Mukesh Kapila

‘Geen tijd voor laksheid, Somalië staat op de rand van een historische hongersnood’

Mukesh Kapila Professor emeritus Humanitaire Zaken aan de Universiteit van Manchester

Somalië staat op de rand van een hongersnood zoals die van Ethiopië in 1984, schrijft Mukesh Kapila, professor emeritus Humanitaire Zaken aan de Universiteit van Manchester. Hij ontwaart een zekere vorm van zelfgenoegzaamheid bij donoren, die hij als ongepast omschrijft.

Somalië staat op de rand van een catastrofe. Volgens een recente evaluatie hebben 7,7 miljoen Somaliërs op dit moment hulp nodig, een vergelijkbaar aantal met diegenen die in 1984 getroffen werden door de Ethiopische hongersnood – een van de ergste humanitaire rampen in de geschiedenis die aan een miljoen mensen het leven kostte.

Er wordt al een tijdje gewaarschuwd voor een vergelijkbaar tafereel.

Geen regen, slecht bestuur en oorlog

Dat de broodnodige regen al drie jaar uitblijft, is de directe aanleiding voor de aankomende hongersnood. Het resultaat is de ergste droogte in de Hoorn van Afrika in veertig jaar. Aan de basis: de stijgende temperaturen door klimaatverandering. Versterkende factoren zijn onder meer langdurige politieke en sociale onrust, met tientallen jaren van conflict en slecht bestuur.

Somalië wordt daarnaast ook sterk getroffen door de oorlog tussen Oekraïne en Rusland. Het land haalt immers 90 procent van zijn tarwe uit die regio, en tarwe is goed voor twee derde van het Somalische dieet. Ook de prijzen voor bakolie, bonen, rijst en suiker zijn verdubbeld door de secundaire gevolgen van het conflict: de hogere kostprijs van brandstof, transport en landbouwproducten zoals kunstmest.

Donoren

Humanitaire organisaties hebben donoren opgeroepen om te helpen. De VN hebben om 1,46 miljard dollar gevraagd. Het Internationale Rode Kruis heeft nog eens 14,2 miljoen dollar nodig. Dit is veel meer dan wat Somalië tot nu toe heeft ontvangen. Medio 2022 had de VN-oproep voor Somalië 280 miljoen dollar opgebracht. Andere oproepen brachten nog eens 208 miljoen dollar in het laatje, en zo heeft Somalië ongeveer een half miljard dollar aan humanitaire financiering kunnen verzamelen.

Als humanitair expert dring ik er bij de internationale gemeenschap op aan niet zelfgenoegzaam te zijn. Extra humanitaire hulp is essentieel om levens te redden en lijden te verzachten. De Somalische regering heeft niet de capaciteit om alle getroffen mensen te ondersteunen en hun persoonlijke copingstrategieën zullen snel tekort schieten.  

Hongerigste natie ter wereld

Somalië heeft eerder al te maken gekregen met verschillende voedselcrises. De ergste was in 1992: toen kwamen 300.000 mensen om het leven, voornamelijk door een politiek van sektarisme die voedsel als oorlogswapen heeft gebruikt. De hongersnood tussen 2010 en 2012 kostte 260.000 mensen het leven, deze keer was ernstige droogte de oorzaak.

De Somalische bevolking is sinds de jaren 1990 meer dan verdubbeld, tot 16 miljoen mensen vandaag. Een wereldwijde methodologie – waarbij de ernst van voedselcrises wordt berekend op basis van metingen van honger, ondervoeding en sterfte – geeft aan dat van de 7,7 miljoen Somaliërs die humanitaire hulp nodig hebben, minstens 4 miljoen mensen dringende voedselhulp behoeven. Van hen zijn er al een miljoen in de zogeheten pre-hongersnood, waardoor dit mogelijk de ergste crisis in de recente geschiedenis van Somalië is geworden.

Zelfs zonder hongersnood is Somalië de meest hongerige natie ter wereld, zoals gedefinieerd door de Global Hunger Index. Dit is zowel een oorzaak als een gevolg van het feit dat het land de op één na armste natie ter wereld is. In 2020 bedroeg het bruto nationaal inkomen (BNI) per hoofd van de bevolking 420 dollar, vergeleken met 890 dollar in Ethiopië of 1840 dollar in Kenia.

Somalië bevindt zich in deze situatie vanwege een combinatie van een lange geschiedenis van politieke instabiliteit, conflicten, slechte voedselproductie en, dus nu ook, extreme weersomstandigheden.

Ernstige ondervoeding

Somaliërs hebben elke dag opnieuw moeite om genoeg te eten te krijgen – 2100 calorieën per dag – en worden gedwongen om goedkopere basisproducten te kopen, zoals maïs, sorghum, rijst en tarwe, met wat olie. Er is weinig fruit-, groente- en vleesconsumptie. Dit, wat voedingsstoffen betreft, arme  dieet kost het gemiddelde gezin ongeveer 7 dollar per dag, een fortuin in een land waar twee derde van de bevolking leeft van minder dan 1,90 dollar per dag, wat door de wereld is bepaald als de extreme armoedegrens.

