Martha Balthazar

‘Politici hebben het blijkbaar volledig opgegeven asielzoekers als mens te zien’

Op een van de zoveelste warme dagen deze zomer zie ik hoe een man zich wast in het Brusselse kanaal. Hij zoekt verkoeling of een manier om het zweet van de nacht weg te baden. Hij woont hier tijdelijk, aan de buitenmuren van het Klein Kasteeltje, samen met een groeiend aantal andere mannen. Daarbinnen wacht hem een afspraak, die steeds opnieuw wordt verzet. Het water van het kanaal stinkt, rioleringen komen erin uit, properder zal hij van de wasbeurt niet worden.

Ik moet denken aan een tafereel uit Is dit een mens, Primo Levi’s getuigenis over zijn leven als gevangene in Auschwitz, maar voel dat het een gevaarlijke gedachte is. Je mag gruwel niet zomaar met andere gruwel vergelijken, zeker niet die uit de Tweede Wereldoorlog. Die heeft onze collectieve moraal zodanig gevormd dat elke vergelijking ermee als emotionele chantage wordt gezien.

Politici hebben het blijkbaar volledig opgegeven asielzoekers als mens te zien.

Maar wat Levi schrijft, overstijgt elke geschiedenis. Het is een les voor alle tijden. In de scène waaraan ik denk houdt Steinlauf, een lotgenoot van Levi, een pleidooi voor nutteloze wasbeurten met smerig water. ‘Het is net omdat het kamp één grote machine is om beesten van ons te maken, dat wij geen beesten mogen worden’, zegt hij. De wasbeurt is een manier om je niet neer te leggen bij de ontmenselijking die je wordt opgelegd. Hij redeneert ‘dat wij slaven zijn, beroofd van elk recht, blootgesteld aan elk onrecht (…) maar dat we één ding over hebben, iets dat we met al onze krachten moeten verdedigen omdat het het laatste is: het vermogen om te weigeren dat alles te accepteren.’

De afgelopen tien maanden is de situatie rond het Klein Kasteeltje radicaal verergerd. Dagelijks worden er mensenrechten geschonden, namelijk het recht op opvang en het recht om asiel aan te vragen. Politici hebben het blijkbaar volledig opgegeven deze mensen als mens te zien. Ook het uitblijven van publieke verontwaardiging daarover toont dat wij burgers deze onmenselijke omstandigheden collectief accepteren. Het bestaan van de man is herleid tot een dossiernummer, zijn lichaam tot een logistiek probleem waar deze samenleving geen oplossing voor wil vinden.

Het lichaam van deze man is herleid tot een logistiek probleem waar deze samenleving geen oplossing voor wil vinden.

Levi beschrijft de levende dode, de mens die geen mens mag zijn. Ik wil deze man die vergelijking niet aandoen. Maar de realiteit is dat hij zijn ‘menselijkheid’ heeft moeten afgeven aan de poorten van dit continent. En er nu, aan de poorten van het Klein Kasteeltje, achter komt dat hij ze niet zomaar terug krijgt. Dat er heimelijke uitsluitingsmechanismen zijn verzonnen voor het begrip ‘mens’ dat ons allen zou moeten verbinden.

Ik voel dat mijn blik vol medelijden hem niet helpt, medelijden werkt kleinerend en is niet productief. Maar het is toch vooral mijn eigen menselijkheid en mijn omgeving die ik eerst eens goed moet controleren. Want het is niet zijn vermogen ‘om te weigeren dit alles te accepteren’ dat het verschil maakt, het is vooral het mijne. Vooral het onze.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content