De geschiedenis van dit blad werd lang gekenmerkt door een zoektocht naar de juiste formule. Hoe het tijdsbeeld de voorbije 25 jaar ook veranderde, de journalistieke filosofie bleef steeds ongewijzigd.

Twintig maart 1980 was niet echt een uitzonderlijke dag in de annalen van de mensheid. De Jamaicaanse reggaezanger Bob Marley had een nieuw album voorgesteld, het zendschip Mi Amigo van de Engelse piratenzender Radio Caroline zonk en Amerikaanse jongeren hielden in Washington een anti-oorlogsbetoging omdat president Jimmy Carter de dienstplicht wilde invoeren. In eigen land werd er nagepraat over een initiatief van de toenmalige minister van de Nederlandse Gemeenschap, Rika De Backer. Ze had een stichting opgericht die haar naam droeg en een dubbel doel had : het geweld in de sport bestrijden en de fair play stimuleren.

Op die donderdag, één dag voor het begin van de lente, lag het eerste nummer van Sport Magazine in de winkel. Het was het tweede sportblad dat in België op de markt kwam, naast het populairdere Sport 80, in 1967 opgericht door de NV Hoste (inmiddels omgedoopt tot De Persgroep) dat onder meer ook Het Laatste Nieuws uitgeeft.

Heel anders dan Sport 80, dat de vedetten koesterde, graag met schreeuwerige titels en grote (zwart-wit) foto’s werkte, hanteerde het door Roularta uitgegeven Sport Magazine andere journalistieke criteria : het wilde weten wat er schuilgaat achter het decor van de sport, het wenste zich te distantiëren van de verering en gemakkelijke kritiek die toen de perswereld domineerde. Sport Magazine nam zich voor zich uitsluitend te baseren op feiten. Het ging in zijn berichtgeving veel verder dan de populaire sporten voetbal en wielrennen, maar belichtte ook de disciplines die in de anonimiteit toefden. Zo stond in het eerste nummer een groot artikel over de voorbereiding van de Rode Duivels op het EK voetbal in Italië, maar tevens een verhaal over ijshockeyploeg Olympia Heist op/den Berg en een interview met karabijnschietster Odette Meuter. Dat was in het tweede nummer niet anders : een indringend stuk over het sociaal fenomeen Club Brugge en een blik in de ziel van wielrenner Jan Raas, maar ook een reportage over windsurfing in de Harelbeekse Gavers. Het blad wilde de sport in al zijn diversiteit belichten en koos in zijn benadering voor een zo breed mogelijk spectrum. De journalistieke opties van Sport Magazine leunden fel aan bij die van het nieuwsmagazine Knack en het economische tijdschrift Trends, die ook in de portefeuille van Roularta zitten.

S port Magazine verscheen aanvankelijk om de veertien dagen. Het telde een zeskoppige kernredactie die onder meer bestond uit Rik Van Cauwelaert, de huidige directeur/hoofdredacteur van Knack, destijds vooral gespecialiseerd in wielrennen en boksen. Om de jonge redactie met ervaring te overgieten was Mick Michels, die al bij de eerste prille besprekingen van het blad werd betrokken, bij Het Nieuwsblad weggehaald. Die bracht van deze krant een piepjonge, maar veelbelovende medewerker mee : Koen Meulenaere. Met zijn satirische column ‘Scouting’ hoort hij nog altijd bij de medewerkers van dit blad, nadat Meulenaere tussen juli 1993 en juli 1994 één jaar hoofdredacteur was.

Sport Magazine legde van in het begin de nadruk op hoge journalistieke kwalificaties. Het had in de beginjaren enkele medewerkers die zich later zouden ontpoppen tot coryfeeën van de Vlaamse journalistiek. Gui Polspoel en Ivan Sonck bijvoorbeeld, maar ook een jonge, ambitieuze journalist die op geregelde tijdstippen met tennisverhalen de redactie binnenwaaide : Marc Uytterhoeven. Ook Alain Coninx en Dirk Abrams zouden later de (vaste) redactie van Sport Magazine bevolken, terwijl Jan Mulder al vanaf de eerste dag de vaste columnist was. Hij zou dat twintig jaar blijven.

Het blad verrichtte in vele opzichten baanbrekend werk. Sport Magazine pakte niet alleen uit met op dat moment ongewone kleurenfoto’s, het bracht vlotte, pakkende, menselijke en diepgravende verhalen. Het zette ook bepaalde trends, zoals de puntenquoteringen na iedere voetbalwedstrijd, wat later door de kranten werd nagedaan. Ook met de buitenlandse berichtgeving was het blad zijn tijd ver vooruit. Al van in het begin keek Sport Magazine ver buiten de eigen landsgrenzen. Dat leverde een waaier van exclusieve interviews op, met wereldsterren als Diego Maradona, Michel Platini of Franz Beckenbauer.

