Jan-Willem Geerinck

‘Durf te denken. Omarm het kapitalisme. Red de democratie’

Jan-Willem Geerinck Senior recensent bij denktank Liberales.

‘Het Belgische klimaatbeleid lijkt op het belastingbeleid: het is geknutsel dat wel wat pleisterwerk pleegt op de Belgische koterijen maar nergens de fundamenten beroert’, schrijft Willem-Jan Geerinck van Liberales. Hij doet een aantal voorstellen om verder te kijken dan de volgende verkiezingen. Lees hier alle andere bijdragen van onze zomerreeks De doordenkers van Knack.be: Waarheen met ons geld?

Terwijl ik deze woorden schrijf, kondigt men op Klara een plan aan om te vermijden dat Vlaanderen ook het slachtoffer zou worden van een ‘waterbom’. Het is immers precies een jaar geleden dat de Wallonië het slachtoffer werd van een zondvloed die de dood van 41 mensen eiste.

Ik hoor een politicus zeggen: ‘We gaan dat plan uitvoeren. En liever vandaag dan morgen.’

Grote woorden.

Ik denk bij mezelf, ‘Waar gaat u daarvoor de fondsen vinden?’

Werktuigelijk komen ook de woorden van de Amerikaanse visionair Buckminster Fuller in mijn gedachten: ‘Politici zijn altijd aan het manoeuvreren voor de volgende verkiezingen. Ze zijn nutteloos als fundamentele probleemoplossers.’

Ik moet tegenwoordig vaak aan die woorden denken. Het zijn woorden uit de jaren zestig van de vorige eeuw maar ze zijn vandaag bijzonder actueel.

Want steeds meer stel ik me de vraag of je binnen het kader van een democratie het klimaat kan redden. Dat klimaat redden, een groen beleid voeren, vraagt namelijk inspanningen en offers die de mensen moeite en geld zullen kosten. Dat soort maatregelen doorvoeren vraagt politieke durf en moed.

Durf en moed, maar geen enkele politicus wil zijn hoofd op het blok leggen. We herinneren ons allemaal nog hoe Kristof Calvo zich in 2019 verslikte in het salariswagensdossier. Niet veel later laste hij een pauze in in zijn politieke carrière.

De vloek van de democratie, zullen we dan maar zeggen, want Calvo had gelijk, dat zal niemand betwisten. De lasten op arbeid zijn in België te hoog en werknemers worden betaald in auto’s in plaats van cash. En iemand die ooit een auto kreeg, wil die niet zomaar weer afgeven.

Ik begrijp dat, maar mijn begrip helpt de groene zaak niet.

Als we de groene zaak echt willen helpen moeten we nadenken over de fundamentele problemen. Betonstop. Salariswagens. Rekeningrijden. Kernenergie. Het zijn woorden die politici jammer genoeg pijnlijk in de oren klinken.

De aarde is een taart, iedereen wil het laatste stukje. Iedereen reikt gulzig naar de laatste hap. Wat levert dat op? Vervuilde lucht, vervuild water en verknipte landschappen. Lucht, water, natuur, het zijn essentiële ‘grondstoffen’ die aan iedereen zouden moeten toebehoren.

Daarom een aantal voorstellen.

Ten eerste, ontwikkel een langetermijnvisie die de volgende verkiezingen overstijgt. Focus niet te veel op koopkracht maar ijver voor zingeving en welbevinden.

Ten tweede, probeer niet het kapitalisme te demoniseren. Het is nog makkelijker zich het einde van de wereld voor te stellen dan het einde van het kapitalisme. Omarm het kapitalisme maar reken alle externe kosten (vervuiling, gezondheidsgevolgen) door aan de eindgebruiker.

Ten derde, belast producten in plaats van arbeid. Roland Duchâtelet, de oprichter van de ter ziele gegane partij Vivant zei onlangs nog: ‘een GSM van duizend euro, daar zou wat mij betreft duizend euro belasting op geheven mogen worden.’ Ik ben het daar mee eens. Belast consumptie. Belast luxe. Geef iedereen ook een rantsoen basisenergie aan zes procent BTW maar laat de mensen die hun zwembaden willen verwarmen en meer dan hun basisrantsoen gebruiken, de volle 21% betalen.

Ten vierde, durf te denken.

Een paar jaar geleden werd ik gevraagd het boek Why liberalism works van Deirdre McCloskey te recenseren. Die recensie is er nooit gekomen omdat ik het boek niet goed genoeg vond. Een gedachte uit dat boek is wel blijven hangen.

De auteur opperde om het Amazoneregenwoud te privatiseren om het van kap te vrijwaren. Ik steigerde maar vandaag twijfel ik of dat wel terecht was. Ik kwam immers inmiddels aan de weet dat in de jaren negentig van de vorige eeuw, Douglas Tompkins, oprichter van zowel het kampeerspullenmerk The North Face als het modemerk  Esprit, samen met zijn echtgenote achthonderdduizend hectare wildernis had opgekocht in Chili en Argentinië, meer dan wie ook in de regio. Na zijn dood heeft Tompkins al dat land terug geschonken aan de desbetreffende regeringen en die hebben de schenking aanvaard. Het werden beschermde nationale parken.

Vandaag lees ik in de krant dat er nog nooit zoveel regenwoud gekapt is in Brazilië dan dit jaar. Elke vijftien seconden verdwijnt er een voetbalveld aan oppervlakte.

En dan stel ik me de vraag, zou de gezamenlijke rijkdom van Elon Musk, Bill Gates, Zuckerberg en Jeff Bezos — zou die rijkdom niet volstaan om alle regenwouden van de wereld op te kopen? Valt dat niet te verkiezen boven de kap die onder het goedkeurend oog van Bolsonaro gebeurt?

Durf dus te denken.

Is dat genoeg? Allicht niet. Het is een begin.

In zekere zin lijkt het huidige Belgische klimaatbeleid op haar belastingbeleid: het is een knutselbeleid dat wel wat pleisterwerk pleegt op de Belgische koterijen maar nergens de fundamenten beroert.

En het is net die fundamenten waar het schort. Zoals ik eerder zei: Betonstop. Salariswagens. Rekeningrijden. Kernenergie. Zullen  we daarover eens nadenken en de grote lijnen uitstippelen voor de volgende 50 jaar?

Of houden we vast aan de met plakband aan elkaar geplakte maatregelenbrij?

Partner Content