Frank Judo

‘Onze Noorderburen hebben het toeristische separatisme goed overleefd’

Frank Judo Advocaat, kerkjurist en historicus

Frank Judo staat stil bij de implicaties van “gesplitste” vakanties, zoals die bijvoorbeeld in Nederlnd en Frankrijk bestaan.

Je kan je klok erop gelijk zetten: als het weer wat tegenvalt, komen er van de kust klaagzangen landinwaarts. Dit jaar klonken ze nog wat droeviger dan anders. Tijdens de Paasvakantie waren er bijna twintig procent minder overnachtingen. Dat had niet enkel met het weer te maken, maar ook met het feit dat de vakantieregelingen in het Franstalige en het Nederlandstalige onderwijs voortaan verschillen.

Wie houdt van halfvolle glazen, ziet meteen de keerzijde van dit verhaal.  Dezer dagen geniet de Franstalige schooljeugd namelijk van de “vacances de printemps” en dat merk je aan de kust. Het is er drukker dan op de vroege meidagen van weleer. Benieuwd of we straks ook juichkreten landinwaarts zien trekken.

Wie halflege glazen verkiest, vindt daar zeker ook een goede reden voor. Het is ongetwijfeld moeilijker om jobstudenten te vinden buiten de (plaatselijke) schoolvakanties. Ook op de werkvloer, met name in Brussel, kan je je afvragen of het goed is voor de efficiëntie dat schoolvakanties uit elkaar groeien. Begin april kon je geen teamoverleg houden, omdat de Nederlandstalige medewerkers met kinderen vakantie namen, dan was er twee weken lang een vergaderepidemie, en nu zijn er weer twee luwe weken. Het is de beurt van de Franstalige medewerkers met kinderen om er even tussenuit te trekken. Wie iedereen bij elkaar wil zien, wacht best tot half mei. Dan volgen zes weken met enkel snipperdagen, maar begin juli is het weer zover. Per 1 juli begint de zomervakantie – althans voor de Nederlandstaligen, Franstalige leerlingen moeten een weekje langer geduld oefenen.

Als je wat rondhoort, lijkt er weinig begrip te zijn voor deze evolutie. Nogal wat mensen zien er een veeg teken in: het land zou verder uit elkaar groeien. We lazen elkaars kranten al een tijd niet meer en keken niet naar elkaars televisieprogramma’s, maar zagen elkaar tenminste nog op het strand en op de dijk. Hier en daar was zelfs een apocalyptisch geluid te horen: zat er geen verdoken separatistische agenda achter deze beleidskeuzes?

Dat klinkt weinig waarschijnlijk. In Nederland, niet bepaald een land dat te kampen heeft met separatistische tendensen, wordt al sinds jaar en dag gewerkt met regionaal gediversifieerde schoolvakanties. De keuze voor gespreide schoolvakanties is daar heel bewust gemaakt, om te vermijden dat het hele land tegelijk in slaapstand gaat en om de druk op de toeristische infrastructuur onder controle te houden. De manier waarop dat gebeurde, doet soms aan Belgische toestanden denken. Zo neemt de hele provincie Noord-Brabant vakantie met de regio Zuid, behalve de kernen Hank en Dussen van de gemeente Altena, die horen bij de regio Midden. Het klinkt een beetje als het Nederlandse equivalent van onze Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

(Lees verder hieronder.)

Hoe dan ook, onze Noorderburen hebben het toeristische separatisme goed overleefd. En als u het mij vraagt, zal het bij ons niet anders zijn.  Zeker, de vanzelfsprekendheid van voordien is weg. Je kan er niet meer zonder nadenken van uitgaan dat “iedereen” wel vakantie zal hebben (alsof dat ooit zo is geweest).

Ongetwijfeld bevordert vanzelfsprekendheid de efficiëntie, maar ze heeft ook haar nadelen. Een onderwerp van gesprek zijn echte vanzelfsprekendheden zelden. Waaraan men geen aandacht hoeft te besteden, is geen bespreking waard.

Omgekeerd valt het me op dat het uiteengroeien van de vakantiekalender een haast onuitputtelijke bron van gesprek is gebleken. Niet alleen het inplannen van vergaderingen vereiste overleg, maar dat overleg was op zijn beurt aanleiding om het te hebben over kinderen en hun scholen. Je besefte plots dat Franstalige collega’s hun kinderen naar het Nederlandstalig onderwijs stuurden en vice versa. Sommige collega’s bleken zelfs kinderen in de twee schoolsystemen te hebben, wat de uitdaging nog wat groter maakte. De oude Nijhoff had weer eens gelijk: er staat niet wat er staat.

Wat me vooral opviel, was dat het wegvallen van de vanzelfsprekendheid een bron van aandacht kon zijn. Aandacht voor elkaar, aandacht voor elkaars organisatorische moeilijkheden, aandacht voor elkaars voorkeuren. Er kwam ruimte voor een gesprek dat eigenlijk verder ging dan alleen de vraag waar de vakantie dit jaar naartoe ging. Praktische complexiteit bleek een uitnodiging tot menselijke aandacht te zijn. Kunnen we die asjeblieft koesteren?

Frank Judo is advocaat, kerkjurist en historicus. Eerder dit jaar verscheen zijn meest recente boek Het bewaren waardWandelen door een conservatisme langs 21 misverstanden. (Ertsberg).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content