Vanaf 1984 organiseerde Sport Magazine ook het referendum ‘Profvoetballer van het Jaar’, waarin de profvoetballers de beste speler van de voorbije competitie kozen. Later kwamen daar de beste scheidsrechter, trainer, doelman en jongere bij. Deze onderscheidingen hebben in de loop van de jaren een steeds grotere weerklank gekregen, het galafeest waarop deze prijs wordt overhandigd, is een prestigieuze afsluiter van een voetbaljaargang. De verankering in het sportmilieu verhoogde ook de uitstraling van het blad. In de journalistieke benadering was oppervlakkigheid steeds de grote vijand, kwaliteit het absolute sleutelwoord. Aan dat uitgangspunt is in de loop van de voorbije 25 jaar nooit geraakt.

Door de jaren heen speelde Sport Magazine steeds in op de evolutie van de tijd. Het verscheen tijdens het EK van 1980 bijvoorbeeld wekelijks en bracht in januari 1981 ook een Franstalige editie uit. Toch werden de eerste jaren gekenmerkt door een lange zoektocht naar de juiste formule en periodiciteit. Vanaf 1983 werd het magazine één keer per maand uitgegeven, tot Roularta en de NV Hoste in oktober 1987 besloten om hun sportuitgaven te bundelen. Sport Magazine en Sport 80 werden samengevoegd tot Sport 80 Magazine. Deze formule bleek niet echt een succes. In januari 1989 nam Roularta het blad zelf weer in handen en doopte het om tot Sport 90.

Later kwam het tot een samenwerking met de Franstalige uitgeverij Rossel ( Le Soir) die – in de beide landstalen – het maandblad Voetbal/Foot Magazine uitbracht. Vanaf 1992 werden Voetbal Magazine en Sport 90, inmiddels omgedoopt in Sport Magazine, wekelijks naast mekaar uitgegeven : het ene blad verscheen op woensdag, het andere op donderdag. Bij de herabonnering bleek dat de lezers nagenoeg allemaal voor Voetbal Magazine opteerden. Sport Magazine werd afgevoerd, al bleef de titel op de voorpagina klein gehandhaafd.

Hoe groot de aandacht voor voetbal in dit land ook is, de redactie kreeg geregeld brieven van lezers die het jammer vonden dat de andere sportdisciplines grotendeels uit het blad waren verdwenen. In 1996 werd daarom Sport Magazine als maandelijkse bijlage bij Voetbal Magazine gevoegd, maar in weerwil van het verlangen van vele lezers bleek dat niet echt een goede zet te zijn. Het juiste concept werd uiteindelijk begin 2000 gevonden toen bovenop de voetbalpagina’s een aantal bladzijden werd besteed aan andere sporten. Zo rolde het blad met een nieuwe look en een nieuw concept een nieuwe eeuw in. Met het oog op de Olympische Spelen van 2000 in Sydney was het aanvankelijk nog mogelijk om twee magazines te kopen (één met voetbal en – tegen een kleine meerprijs één met voetbal en 32 pagina’s andere sporten) maar uit deze optie groeide uiteindelijk het huidige Sport/Voetbal Magazine. Dat de huidige formule de juiste is, bewijst het groeiende lezersaantal. Binnen de schoot van de Roularta Media Group, onder leiding van Rik De Nolf, is Sport/Voetbal Magazine uitgegroeid tot een autoriteit in de sportwereld. Het is juist De Nolf die doorheen de soms turbulente ontwikkelingen altijd bleef vechten voor een omnisportblad waarbij het Amerikaanse Sports Illustrated aanvankelijk als het absolute voorbeeld gold. Het eerste prille idee om met een sportmagazine te starten rijpte bij Rik De Nolf trouwens in 1970 bij een bezoek aan Amerika. Toen ook groeide de gedachte om met een politiek en economisch magazine te beginnen naar het voorbeeld van Newsweek en Business Week. De Nolf voerde de eerste gesprekken over Sport Magazine met Herman Jacquemyns die lang deel zou uitmaken van de redactie. Herman Jacquemyns contacteerde daarop Mick Michels.

De afgelopen 25 jaar kreeg het journalistieke landschap een heel ander gezicht. Schrijfmachines en telefoons werden vervangen door laptops en gsm’s, gesofistikeerde fotoapparatuur kwam in de plaats van de oude filmrolletjes, hoogtechnologische en computergestuurde drukpersen verdreven de gewone en met de hand bediende grafische apparatuur. Ook de (sport)maatschappij is de afgelopen 25 jaar resoluut door elkaar geschud. Tegen een achtergrond van tal van maatschappelijke affaires en schandalen liet ook de sport zich van zijn donkere kant zien : de etterbuil van doping en zwart geld begon open te barsten. En grote, vaak buitenissige financiële belangen dreven een groot deel van de gezelligheid weg. Vedetten leven tegenwoordig in een cocon en zijn nauwelijks nog bereikbaar.

