Louise Hoon

‘Het conflict in Oekraïne verergert ook de crisis van de Europese rechtsstaat’

Louise Hoon Louise Hoon is wetenschappelijk medewerker Denktank Minerva en politicoloog (VUB)

‘Juist vandaag zou de Europese Commissie daadkrachtig en consequent moeten handelen’, schrijft Louise Hoon van Denktank Minerva, om het verglijden van de Europese rechtsstaat te voorkomen.

Het conflict in Oekraïne verergert ook de Europese rechtsstaatscrisis

Louise Hoon (Denktank Minerva)

Voor oorlog bestaat er geen goed moment. Maar de timing van Poetins oorlog in Oekraïne kon voor Europa onmogelijk slechter. We lijken in een perfect storm op meerdere fronten te belanden, van tekorten aan energie en grondstoffen, over stijgende voedselprijzen, economisch wantrouwen en politieke angst. Het is zorgwekkend dat de oorlog ook olie op het vuur gooit in de Europese rechtsstaatscrisis, en tegelijkertijd mogelijke methodes om de brand te blussen lamlegt. Want de context biedt ook nieuwe kansen voor de antidemocratische, populistische en nationalistische partijen die in verschillende lidstaten sowieso al zorgwekkend sterk stonden in verkiezingen. De defecte Europese noodremmen op autoritair afglijden verdienen meer aandacht van Europese burgers, parlementen en regeringen, en een concreet, doortastend antwoord op Europees niveau.

De staat van de Europese rechtsstaat

Bij haar aantreden als Europees Commissievoorzitter in 2019 beschreef Ursula von der Leyen de democratie en rechtsstaat als de fundamenten van het Europese project, en een prioriteit onder haar voorzitterschap. Compromitteren op de rechtsstaat zou niet langer mogelijk zijn, en de Commissie zou niet langer oogluikend toezien dat nationale regeringen die principes met de voeten treden. Ook Didier Reynders sprak straffe taal bij zijn aanstelling als Europees Commissaris voor de rechtsstaat: ‘U zult zien, als het nodig is, nemen we besluiten om de rechtsstaat te beschermen’.

In het derde jaar van de Commissie van Ursula von der Leyen is daar nog weinig van terechtgekomen. Terwijl de gereedschapskist van nieuwe instrumenten, mechanismen en procedures waarmee rechtsstaten als verstopte gootstenen gefikst zouden moeten, steeds verder uitpuilt, loopt de realiteit verder, sneller en angstaanjagender uit de hand.

Victor Orbán heeft het volledige Hongaarse medialandschap ondertussen onder zijn knoet gekregen. Via openbare aanbestedingen is de zakelijke en politieke elite die hem goedgezind is onaantastbaar geworden. Een groot deel van die corrupte verrijking gebeurde met Europese subsidies. In Polen situeren de problemen zich voornamelijk bij de onafhankelijkheid van de rechtspraak. Daar werd een disciplinaire kamer geïnstalleerd, die ‘progressieve rechters’ afstraft of op vervroegd pensioen stuurt. Met een aantal dubbele benoemingen, zoals een minister van Justitie die tegelijkertijd openbaar aanklager is, raakt de rechterlijke en de politieke macht er steeds dieper verweven. In beide landen staan fundamentele rechten en vrijheden van minderheden onder grote druk.

Maar de zorgwekkende ontwikkelingen beperken zich niet tot de Hongaarse of Poolse grenzen. De Europese rechtsorde steunt op het idee dat een rechter in pakweg Portugal de uitspraak van een Poolse collega als evenwaardig erkent. Op die rechtszekerheid steunt het vrij verkeer van personen en goederen, het Europees burgerschap en de interne markt. Wanneer die basis onderuit gemaaid wordt, begint het hele integratieproces te wankelen. Die ontwikkeling is al even gaande.

En daar blijft het niet bij. Onderzoek van Politico toonde deze week hoe Europese wetgeving steeds minder consequent uitgevoerd wordt door de lidstaten, en dat ook de controle daarop -die via het Europees rechtssysteem gebeurt- mank loopt. Europese wetten en regelgeving met serieuze gevolgen voor het milieu, onze gezondheid en onze privacy worden met de voeten getreden van Italië tot in België, zonder duidelijke consequenties.

Een gereedschapskist aan Europese rechtsstaatsinstrumenten

De Europese Commissie beschikt over een arsenaal aan instrumenten om de rechtsstaat te beschermen. Allereerst is er de oude, beproefde methode van een procedure voor het Europees Hof van Justitie. Het Hof waakt over het naleven van de Verdragen door Europese politieke instellingen, alsook door de nationale regeringen. Het aantal vonnissen over rechtsstaatsschendingen stapelt zich daar in rap tempo op, en het lijkt er soms op dat die nietszeggend aan de kant geschoven worden door landen als Polen en Hongarije. Maar dat klopt niet helemaal. Aangezien het Hof grote dwangsommen kan opleggen, die per dag dat het vonnis niet nageleefd wordt kunnen oplopen, kan zo’n uitspraak best indruk maken. Zeker sinds de Commissie aankondigde dat die dwangsommen bij wanbetaling afgetrokken zullen worden van middelen uit het Europees herstelfonds.

Dan is er de beruchte Artikel 7 procedure, waarmee een lidstaat na herhaaldelijke waarschuwingen het stemrecht in de Europese Raad ontnomen kan worden. Het idee achter dat artikel is dat een lidstaat geschorst kan worden als hij niet meer voldoet aan de basisvereisten voor deelname aan het Europees besluitvormingsproces. Een potentieel krachtige noodrem, die echter geen rekening houdt met de mogelijkheid dat meerdere lidstaten misschien wel eens tegelijkertijd zouden afglijden richting autoritarisme, en vanuit die positie elkaar de hand boven het hoofd zouden houden in de unanieme stemming die de procedure vereist. Aangezien Polen en Hongarije zo’n schorsing voor elkaar tegenhouden, is het op dit moment geen piste.

Onder Von der Leyen kwamen er twee nieuwe rechtsstaatinstrumenten bij. Het eerste is het jaarlijks rapport over de staat van de rechtsstaat in iedere lidstaat. De Commissie maakt die evaluatie op basis van uitgebreid onderzoek en consultaties bij experts, politieke instellingen en organisaties uit het middenveld. Dat rapport werd vorige week gepubliceerd. Voor België werd daarin onder andere personeelstekort bij Justitie aangekaart, het aanslepen van gerechtelijke procedures en het gebrek aan heldere richtlijnen voor politici die na hun ambt een rol in het bedrijfsleven opnemen. Polen en Hongarije buisden voor de derde keer op rij op basisbeginselen van de rechtsstaat. Maar terwijl de lamentabele toestand in detail beschreven wordt, blijven de aanbevelingen eerder zachtaardig en adviserend van toon.

Toch zou het oneerlijk zijn om het rechtsstaatsrapport als een Brusselse bureaucratische bezigheidstherapie naar de prullenbak te verwijzen. Het documenteren en monitoren van rechtsstaatsontwikkelingen is een belangrijke oefening, al is het maar om meer bewustzijn te kweken rond de basisbeginselen van democratie en rechtsstaat, en om via een vergelijking met andere lidstaten tekortkomingen te herkennen die we zelf niet meer opmerken. Het rapport geeft een stem en legitimiteit aan organisaties die pluralisme, fundamentele grondrechten en vrijheden verspreiden en beschermen, en dwingt nationale overheden te luisteren naar hun specifieke bezorgdheden. Daarmee is het rapport niet meer dan het beweert te zijn: een preventief instrument, dat via dialoog verbetering teweeg probeert te brengen.

Maar het rechtsstaatsrapport heeft geen tanden. Een minidictator als Orbán zal van zijn slechte cijfers niet wakkerliggen. Dat geldt wel voor het tweede nieuwe instrument: de voorwaardelijkheid van de Europese begroting. Die stelt de Commissie in staat om de Europese geldkraan dicht te draaien wanneer er ernstige en aanhoudende rechtsstaatsschendingen zijn. Aangezien zowel Polen als Hongarije dit voorjaar snakten naar hun portie centen uit het Europees herstelfonds, had de Commissie de kaarten in handen om eindelijk reële stappen in de goede richting af te dwingen.

De tanden van de Europese begroting

Even leek het erop dat ze daarin zou slagen. Tot begin deze maand weigerde de Commissie het Poolse deel van het coronaherstelfonds uit te betalen, voor er reële verbeteringen gemaakt zouden worden op vlak van de rechtsstaat. Maar toen brak er een oorlog uit waarbij miljoenen vluchtelingen de Europese grens bij Polen overstaken. Omdat de Commissie en de andere lidstaten die opvang liefst in Poolse handen laten, kreeg de regering een gigantische politieke hefboom in handen om de Brusselse geldkraan terug open te schroeven. Een groep van 40 ngo’s richtte zich in een open brief aan de Commissie, met grote zorgen over de mate waarin het geld dat de EU voor deze vluchtelingencrisis aan de Poolse regering overmaakte, ook terecht komt bij de lokale overheden en organisaties die de vluchtelingen opvangen.

Dat er alsnog gecompromitteerd wordt over de rechtsstaat, is een slechte zaak. Juist vandaag zou de Commissie daadkrachtig en consequent moeten handelen. De kranten staan vol economische doemverhalen en het beleid van begrotingsstriktheid en bezuiniging lijkt daarmee snel terug te keren. Kwetsbare groepen worden geconfronteerd met stijgende energie- en voedselprijzen, en een klimaatcrisis zonder hoopgevend antwoord brengt meer onzekerheid en instabiliteit in het verschiet. En in verschillende lidstaten staan extreemrechtse, antidemocratische partijen bijzonder dicht bij de macht. Ook als de vrees voor meer autoritarisme in Europa ongegrond is, zou geen deur op een kier mogen staan via dewelke antidemocratische partijen in deze perfect storm aan onze democratische en rechtsstatelijke grondrechten komen.

Partner Content