000 abonnees, maar daar komen er misschien 15.000 van buiten West-Vlaanderen. Als ze een bekerwedstrijd spelen tegen een kleine tegenstander zijn er maar 4000, dan komen die bussen van eindeloos ver niet. In Brugge zijn wij baas ( lacht). Ik ben zelf een echte Bruggeling. Ik woon op tien minuten van het stadion, maar ben altijd een halfuur onderweg, omdat ik telkens dwars door de stad rij. Ik moet de Halletoren zien, anders kan mijn dag niet beginnen.

“Weet je, een van de nieuwe tradities is een jaarlijkse avondwandeling in mei onder leiding van de voorzitter van d’Echte, die in Brugge gediplomeerd gids is. Zeer aan te bevelen om de stad nog beter te leren kennen, met ludieke verwijzingen naar het voetbal. Het thema dit jaar is geld. Vorig jaar was het de pest. Toen spraken we natuurlijk wel een beetje meer over de buren dan anders ( lacht).”

Christian Vandenabeele

‘Harm van Veldhoven wordt een topper.’

‘Een derde van onze spelers komt uit de eigen jeugd en dat zorgt voor het Cercle-gevoel.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content