Oudere journalisten willen wel eens mijmeren over de tijd van toen. Tien jaar geleden is het nog maar dat je bijvoorbeeld tijdens de Ronde van Frankrijk een (top)renner ging interviewen op zijn hotelkamer. Je maakte ’s ochtends bij de start een afspraak. Nu zijn er door iedere topploeg perschefs ingehuurd wiens hoofddoel erin bestaat het de journalisten moeilijk te maken. Tijdens een monsterevenement als de Ronde van Frankrijk bestaan er alleen nog collectieve persconferenties en mag je al blij zijn als je een vraag kan stellen. Geen probleem was het bijvoorbeeld om tijdens het WK voetbal van 1990 in Italië de hotels van de ploegen binnen te stappen en de topspelers aan te klampen. Nu worden ook zij angstvallig afgeschermd. Het maakt de sportwereld vluchtiger en onpersoonlijker. Nergens blijkt dat beter dan in de ronduit ontluisterende taferelen die zich na grote internationale voetbalconfrontaties afspelen : journalisten worden in een ruimte samengeduwd en moeten daar, op een soort veredelde veemarkt, proberen om de haastige sterren een paar woorden te ontlokken.

Die moeilijke omstandigheden hebben de kwaliteit van de media zeker niet verhoogd. De berichtgeving kreeg een steeds oppervlakkiger karakter, goedkope kreten haalden het op gedegen informatie. Door de jacht op primeurs ging de nuance steeds meer verloren. De concurrentie is zo moordend dat journalisten vaak de tijd niet meer krijgen om na te denken. De kleinste ruzie in een spelersgroep wordt uitvergroot en aangepookt.

Juist daarvan heeft Sport Magazine zich de voorbije 25 jaar altijd willen distantiëren. Dat moet ook in de toekomst zo blijven. Natuurlijk heeft ook dit blad ingespeeld op de trends van deze tijd : het visuele aspect werd steeds belangrijker, de aandacht voor een moderne vormgeving almaar groter en in het huidige tijdsbeeld moet er ook plaats zijn voor een vleugje lifestyle en, waarom niet, wat vrouwelijk schoon. Maar de krachtlijnen liggen op een ander vlak : reportages en enquêtes, interviews en opinies, stevige leesstukken en een waaier van kleine, al dan niet ludieke berichten, het vormt nog steeds het geraamte van dit blad.

Omdat ook de kranten met steeds meer langere verhalen uitpakken, moeten we scherp en alert blijven om de lezer te blijven verrassen. Daarom brengen we ieder jaar een aantal specials uit. Onze competitiegids is al lang uitgegroeid tot een soort voetbalbijbel, onze competitie-terugblik en speciaal nummer over de Champions League zijn intussen ook klassiekers. In de toekomst komen daar nog twee internationale specials bij : een nummer met reportages over alle kampioenen van de toplanden en, halverwege de competitie, een special met een tussenbalans in alle toplanden.

Sport/Voetbal Magazine wil in de toekomst het internationale topvoetbal nog beter volgen en als lid van ESM, dat de elite herbergt van de Europese sportbladen, hebben we op dat vlak tal van voordelen. Bovendien brengen we op geregelde tijdstippen ook extra nummers uit zoals de Wielerspecial, die midden februari verscheen en waarvan nog twee andere uitgaven zullen volgen : een nummer voor de Ronde van Frankrijk en één na het wielerseizoen.

Zo wil dit blad zich blijven onderscheiden van de kranten. Met een ploeg van competente en geëngageerde journalisten – een ideale mengeling van ervaren bezonnenheid en jeugdig enthousiasme – wordt er iedere week vanuit het Brussels Media Centre in Evere, in de onmiddellijke nabijheid van de Nato, hard gewerkt om een boeiend en gevarieerd magazine te maken. Met grote zorg worden de foto’s gekozen, aan de vormgeving wordt heel veel aandacht besteed, het evenwicht tussen verhalen en foto’s mag nooit verloren gaan. De redactievergaderingen op dinsdagochtend verlopen geanimeerd, ideeën worden aangereikt en gefilterd, er ontstaat een eerste inhoud die naargelang van de actualiteit in de loop van de week constant wordt bijgestuurd. In de nacht van zondag op maandag wordt het nummer redactioneel afgesloten, tot maandagmiddag kunnen er aanpassingen worden gedaan, alvorens het blad op dinsdagochtend in Roeselare van de drukpersen rolt en op woensdag verschijnt. Door die deadline kunnen we bepaalde brandactuele zaken niet meepikken – zoals onlangs het ontslag van Hugo Broos bij Anderlecht – anderzijds noopt het er soms ook toe die zaken die we schrijven heel nauwkeurig te verifiëren.

Na een lange en soms grillige aanloop is Sport/Voetbal Magazine nu al geruime tijd een stabiel blad. Dat doet de redactie niet indommelen. Het blijft ons streven om de lezer wekelijks te verrassen, om in vorm en beeld creatief en inventief te zijn, om een attractief en kwalitatief blad te maken dat nooit zal meedraaien in de mallemolen van de vervlakking. Na een lange tocht van 25 jaar doorheen de nationale en internationale sportmaatschappij beginnen we met die wapens aan een nieuw luik in onze geschiedenis.

Door Jacques Sys

Sport Magazine wilde zich distantiëren van de verering en gemakkelijke kritiek die de perswereld in de jaren 80 domineerde.Tijdens het WK voetbal van 1990 kon je nog een hotel binnenstappen en topspelers aanklampen. Nu worden zij angstvallig afgeschermd.De organisatie van de Profvoetballer van het Jaar heeft het prestige van het blad verhoogd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content