Gilles Verstraeten (N-VA)
‘Kuregem: voorstanders van het circulatieplan en de woedende buurtbewoners vragen eigenlijk hetzelfde’
Het geannuleerde circulatieplan zette nog maar eens Kuregem op zijn kop, maar biedt ook kansen, vindt Anderlechts Gemeenteraadslid, Brussels Parlementslid en tot voor kort inwoner van de wijk Gilles Verstraeten (N-VA).
Weinig wijken hebben een slechtere reputatie dan Kuregem. Drugshandel, rellen, armoede, ‘no-go-zone’, clichés op overschot over dit verfoeid stadseiland en haar inwoners, geklemd tussen het kanaal, Brussel-Zuid en zijn uitwaaierende spoorlijnen, en de kleine ring rond Brussel-Stad. Ik heb er net geen vijf jaar gewoond, en verlaat Kuregem vandaag met gemengde gevoelens voor een ‘beter’ deel van Anderlecht, net nu de wijk opnieuw in brand lijkt te staan omwille van… Een circulatieplan.
Het opzet leek goed, nobel zelfs. Doorgaand verkeer reduceren in een overbelaste wijk met barslechte luchtkwaliteit, meer groene openbare ruimte creëren, broodnodige investeringen in infrastructuur, meer ruimte voor zachte mobiliteit, en dat alles middels een gedegen burgerparticipatie. Wie kan daar in ’s hemelsnaam tegen zijn? Toch liep het gruwelijk mis.
De implementatie van het circulatieplan liet veel te wensen over. Van burgerparticipatie of informatie was nauwelijks sprake. Als buurtbewoner en als gemeenteraadslid wist ik tot net voor de implementatie hoegenaamd niets over een nieuw mobiliteitsplan. Het verschil tussen reclame en werkelijkheid was ook stuitend. Er doken overal betonblokken en verbodsborden op, maar geen meter nieuw fietspad of een enkel nieuw boompje erbij. Sommige ingrepen leken weinig doordacht, chaotisch. Het was te veel in één keer en erg top-down. De wijk schoot in een Franse colère en mobiliseerde zich op ongeziene wijze. Er volgden betogingen, ontelbare woedende mails, massale en verregaande sabotage, en twee chaotische gemeenteraden die op zijn zachtst gezegd niet uitblonken in democratische fijnzinnigheid.
Bijgevolg vliegen ook de mistroostige clichés over Kuregem weer in het rond, maar voor één keer uit onverwachte hoek. Groene en progressieve collega’s die tot voor kort de buurtbewoners zagen als slachtoffers van een racistische en bikkelharde neoliberale maatschappij slaan opeens taal uit die meer past in een strooiblaadje van Vlaams Belang. Stereotypes en verwijten vlogen de afgelopen weken in het rond. Als, oh ironie, ‘rechts’ politicus vraag ik me af wanneer men eindelijk eens stomweg naar de bewoners zelf zal luisteren.
Kuregem is sinds mensenheugenis een migratiewijk. Joden, Zuid-Europeanen, dan Marokkanen, tot recenter veel Afrikanen en Oost-Europeanen, allen hebben ze hier hun stempel gedrukt. De wijk werd decennialang aan haar lot overgelaten door opeenvolgende PS- en MR-besturen die de migranten zagen als lastpakken zonder stemrecht. De sfeer sloeg eind 20ste eeuw na hevige rellen in heel Brussel, tevens in Kuregem, om in een ander extreem: de migrant als te redden proleet, slachtoffer, sukkelaar. Men begon subsidies uit te strooien over kleine VZW’s, aan klantenbinding via OCMW en sociale huisvestingsmaatschappij, wat heraanleg van pleinen via wijkcontracten, maar de onderliggende problemen werden nooit aangepakt. Veel scholen in de wijk falen, de jeugdwerkloosheid is torenhoog, de openbare dienstverlening, gehuisvest in bouwvallen, stuurt mensen van kastje naar muur, de drugshandel viert hoogtij en het gezag lijkt afwezig, huisjesmelkerij kreeg vrij spel waardoor de bevolkingsdichtheid explodeerde, een integratiebeleid bestond niet, spanningen tussen bevolkingsgroepen liepen steeds meer op en de openbare ruimte veranderde in één groot publiek stort.
De mobiliteit in de wijk is zeker aan verbetering toe. Maar wat de inwoners frustreert is dat alle hierboven vermelde problemen al jarenlang zonder aanpak blijven. Zoals een burgerinterpellant, zich richtende tot een kabinetslid van Elke Van den Brandt op de laatste gemeenteraad ironiserend stelde: “de crackverkoop is links aan de overkant van het Raadsplein, het bloed en de ingewanden op straat van de laatste steekpartij vindt u rechts daar om de hoek. Welkom in Kuregem.” Gejoel en applaus van het publiek. Eigenlijk zegt men: dit lost u niet op met een verkeersknip.
De pijnlijke ironie is dat de voorstanders van het circulatieplan en de woedende buurtbewoners eigenlijk in essentie het zelfde vragen, maar om andere redenen. Men wilt meer politie zien in de wijk, te voet of op de fiets en niet voorbijrazend in een auto. Men wilt dat het publiek gezag haar aanwezigheid doet voelen, de problemen aanpakt, en de regels, óók de verkeersregels, doet respecteren. Men wilt dat slechte huisvesting, de illegale handelszaken, de overlast en de drugshandel worden bestreden. Hoezo Kuregem verdraagt geen autoriteit?
Tegelijk mogen we niet naïef zijn. Tussen de luidste tegenstanders van het circulatieplan zitten politiek radicale activisten die vaak niet in de wijk wonen maar de situatie misbruiken om hun ideologie te verpatsen, en tevens zware en minder zware jongens die van de chaos genieten en het bestuur graag een hak zetten. Maar voor het overgrote deel gaat het om doodgewone inwoners van de wijk, die alles tot nu toe zwijgend hebben ondergaan, maar het niet langer pikken. Ze willen niet langer als lamlendige sukkelaars beschouwd worden, maar als volwaardige burgers, met verlangens en dromen, de wil om vooruit te gaan en hoge verwachtingen van hun bestuur.
Het verloop van heel dit débacle tot nu toe oogt chaotisch, het wint geen schoonheidsprijzen, maar toch biedt het een uitgelezen opportuniteit om samen met geëngageerde burgers in de wijk de fundamentele problemen eindelijk doortastend aan te pakken, en wie weet, óók de mobiliteitssituatie grondig te verbeteren. Het bestuur moet deze kans nu grijpen. Ik wens het mijn oude wijk waar ik, ondanks alles, van ben gaan houden van harte toe.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier