Lieven Buysse

‘Premier zonder meerderheid: Boris Johnson kan zijn misnoegde partijgenoten niet wegzetten als een verwaarloosbaar fenomeen’

Lieven Buysse Lieven Buysse is professor Engelse taalkunde en Britse cultuur aan de KU Leuven Campus Brussel.

‘De vertrouwensstemming toont echter aan dat de Conservatieven nog wel een parlementaire meerderheid hebben, maar dat de premier zelf zijn meerderheid eigenlijk kwijt is gespeeld’, schrijft Lieven Buysse over de nauwe marge waarmee de Britse premier Boris Johnson dit weekend een vertrouwensstemming overleefde.

Boris Johnson is een overlever. Zowat elke andere politicus had al ettelijke keren ontslag moeten nemen, hetzij voor zijn eigen daden hetzij omdat hij de politieke verantwoordelijkheid droeg van die van anderen. Premier Johnson denderde tot nu toe gewoon verder over elke hobbel. Hoe sterk staat hij nog na de vertrouwensstemming van maandagavond?

Johnson won het vertrouwen van 58 procent van zijn Conservatieve partijgenoten in het Lagerhuis. Een meerderheid, en dus kan hij, formeel gezien, perfect een overwinning opeisen en zijn mandaat verderzetten. Het probleem voor Johnson is dat dit geen gewone stemming was. Meer dan vier op tien van zijn eigen parlementsleden hebben expliciet aangegeven dat ze hem niet meer als premier willen. Waarom zou de rest van het land wel nog vertrouwen in hem stellen?

Johnson schermt altijd met zijn comfortabele meerderheid in het Lagerhuis, die inderdaad in belangrijke mate zijn verdienste is. De vertrouwensstemming toont echter aan dat de Conservatieven nog wel een parlementaire meerderheid hebben, maar dat de premier zelf zijn meerderheid eigenlijk kwijt is gespeeld.

Het resultaat van de stemming laat Johnson niet toe om zijn misnoegde partijgenoten weg te zetten als een verwaarloosbaar fenomeen. Het besef dat zo veel van hun collega’s dezelfde mening zijn toegedaan, zal veel tegenstemmers sterken in hun overtuiging en de moed geven om zowel binnenskamers als openlijk kritiek te uiten op het kabinet-Johnson.

Dat wordt moeilijk werken voor de premier. In ideale omstandigheden zou hij olie op de golven kunnen gieten door de oorzaak van het ongenoegen weg te nemen. Alleen is Boris Johnson momenteel zelf die oorzaak. Hij heeft nauwelijks verkiezingsbeloftes kunnen waarmaken, en heeft verschillende dossiers onhandig tot slecht aangepakt. Ja, de brexit is er gekomen maar hij moest onlangs een minister aanstellen om op zoek te gaan naar de opportuniteiten die de brexit kan opleveren. Noord-Ierland is opnieuw verzand in politieke chaos – wat een niet te onderschatten kruitvat is dat een hele maatschappij kan ontwrichten – en de premier laat betijen. De problemen in de gezondheidszorg en het onderwijs etteren verder.

Nog belangrijker voor nogal wat Conservatieve rebellen is de leiderschapsstijl van hun eerste minister. Met slogans win je verkiezingen maar kun je geen beleid voeren. In het beleid van Johnson zien ze weinig terug van het inspirerende en betrouwbare staatsmanschap waarmee ze hun partij graag associëren. Na de complete wanorde die de brexitdebatten in de Conservatieve Partij hadden aangericht, was men op zoek naar herstel en eendracht. Vijf jaar Johnson zou integendeel de wanorde kunnen bestendigen.

Ook eigenbelang is niet vreemd aan het resultaat van de stemming. Johnson heeft zijn sterke verkiezingsresultaat in niet geringe mate te danken aan kiesdistricten in Noord-Engeland die decennialang op grote rivaal Labour stemden. De parlementsleden uit die districten surften op hun beurt mee op de geestdrift die Johnson teweeg kon brengen. Als zijn ster taant, komt ook hun zetel in gevaar. De partijleider nu, twee jaar vóór de verkiezingen, vervangen is voor hen een veiligere gok dan het risico te lopen dat hij nog meer schade aanricht.

Boris Johnson komt zwaar gehavend uit deze episode. Zijn beproefde mantra dat hij gewoon wil verder werken, is inmiddels een grijs gedraaide plaat, en doordat hij hoe dan ook weinig tastbare beleidsresultaten kan voorleggen, klinkt het voor steeds meer mensen ongeloofwaardig. De steun van de tabloids is hij inmiddels goeddeels kwijt, en zij zijn een prima barometer om de voorkeuren van de publieke opinie te meten. Nog meer dan hijzelf hebben ze een neus voor populisme.

Het komende jaar is een nieuwe vertrouwensstemming in de partij uitgesloten (al kan er wel nog een georganiseerd worden in het parlement), maar is Johnsons positie daarmee veilig? Voorlopig wordt hij mee in het zadel gehouden door een hoofdzakelijk hondstrouwe regeringsploeg, waarin vooral ministers zetelen die zonder hem nooit die functie zouden uitoefenen. Als ook daar de steun zou afnemen, of als de aanvallen vanuit zijn fractie aanhouden en openlijk op straat worden gelanceerd, wordt het moeilijker voor Johnson om te functioneren. Dan zou hij op het partijcongres in het najaar door de ruimere achterban van zijn partij de rekening wel eens gepresenteerd kunnen krijgen.

Lieven Buysse is hoogleraar Engelse taalkunde en Britse cultuur aan de KU Leuven Campus Brussel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content