Zelfs onder normale omstandigheden is een vijfde van de Somalische kinderen ernstig of matig ondervoed waardoor meer dan 10 procent hun vijfde verjaardag niet haalt. Als deze hongersnood echt doorzet, zal het lot van vele kinderen verschrikkelijk zijn.

Coping

Somalië’s economie is sterk van hulp afhankelijk en de capaciteit van de institutionele werking is beperkt. Deze basis is nooit voldoende geweest om goed zorg te kunnen dragen voor de burgers, ondanks indrukwekkende ontwikkelingsplannen die er zijn voor het land. Somaliërs moesten dus altijd vindingrijk zijn en veerkracht tonen door eigen copingstrategieën te ontwikkelen.

Deze omvatten traditionele mechanismen voor sociale bescherming en wederzijdse hulp. En de belangrijkste strategie is dat Somaliërs historisch gezien vaak omgingen met problemen door te verhuizen. Een nomadische levensstijl betekende dat zeker een derde van de bevolking kon verhuizen wanneer dat nodig was.

Maar een toename van de frequentie en intensiteit van droogte heeft hele gemeenschappen gedwongen om naar de steden te verhuizen. Daar worden ze veroordeeld tot overleven in overbezette kampen, waar vaak niet in de basisbehoeften is voorzien.

Reddingslijn

Veel Somaliërs trekken daarom verder weg. Naar schatting twee miljoen hebben hun kansen gezocht buiten hun thuisland. Het geld dat ze overmaken naar het thuisfront, de zogeheten remittances, bedraagt ongeveer 1,4 miljard dollar per jaar, wat overeenkomt met ongeveer 25 procent van het bruto binnenlands product van Somalië en meer dan het totaal van buitenlandse hulp en investeringen. Voor de pandemie was minstens een vijfde van de Somalische gezinnen afhankelijk van wat geld uit het buitenland.

Tijdens de pandemie daalden de remittances met twee derde, maar ondertussen herstellen ze zich terug. Een nog grotere bedreiging voor deze reddingslijn voor wanhopige families zijn de antiterroristische wetten om witwassen tegen te gaan die door westerse landen zijn opgelegd in de nasleep van de aanslagen van 9/11. Die maken het moeilijker en duurder om fondsen te ontvangen, en zelfs humanitaire organisaties hebben het daardoor al moeilijk gehad.

Omdat de droogte zo wijdverbreid is en zo veel mensen treft, staan deze copingstrategieën onder extreme druk nu hongersnood dreigt.

Humanitaire respons en vooruitzichten

Humanitaire hulp is gewoon cruciaal. Somalië krijgt doorgaans ongeveer een miljard dollar per jaar voor alle soorten van hulp. Donoren – voornamelijk de EU, het VK en de VS – die Somalië al decennialang helpen, hebben hun steun zo geïnstitutionaliseerd dat het min of meer deel uitmaakt van hun standaard hulpbudget, inclusief een lichte opwaartse trend in de afgelopen jaren.

Hoewel de bezorgdheid bestaat dat tal van andere crises – waaronder extra eisen om voorbereid te zijn op klimaatschokken, het herstel na covid en de oorlog in Oekraïne – de budgetten van donoren onder druk zullen zetten, hoopt Somalië dat er niet snel zal worden bezuinigd op hulp.

Dat komt door een progressieve trend onder donoren om hun officiële hulp te concentreren op minder landen, armere landen, en grotere humanitaire interventies nu rampen en conflicten een hogere menselijke kost met zich meebrengen. Zelfs hier geven donoren prioriteit aan een bijdrage op grond van geopolitieke redenen, zelfs ondanks risico’s voor zichzelf als gevolg van crises en instabiliteit elders.

Geopolitiek

Het is tragisch voor Somalië dat het aan alle criteria voldoet om een prioritaire ontvanger van hulp te zijn, aangezien het een van de armste en meest crisisgevoelige landen ter wereld is. Ook vanwege de ligging in een geopolitiek gevoelige regio, waarvan de instabiliteit verschillende rijke landen in het Noorden zorgen baart door de mogelijke export van terrorisme en migranten.

Maar dat zijn geen redenen voor zelfgenoegzaamheid. Humanitaire hulp is nooit voldoende geweest om in alle levensreddende middelen te voorzien. En momenteel zal de kloof tussen de hulp die Somalië waarschijnlijk zal krijgen en zijn sterk toegenomen behoeften door de samenvloeiing van zoveel ongunstige elementen, groter worden. Dat betekent meer lijden – en meer ondervoeding en sterfte – in de komende maanden.

Er zijn geen gemakkelijke oplossingen. Maar rampzalige gevolgen kunnen beter worden beperkt als deze hulpstrategieën hun effectiviteit en efficiëntie maximaliseren door middel van meer gedecentraliseerde en gelokaliseerde benaderingen die de lokale coping van mensen versterken, en niet gewoon hulp op Somalië dumpen.

Het is ook waar dat buitenlandse hulp – op welk niveau dan ook – de onderliggende en terugkerende problemen van Somalië niet zal oplossen. Alleen politieke en sociale veranderingen in Somalië kunnen dat doen, wanneer hun mensen en leiders klaar zijn en voldoende georganiseerd en coherent om dit te doen.

Deze opinie is eerder verschenen bij IPS-partner The Conversation.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content