Jordy Sabels
‘Drempels aan de start van het academiejaar: voor veel jongeren is een kot geen luxe maar een noodzaak’
‘De weg naar het hoger onderwijs verloopt voor jongeren die opgroeien in de bijzondere jeugdzorg nog steeds via een stevige portie geluk en een parcours dat veel weg heeft van een olympische hordewedstrijd’, schrijft Jordy Sabels (Groen) bij de start van het nieuwe academiejaar. ‘Het is een pijnlijke vaststelling om te merken dat sommige zaken niet verbeterd zijn op 14 jaar tijd.’
Welke drempels en uitdagingen heb jij ondervonden tijdens jouw studies? Had jij hulp om deze te overwinnen of stond je er grotendeels alleen voor?
Met de grote trom kondigde minister Matthias Diependaele – in het kader van de septemberverklaring – aan dat hij 3300 sociale koten wil bijbouwen. Een maatregel die – laten we niet naïef zijn – niet genomen wordt omwille van sociaal idealisme maar puur als populariteitsmaatregel richting verkiezingen. Het idee op zich is echter niet verkeerd. De kotenmarkt is asociaal en werpt daardoor drempels op die niet voor iedereen zichtbaar blijken te zijn. Zo werd deze investering door heel wat Twitteraars weggezet als cadeautje voor de middenklasse, maar is dat wel zo? Zijn er dan geen studenten die een kot nodig hebben om te gaan studeren? Om deel te kunnen zijn van de maatschappij en door te groeien naar het hoger onderwijs?
Er zitten nog heel wat drempels richting het hoger onderwijs voor heel wat groepen in de maatschappij, zo ook voor jongeren die zoals mij opgegroeid zijn in een jeugdinstelling. Nog geen 5% van de jongeren die opgroeien in de bijzondere jeugdzorg groeien door naar het hoger onderwijs en behalen ook een bachelordiploma aan het einde van de rit. Willen ze verder studeren? Dan zijn ze afhankelijk van het geloof dat anderen in hen hebben en van financiële steun. Voor die financiële steun zijn ze vaak afhankelijk van een leefloon, waarvoor ze een (kot)adres nodig hebben. Een thuis/kot is voor deze jongeren dus geen luxe maar een noodzaak.
Het is daarnaast ook niet de enige drempel voor deze jongeren richting hoger onderwijs. De wachtlijsten om gewoon ondersteuning te kunnen krijgen en vanuit een moeilijke thuissituatie in de bijzondere jeugdzorg terecht te komen, is ondertussen zo lang geworden dat de drempel naar het krijgen van kansen groter geworden is dan ooit. Het is een pijnlijke vaststelling om te merken dat sommige zaken niet verbeterd zijn op 14 jaar tijd. Ik heb veel moeilijke wateren moeten doorzwemmen om in 2009 aan de universiteit te beginnen, maar vandaag is de weg niet simpeler geworden, integendeel.
De weg naar het hoger onderwijs verloopt voor deze groep nog steeds via een stevige portie geluk en een parcours dat veel weg heeft van een olympische hordewedstrijd. Het is een weg van vallen en opstaan, van een netwerk rond je heen hebben en bouwen, een OCMW-medewerker vinden die in je kan geloven, een kot kunnen vinden, een job hebben om de rest van de kosten te financieren, in je eigen kunnen vertrouwen en zoveel meer. De drempels richting het hoger onderwijs ontstaan deels door het niet geloven in deze jongeren en een stigma waar ik al jaren een strijd tegen probeer te voeren, zonder resultaat.
Het geloof in deze jongeren is van cruciaal belang om over de drempel naar het hoger onderwijs heen te geraken. Een aanklampende consulent, opvoeders met tijd, een leerlingenbegeleider met een open blik het zijn allemaal personen die je vandaag minder makkelijk kan tegenkomen dan in 2009. Door besparingen in de bijzondere jeugdzorg – de middelen worden al jaren niet geïndexeerd – krijgt het zo essentiële netwerk voor deze jongeren om steun te bieden richting verdere studies steeds minder ruimte.
(Lees verder onder de preview.)
Als we dus willen dat er meer jongeren uit de bijzondere jeugdzorg verder gaan studeren in het volgend academiejaar dan hebben we niet genoeg aan meer koten, maar zijn er ook meer middelen nodig om de wachtlijsten in de jeugdzorg weg te werken en meer begeleiders nodig om deze jongeren het geloof te geven dat de sprong naar het hoger onderwijs een optie is.
En daar stopt het niet, want starten is niet alles, de rit uitdoen blijkt ook niet zo evident en dat heeft deels te maken met de financiële component. Studeren is duur, ook met een studiebeurs. Je woont 7/7 alleen en moet studeren combineren met heel wat administratie, een studentenjob en de immense druk om te presteren. Je punten worden elk semester stevig onder loep genomen door het OCMW. Het is door die extra druk dat veel studenten uit de bijzondere jeugdzorg bezwijken en uiteindelijk geen diploma behalen. Met extra ondersteuning kan je die druk verminderen, wat al een stevige drempel zou wegnemen.
Hoe kunnen we die drempels dan doen verdwijnen? Door beter beleid te voeren. Dat klinkt simpel, maar dat blijkt het niet te zijn. De politiek moet het geweer van schouder veranderen en kiezen voor een beleid dat een zorgzame samenleving creëert, een maatschappij waarin drempels onbestaande worden, waarin we kiezen voor het wegwerken van wachtlijsten in de brede zorg en niet enkel in de kinderopvang.
We hebben zowel in de politiek als in de brede maatschappij nood aan een helikopterperspectief, dat terug focust op de samenleving en niet op individualisme, enkel zo krijgen we iedereen terug mee, ook zij die vandaag veel drempels ervaren. Laten we samen gaan voor een verhaal waarin geluk geen rol speelt in het benutten van capaciteiten, maar iedereen gelijke kansen krijgt, want dat willen we hopelijk allemaal.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier