Bart Maddens (KU Leuven)

Zijn de stemcomputers wel te vertrouwen?

Als zelfs de staatssecretaris verantwoordelijk voor de modernisering en de digitalisering van de overheid, Hendrik Bogaert, zegt dat verkiezingen te belangrijk zijn in een democratie om ze toe te vertrouwen aan computers, wie zijn wij om hem tegen te spreken?

Een paar weken geleden raakte bekend dat bijna de helft van de kiezers elektronisch zal stemmen op 25 mei. Maar er is een groot verschil tussen de gewesten: in Brussel stemt iedereen elektronisch, in Vlaanderen 58% en in Wallonië slechts 20%. Dat het overgrote deel van de Walen nog met potlood en papier zal stemmen heeft voor een stuk te maken met de hoge kostprijs van het elektronische alternatief. Maar daarnaast blijken de Walen een gezonde scepsis aan de dag te leggen ten aanzien van de stemcomputer. Er is daar zelfs een drukkingsgroep opgericht tegen het elektronisch stemmen: PourEVA (pour une éthique du vote automatisé). Het is gek dat dit wantrouwen niet vooral leeft in Vlaanderen. Wie het meest stemt voor anti-systeem partijen zou normaal ook het meest wantrouwig moeten zijn. Want die partijen zijn het meest voor de hand liggende mikpunt van een eventuele vervalsing van de verkiezingsuitslag.

Is het paranoïde om met die mogelijkheid rekening te houden ? Allicht wel. Maar de tegenstanders van de stemcomputers willen het zekere voor het onzekere nemen. De kiesverrichtingen moeten voor honderd procent transparant zijn en controleerbaar door de burgers. Dat is ook de reden waarom het Duitse Grondwettelijk Hof zich in 2009 heeft uitgesproken tegen het elektronisch stemmen. Daarom ook heeft Nederland in 2007 beslist om terug te keren naar potlood en papier.

Toegegeven, het nieuwe stemsysteem dat sinds 2012 in Vlaanderen wordt gebruikt is transparanter dan het oude. Je zou het zelfs een gedeeltelijke terugkeer kunnen noemen naar de ouderwetse stem op papier. De uitgebrachte stem wordt immers uitgeprint. Die print-out wordt vervolgens ingescand, maar daarnaast ook bewaard in een stembus. De wantrouwige kiezer vraagt zich dan natuurlijk meteen af of die barcode wel een correcte versleuteling is van zijn stem. Dat kun je niet zien. Maar je kunt het wel controleren door met een lezer de barcode te visualiseren op een scherm. Alleen wordt die mogelijkheid niet echt gepromoot. In de handleiding ‘elektronisch stemmen in tien stappen’ en het filmpje over elektronisch stemmen van Binnenlandse Zaken wordt er in elk geval geen melding van gemaakt.

Misschien wil men de procedure niet nog ingewikkelder maken dan ze nu al is. Want die leidt sowieso tot nogal wat gedoe met dat papieren briefje. Om het kiesgeheim niet in het gedrang te brengen moet je het zodanig dichtplooien dat enkel de barcode zichtbaar is, maar niet de stem. Veel kiezers zijn zich daar echter niet van bewust en tonen hun uitgebrachte stem open en bloot. Na kritiek hierop van de Raad van State werd dan maar beslist om het lettertype te verkleinen, zodat het moeilijker leesbaar is voor omstaanders.

Die complexere procedure met het briefje is de prijs die we moeten betalen voor de grotere transparantie. Het vreemde is echter dat het voordeel van het nieuwe systeem niet ten volle wordt benut. De bewaarde briefjes vormen een ‘paper trail’ op basis waarvan je exact kunt controleren of de elektronische verkiezingsuitslag correct is. Al die briefjes nog eens manueel gaan tellen zou natuurlijk geen zin hebben, want dan schiet het elektronische systeem zijn doel voorbij. Wat men wel gemakkelijk zou kunnen doen is steekproefsgewijs controleren of alles klopt. Om een of andere duistere reden doet men dat echter niet. Er is een College van Deskundigen aangesteld dat kan beslissen om in het kader van een audit briefjes manueel te tellen. Maar de wet zegt niet in welke gevallen dat kan of moet. Hoe dan ook dient dat dan wel relatief snel te gebeuren, want de briefjes worden vernietigd van zodra de verkiezing definitief geldig is verklaard (door de goedkeuring van de geloofsbrieven tijdens de eerste bijeenkomst van het parlement).

Misschien zien de tegenstanders spoken waar er geen zijn. Wat echter wél vaststaat is dat de kiezers voor een stuk anders stemmen als het elektronisch gebeurt. Met de computer kan er alvast niet ongeldig worden gestemd (enkel blanco). Uit onderzoek blijkt ook dat de kiezers die elektronisch stemmen meer geneigd zijn om een of meerdere voorkeurstemmen uit te brengen, in de plaats van enkel een lijststem. Elektronisch stemmen levert ook een bonus op voor de zogenaamde schermlijsttrekkers: de kandidaten die bovenaan de tweede of derde kolom staan in het lijstje van kandidaten dat op het scherm verschijnt.

Vervelender is wat bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen is gebeurd: toen zat er een fout in het systeem waardoor wellicht nogal wat kiezers onbedoeld voor een bepaalde kandidaat hebben gestemd. Als je de partij van je voorkeur te lang aanraakte op het touchscreen, dan verscheen meteen het tweede scherm en kreeg de kandidaat die het geluk hadden om net achter het logo van de partij te zitten automatisch een voorkeurstem. Niet alle kiezers hebben die onbedoelde voorkeurstem daarna ongedaan gemaakt, ook al konden ze dat wel. Dit leverde een electorale bonus op voor de kandidaat die achter het partij-logo verborgen zat. Nadien is gebleken dat dit toch nogal fundamentele probleem van de ‘dubbele klik’ al in het voorjaar van 2012 aan het licht was gekomen. Maar het was te laat om het nog op te lossen, en het elektronisch stemmen in extremis afblazen durfde men blijkbaar niet. Het resultaat is dat er vandaag wellicht een aantal gemeenteraadsleden zijn die hun mandaat louter te danken hebben aan het geklungel van informatici. En evenveel kandidaten die hun mandaat door dat geklungel mislopen zijn.

Naar aanleiding hiervan pleitte Hendrik Bogaert voor een volledige terugkeer naar het oude en vertrouwde potlood en papier voor de komende verkiezingen. Verkiezingen zijn te belangrijk in een democratie om ze toe te vertrouwen aan computers, vond Bogaert. Als zelfs de staatssecretaris verantwoordelijk voor de modernisering en de digitalisering van de overheid dat zegt, wie zijn wij om hem tegen te spreken ?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content