Vrijdaggroep

‘De trein moet een nieuwe hoeksteen van de Europese integratie worden’

‘België moet de drijvende kracht achter het intra-Europese spoorwegvervoer worden’, schrijft Dorian Feron van de Vrijdaggroep.

Het laatste Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie gaat terug tot juli 2010. Indertijd nam de aftredende regering van Yves Leterme het voorzitterschap over in een sombere politieke context die zou uitmonden in een treurig record van 541 dagen zonder regering. Hoewel er sindsdien heel wat water door de Zenne is gevloeid, zou het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie vanaf 1 januari 2024 wel eens in een soortgelijke context van start kunnen gaan. In 2024 zijn er immers parlementsverkiezingen gepland middenin het Belgische voorzitterschap, waardoor er een ernstig risico bestaat dat de institutionele doos van Pandora opnieuw opengaat.

Paradoxaal genoeg werd het voorzitterschap van de regering Yves Leterme toegejuicht omdat de Belgische ministers, door de regering in lopende zaken, ten volle beschikbaar waren voor Europese dossiers. Over de praktische aspecten van het Belgische voorzitterschap, zoals de agenda, budgetten en logistiek, was al lang vóór de val van de regering overeenstemming bereikt. Het is aan de huidige regering om hetzelfde te doen en een ambitieus programma voor te stellen.

Blijven reizen in Europa, maar anders

Om de Europese Unie aantrekkelijker te maken en haar burgers dichter bij elkaar te brengen moet een tastbaar beleid worden ingevoerd. Een van de sectoren waar Europeanen concreet en doeltreffend beleid verwachten, is intra-Europese mobiliteit. Dankzij het Erasmusprogramma en de opkomst van goedkope luchtvaartmaatschappijen raakten velen van ons het immers gewoon om de talrijke wonderen van ons continent te ontdekken. Het zou jammer zijn om hiervan af te stappen, want deze ontdekkingsreizen voeden de Europese gedachte, prikkelen de nieuwsgierigheid en stellen ons in staat om andere culturen te leren kennen.

Maar veel mensen geven er tegenwoordig de voorkeur aan om anders te reizen: ze reizen graag minder – of zelfs helemaal niet meer – met het vliegtuig. Sommigen uit ecologische overwegingen, anderen omdat de prijs een spelbreker blijkt te zijn. Onder het Belgische voorzitterschap moet dit thema worden aangepakt. De trein en in het bijzonder de nachttrein moet een nieuwe hoeksteen van de Europese integratie worden.

De trein als vector voor integratie

Terwijl korte vluchten alleen al 3% van de koolstofuitstoot in de Europese Unie veroorzaken, vervoert de trein minder dan 8% van alle passagiers in Europa. Paradoxaal genoeg bestond er tot aan de eeuwwisseling een ambitieus netwerk van nachttreinen, met treinen die de grote Europese hoofdsteden met elkaar verbonden. Twee factoren maakten daar (bijna) een einde aan: door goedkope luchtvaartmaatschappijen kelderden de prijzen en door de liberalisering van de spoorwegen moesten commerciële spoorwegmaatschappijen een vergoeding betalen om toegang tot het spoor te krijgen.

Bovendien wordt de harmonisatie van de spoorwegsector in de Unie bemoeilijkt door de versnippering van de Europese spoorwegen in autonome, nationale systemen en door een gebrek aan efficiëntie en flexibiliteit.

Het Belgische voorzitterschap moet de fundamenten leggen voor een eengemaakte spoorwegruimte, een 30 jaar oud concept dat maar moeizaam gestalte krijgt ondanks meerdere pakketten spoorwegwetgeving sinds 2001. Om de wensen van de Europeanen, in het bijzonder de jongere generatie, in te willigen en te voorzien in minder vervuilende manier tot vervoer binnen de Unie, moet er aan drie pijlers worden gewerkt: de financiering en prijsstelling van de infrastructuur, de belemmeringen voor concurrentie en de aanpassing van regelgeving op het vlak van signalisatie en verkeersleiding. Voorts moet men treinverkeer op gelijke voet stellen met andere vervoermiddelen volgens het principe “de vervuiler betaalt”.

België als pionier

België was een pionier op het vlak van spoorvervoer toen op 5 mei 1835 de eerste drie stoomtreinen op het continent Brussel met Mechelen verbonden. “Alles moet veranderen opdat alles hetzelfde blijft” stelt Giuseppe Tomasi di Lampedusa in De tijgerkat. Om ervoor te zorgen dat er niets verandert, moet België de drijvende kracht achter het intra-Europese spoorwegvervoer worden. België en de Unie zouden hierdoor aan populariteit winnen.

Dorian Feron is Investment Manager bij de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM-SFPI) en lid van de Vrijdaggroep.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content