Hendrik Vuye & Veerle Wouters

‘Zware fiscale fraude mag niet ongestraft blijven vanwege kleine procedurefout’

Hendrik Vuye & Veerle Wouters Hoogleraar (UNamur) en lector (Hogeschool PXL), voormalige V-Kamerleden

‘Wat is er eerlijk aan iemand die vrijuit gaat omwille van een kleine procedurefout’, vragen Hendrik Vuye en Veerle Wouters. ‘Veel burgers pikken het niet dat kleine procedurefouten bijzonder grote gevolgen hebben.’

Kleine procedurefouten mogen niet leiden tot vrijspraak in strafzaken of het niet mogen gebruiken van bewijs in fiscale zaken, schrijven Hendrik Vuye en Veerle Wouters. Dit alles met respect voor de rechten van de burger.

Op 22 mei velde het Hof van Cassatie het Optibelz-arrest over onrechtmatig verkregen bewijs in fiscale zaken. Voortaan kan onrechtmatig verkregen bewijs toch rechtsgevolgen hebben. De fiscus mag dit bewijs in rekening brengen. In tijden van Luxleaks, Swissleaks en fiscale klokkenluiders, een hot topic.

Fiscalisten en Balie reageren afwijzend. De Orde van Vlaamse Balies (OVB) stuurt op 10 juni volgend persbericht de wereld in: “De Orde van Vlaamse Balies, die alle Vlaamse advocaten groepeert, betreurt dat het arrest van het Hof van Cassatie (22 mei 2015) toelaat dat de fiscus onrechtmatig verkregen bewijs mag gebruiken om het bestaan van een belastingschuld aan te tonen”.

‘Zware fiscale fraude mag niet ongestraft blijven omwille van een kleine procedurefout’

Strafpleiters die betreuren dat procedurefouten niet leiden tot vrijspraak, dat valt te begrijpen. Dat sommige fiscalisten nu hetzelfde pad opgaan, al evenzeer. Het doet denken aan de “fruit of the poisonous tree”-doctrine van de U.S. Supreme Court. Dit betekent dat bewijsmateriaal verkregen met miskenning van de rechten van de verdachte niet mag worden aangewend (U.S.S.C.13 juni 1966, Miranda v. Arizona). Onrechtmatig verkregen bewijs is als ‘een vrucht van een giftige boom’ en mag geen enkel gevolg hebben. Maar is dit wel zo logisch? Is de vrucht van een giftige boom, wel altijd giftig? Gaat het wel altijd om een verboden vrucht?

Burgers nemen het alvast niet dat kleine procedurefouten, bijzonder grote gevolgen hebben. Vrijspraak in strafzaken of het het niet mogen gebruiken van bewijs in fiscale zaken, is een sanctie die vaak disproportioneel is. De burger pikt dit niet. Wij evenmin. Zware fiscale fraude mag niet ongestraft blijven omwille van een kleine procedurefout.

‘Heeft deze rechtspraak het wapenarsenaal van procedurepleiters enigszins uitgehold?’

Deze nieuwe tendens in de fiscale rechtspraak is niet verrassend. Het arrest in fiscale zaken, sluit naadloos aan bij de Antigoonrechtspraak van het Hof van Cassatie in strafzaken (14 oktober 2003). In dit arrest beslist het Hof dat er geen enkele rechtsregel bestaat die elk gebruik van onrechtmatig verkregen bewijs verbiedt. De strafrechter moet zelf oordelen welk gevolg hij verbindt aan de onrechtmatigheid. De rechter beschikt dus over een beoordelingsmarge. De Orde van Vlaamse Balies stelt dat dit een uitholling is van de rechtsbescherming. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelt daar alvast anders over en beslist dat deze Antigoonrechtspraak niet in strijd is met het recht op een eerlijk proces (EHRM 28 oktober 2009, Lee Davis tegen België). Van enige uitholling van rechtsbescherming is dan ook geen sprake. Ongetwijfeld heeft deze rechtspraak wel het wapenarsenaal van procedurepleiters enigszins uitgehold.

In fiscale zaken gelden voortaan gelijkaardige regels. Toch is dit geen vrijbrief voor de fiscus. Het is niet zo dat onrechtmatig bewijs nu altijd rechtsgevolg zal hebben. Dit zal niet het geval zijn wanneer de fiscale administratie de beginselen van behoorlijk bestuur miskent, of wanneer het recht op een eerlijk proces van de belastingplichtige in het gedrang komt.

De fiscale administratie en de rechter moeten de in het geding zijnde belangen afwegen. Er is enerzijds het belang van de staat -dat zijn wij allen- op het innen van belastingen. Anderzijds is er het recht van de belastingplichtige op een correcte toepassing van de fiscale regels, met inbegrip van de procedureregels.

‘Een gevoel van klassenjustitie ondermijnt de geloofwaardigheid van justitie.’

Er is dus geen enkele reden waarom de regels inzake het vergaren van bewijs in strafzaken, ook niet zouden worden toegepast in fiscale zaken. Op zich is dit helemaal geen uitholling van de rechtsbescherming. Afwegingen dienen wel dossier per dossier gemaakt, op basis ban de feiten. Wat eigenlijk botst met een daadwerkelijke rechtsbescherming, is dat sommigen vrijuit gaan wegens minuscule procedurefouten. Dit holt pas de rechtsbescherming uit. Het geeft een gevoel van klassenjustitie en dit ondermijnt de geloofwaardigheid van justitie.

In het arrest Optibelz zijn het bijvoorbeeld de verkeerde ambtenaren die informatie hebben opgevraagd bij hun Portugese collega’s. Dit is formeel een onregelmatigheid, maar welk recht van de belastingplichtige komt hier in het gedrang? Komen de rechten van de maatschappij niet veeleer in het gedrang, mocht deze info niet mogen gebruikt worden?

Als reactie op het cassatiearrest van 22 mei schrijft een fiscalist dat belastingambtenaren zich strikt moeten houden aan de bewijsregels. Dit principe zorgt voor rechtszekerheid en is een rechtstaat waardig. Dit is een absolute visie op procedure. Gelijkaardige argumenten zal men vaak horen bij strafpleiters. Zij verliezen echter een wezenlijk aspect uit het oog. Procedureregels zijn niet absoluut, maar beogen een bepaald doel. Procedureregels moeten een eerlijk proces bewerkstelligen.

Maar wat is er nu eerlijk aan een fiscaal geding of een strafproces waar iemand vrijuit gaat omwille van een kleine procedurefout die op geen enkele wijze zijn rechten in het gedrang brengt? Is het dan eerlijk dat elke kleine misstap van een fiscaal inspecteur, maakt dat een fraudeur vrijuit gaat?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content