Ann Peuteman

‘Hoog tijd om 75-plussers massaal te laten afkicken’

Tegen de tijd dat ouderen in een rusthuis arriveren, zijn ze soms al jaren verslaafd aan slaap- en kalmeermiddelen. ‘Daar moeten we dringend iets aan doen, want levenslust zit echt niet in een pilletje’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar wekelijkse column De Zoetzure Dinsdag.

Het begint al een half uur voor het ontbijt. Dan slikt M. (83) een maagzuurremmer. Wanneer ze aan tafel aanschuift, vindt ze naast haar koffiekop steevast een schaaltje met hele, halve en gevierendeelde pillen: een bloeddrukverlager, een middel tegen botontkalking, iets voor haar blaasproblemen en ook nog wat paracetamol tegen de dagelijkse hoofdpijn. Bij het avondeten krijgt ze weer zo’n schaaltje voorgezet en omstreeks acht uur slikt ze ook nog een slaappil. M. is niet de enige. In Vlaamse woonzorgcentra gebruikt een op de vijf bewoners zelfs meer dan negen verschillende medicijnen per dag.

Op zich hoeft daar niets mis mee te zijn. Hoe ouder je wordt, hoe groter de kans dat je gezondheidsproblemen krijgt en dus medicatie nodig hebt. Het probleem is dat mensen soms jarenlang een cocktail van medicijnen blijven slikken zonder dat wordt nagegaan of dat nog wel nodig is. Nog zorgwekkender is dat ook psychofarmaca, zoals antidepressiva, antipsychotica, kalmeer- en slaapmiddelen, massaal aan ouderen worden gegeven. Volgens een studie van CM van een paar jaar geleden gebruikt haast 43 procent van de rusthuisbewoners antidepressiva en slikt meer dan 20 procent een antipsychoticum. Uit de confronterende Pano-reportage van vorige week blijkt dat zeker het gebruik van antipsychotica sindsdien nog is toegenomen. Vandaag zou liefst een op de drie bewoners die slikken.

Antidepressiva worden niet alleen voorgeschreven als er daadwerkelijk sprake is van een depressie, maar soms ook als pijnstiller of slaapmiddel. Nogal wat rusthuisbewoners beginnen er, bijvoorbeeld, mee omdat ze maar moeilijk aan hun nieuwe omgeving kunnen wennen. Ook antipsychotica worden lang niet altijd voorgeschreven voor de kwalen waarvoor ze zijn bedoeld. Zoals de Pano-reportage pijnlijk duidelijk maakt, worden ze ook gegeven aan mensen met dementie die geen wanen hebben, maar wel ronddolen, de hele tijd schreeuwen, zorgkundigen in de borsten knijpen of andere bewoners lastigvallen.

‘Levenslust, waardigheid en gemoedsrust zitten nu eenmaal niet in een pilletje.’

Toch zijn woonzorgcentra niet de grote boosdoener – of toch niet de enige. Het probleem begint vaak al veel vroeger. Heel wat nieuwe bewoners die in een woonzorgcentrum arriveren, nemen al tien of zelfs twintig jaar lang antidepressiva, slaap- of kalmeermiddelen. Vaak zonder dat daar echt een medische reden voor is.

Toen F. (79) tien jaar geleden haar man verloor, was ze lange tijd ziek van verdriet. Haar huisarts schreef een middel voor om haar te kalmeren en ook ‘iets om beter te slapen’. Toen de eerste doos leeg was en ze zich nog niet beter voelde, kreeg ze drie nieuwe voorschriften. Zo ging dat maanden en daarna jaren door. Nooit werd echt onderzocht of F. die medicatie (nog) wel nodig had.

Niet alleen kan het jarenlange gebruik van zulke middelen de gezondheid schaden, ook op korte termijn kunnen ze gevaarlijk zijn. Zo zit een op de tien 75-plussers weleens onder invloed van een slaap- of kalmeermiddel achter het stuur. Het komt ook geregeld voor dat mensen die een slaappil hebben geslikt ’s nachts een zware val maken als ze opstaan om naar het toilet te gaan. Wie psychofarmaca neemt, voelt zich overdag ook vaak lusteloos en is weinig gemotiveerd om buiten te komen. Zo raken mensen die antidepressiva voorgeschreven kregen omdat ze zo eenzaam waren dat ze er ziek van werden net nog meer geïsoleerd.

Hoog tijd dus dat we onze ouderen massaal laten afkicken van pillen die ze niet echt nodig hebben. Vandaag zijn er al woonzorgcentra die daar vol overtuiging op inzetten. Niet alleen laten ze hun bewoners geen psychofarmaca voorschrijven als daar geen medische noodzaak voor is, ze onderzoeken ook het medicatiegebruik van elke nieuwkomer en bieden die – als dat nodig is – een soort afkickplan aan.

Dat is een lovenswaardige maar ook erg arbeidsintensieve aanpak, want veel ouderen zijn doodsbang om hun medicatie af te bouwen. In rusthuizen waar het personeel zo al handen tekort komt, is dat natuurlijk niet evident. En het gros van de Vlaamse ouderen woont daar ook helemaal niet. Willen we hun pillengebruik écht indijken, dan zullen we met z’n allen de hand aan de ploeg moeten slaan. Door minder medicatie voor te schrijven, op tijd en stond na te gaan of al die pillen nog wel nodig zijn, maar ook door 75-plussers de touwtjes over hun leven meer zelf in handen te laten houden en er simpelweg meer voor hen te zijn. Levenslust, waardigheid en gemoedsrust zitten nu eenmaal niet in een pilletje. Ook niet als je de tachtig voorbij bent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content