Vincent Scheltiens

‘Zijn we op weg naar een illiberale democratie aan de Noordzee?’

Vincent Scheltiens Historicus aan de Universiteit Antwerpen

Historicus Vincent Scheltiens heeft geen goed oog in de ontwerpteksten van het ledencongres van N-VA en de opgang die Vlaams Belang maakt in de peilingen.  ‘Tegenover de ideologische Sturm und Drang van Vlaams Belang en N-VA staat vandaag een ontworteld politiek centrum dat in een structurele crisis verkeert.’

De ontwerpteksten van het ledencongres van N-VA wijzen erop dat deze partij evolueert naar een formatie die een “illiberale democratie” nastreeft. Die term wordt in Europa het vaakst geplakt op de Hongaarse en Poolse regimes waar democratische en sociale rechten en vrijheden teruggedraaid worden. Ook het huidige Israël, waar stilaan maar zeker een apartheidsbeleid ten aanzien van Palestijnen wordt geïnstitutionaliseerd, krijgt dit etiket opgekleefd.

In Polen en Hongarije komt de voor een democratie fundamentele scheiding der machten op de helling te staan. Onwettelijk is dat niet. Zowel de Hongaarse premier Viktor Orbán als Polens sterke man Jaroslaw Kaczynski hebben het voorrecht om de rechtsstaat van bovenaf uit te kleden op basis van een comfortabele meerderheid die nieuwe wetten stemt.

Een blik op de recente peilingen leert ons dat Vlaanderen op het randje balanceert van zo een illiberaal democratisch getinte meerderheid. Dat leert ons de som van de gepeilde scores van N-VA en het extreemrechtse Vlaams Belang dat vragende partij is voor zo een gezamenlijke meerderheid. Op die vraag zegt N-VA niet principieel nee. Nuchter beoordeeld zit daar ook een ijzersterke coherentie in:  programmatorisch en discursief zijn beide partijen het meest met elkaar verwant. Die affiniteit wordt ook nog eens versterkt door de vele kiezers die vooral tussen beide partijen pendelen of overwegen dat te doen. Tenslotte is er ook nog een gedeeltelijke sociologische gemeenschappelijke noemer met historische wortels in een ressentimentvol anti-Belgisch flamingantisme. Van alle politieke partijen delen enkel N-VA en Vlaams Belang deze bagage.

Wacht, zeggen menig journalist en opiniemaker in deze ideologisch desoriënterende tijden. Vlaams Belang is toch sociaaleconomisch links en N-VA rechts? Wat in deze analyse het “linkse programma” van Vlaams Belang heet zal, eenmaal de mogelijkheid zich biedt, zeker geen obstakel vormen om met het sociaal hardvochtige N-VA in zee te gaan. Ten eerste ontmoeten beide partijen zich hier ook doordat het zogenaamde “linkse programma” van extreemrechts eigenlijk een sociaal-nativistisch programma is. Eigen volk eerst door een harde afbakening tegenover zij die van buiten komen en door de strenge en dwangmatige homogenisering van zij die binnenin zitten. Minder geld voor vreemdelingen en Walen zal helaas niet gecompenseerd worden door meer middelen naar de werkende mensen in Vlaanderen.

(Lees verder hieronder.)

Wat het sociaal nativisme in petto heeft, kan best begrepen worden door te kijken wat die andere tandem veroorzaakt heeft, die van de overzeese vrienden van respectievelijk Vlaams Belang en N-VA, de tandem Nigel Farage en Britse Conservatieven.  Beloven dat de afscheuring van de EU massaal geld zou vrijmaken om in de openbare gezondheidszorg te pompen, terwijl de National Health Service nu op het randje van het faillissement bengelt.

Ten tweede wordt dat asociale nativisme gemaskeerd door de hypocrisie en de dubbelzinnigheid die Vlaams Belang inzake sociaal discours handhaaft. Het veinst sociale taal maar keert zich tegen sociale verbetering. Dat bleek nog niet zo lang geleden bij de stemming over het optrekken van de minimumlonen in de Europese Unie. Verhelderend. “Europa had zich niet te moeien”, aldus Vlaams Belang dat net als N-VA tegen stemde, waarmee ze te kennen gaven het identitaire voorrang te geven aan de lotsverbetering van de sociaal zwakkeren, en daar zijn ook (volgens hun analyse) “eigen” mensen bij.

Ten slotte zijn beide partijen het roerend eens om de vakbonden “aan te pakken”. De syndicale organisaties moeten substantieel verzwakt worden. Het nationaal sectoraal sociaal overleg moet gedownsized of opgeheven worden. Vakbonden moeten rechtspersoonlijkheid krijgen. De syndicale actievrijheid moet beperkt worden. Vakbondsmilitanten moeten voor die acties strafrechtelijk kunnen vervolgd worden. De gretigheid waarmee de eindeloopbaanregeling voor ACV-voorzitter Marc Leemans werd aangegrepen om het “morele failliet” van vakbonden tout court af te kondigen spreekt boekdelen.

Uit dit alles blijkt hoe deze twee partijen behoorlijk verwijderd zijn van wat tenminste in Noord- en West-Europa een consensus in onze samenlevingen was gaan vormen: de uitbouw van sociale welvaartstaten op het ritme van uitdijende sociale en democratische rechten en vrijheden. Dat moet niet geïdealiseerd worden. Het vergde veel marsen, petities en stakingen waarin de door rechts vermaledijde vakbonden een cruciale rol speelden. Zoals we nog uit de recentste aflevering van Het verhaal van Vlaanderen leerden: nadat in 1936 extreemrechts in Antwerpen twee socialistische vakbondsmilitanten, Albert Pot en Theofiel Grijp, doodschoot brak begin juni van dat jaar een grote algemene staking uit die uiteindelijk onze welverdiende congé payé afdwong.

(Lees hieronder verder.)

Tegenover de ideologische Sturm und Drang van Vlaams Belang en N-VA staat vandaag een ontworteld politiek centrum dat in een structurele crisis verkeert. Wie daaraan durft te twijfelen moet maar eens raden hoe men dertig jaar geleden in sub-urbaan Vlaanderen zou gereageerd hebben mocht iemand voorspeld hebben dat peilingen in 2023 zouden uitwijzen dat de opvolger van CVP amper boven de opvolger van AMADA zou uitstijgen. Politiek-technische ingreepjes zullen aan dit fundamentele gegeven niets veranderen ook al staren media en te veel politicologen zich daar op blind. De “wanhoop van de Wetstraat” is ook het onvermogen om het bredere, structurele en bovenlokale plaatje te zien.

De politieke linkerzijde is dan weer hopeloos verdeeld. The name of the game is elkaar de loef afsteken of, erger, onder de zoden stoppen. In landen als Frankrijk, Nederland of Spanje, waar in verschillende contexten, met de bluts en de buil, toenadering en samenwerking wordt gezocht, heeft men op links tenminste begrepen dat krachtenbundeling noodzakelijk zal zijn om radicaliserend rechts te verslaan. Niet bij ons. Te midden van die schier hopeloze verdeeldheid legt menigeen zich al anticipatief neer bij een soort op rekenkunde gebaseerde nepstrategie van het minste kwaad: met de vandaag vervloekte illiberale democraten morgen de as van een nieuwe Vlaamse meerderheid nastreven om… extreemrechts de pas af te snijden. Want hey, die illiberale N-VA is toch sowieso incontournable? Dus, als het zover is, dan maar de minimumuitkeringen in voedselbonnen uitbetalen en de vluchtelingen op een vlieger naar Rwanda zetten?

Het is de hoogste tijd om de verstikkende omknelling van deze politique politicienne en de infantiel smal gehouden bandbreedte van het debat te doorbreken. De brutale voorstellen richting illiberale democratie helpen daarbij om de uitdaging aan te gaan waar ze fundamenteel gesteld is. Op het sociale terrein waar de krachtsverhouding minder ongunstig is dan op het politieke op voorwaarde dat men op zijn inhoudelijke en organisatorische autonomie staat. Van daaruit mobiliseren en herpolitiseren met eigen analyses, eigen frames en eigen taal. Van de sociale meerderheid op zich een sociale meerderheid voor zich maken.  

Moeilijk. Maar niet onmogelijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content