Ziek na een lockdownparty: ‘Ja, we schamen ons’

© FOTO LAYLA AERTS

Corona krijgen door een lockdownparty: het is niet iets om mee uit te pakken. Arne en Hanne zitten thuis in quarantaine: ‘Ik besef nu wat voor domme idioten we zijn geweest.’

L ast call for alcohol klonk het op de Facebookpagina’s van verscheidene cafés toen de regering bekendmaakte dat de horeca op vrijdagavond 13 maart de deuren moest sluiten. Een oproep waar massaal gehoor aan werd gegeven. In sommige steden leek het wel oudejaarsnacht in de uitgaansbuurten. Hordes jongeren die stomdronken rondwandelden en om middernacht bij elkaar bleven hangen, tot de politie hen wegjaagde.

Twee dagen later stuurde premier – toen nog in lopende zaken – Sophie Wilmès (MR) een videoboodschap aan de jongeren uit waarin ze hen opriep hun contacten maximaal te beperken. ‘Om het coronavirus te verslaan, rekenen we ook op jullie’, klonk het. ‘Het klopt niet dat jongeren geen risico lopen.’

Intussen ligt een aantal van de feestvierende jongeren op de intensieve zorg, liet viroloog Marc Van Ranst vorige week in De Afspraak weten. Jongeren worden nog niet genoeg bereikt, zei de viroloog. ‘Aan hen moeten we nog veel uitleggen.’ Van Ranst vindt dat de communicatie naar de jeugd best wat ‘afschrikwekkender’ mag zijn: ‘Dit is geen computerspel. Hier gaan mensen echt dood.’

De kritiek die de lockdownpartygangers over zich heen kregen, was niet min. Onverantwoordelijk en egoïstisch, klonk het.

Ik durf alleen ’s avonds ons balkon op, zó bang ben ik om anderen ziek te maken.

‘Onverantwoordelijk, oké. Maar egoïstisch? Nee. Als ik toen geweten had wat ik nu wist, was ik nooit gegaan’, zegt Arne (28). Die vrijdagavond ging hij samen met zijn vriendin Hanne (25) naar een lockdownparty op café. Het West-Vlaamse koppel woont samen in een klein appartementje en dacht, net als veel andere jongeren, dat zo’n laatste keer op stap nog wel kon. ‘Het was uit ongeloof en ook wel uit balorigheid, dat geef ik toe. Maar we beseften echt de ernst van de situatie nog niet. Die is pas een paar dagen later doorgedrongen.’

Een goeie week na de lockdownfuif werd Hanne ziek. ‘Ze werd ’s morgens vroeg wakker met koorts en stekende hoofdpijn’, vertelt Arne aan de telefoon. ‘We dachten niet aan corona omdat we weinig hoorden van andere jonge mensen die het hadden. Maar toen ik het vertelde aan mijn ouders, schrok ik van hun reactie. We moesten de dokter bellen en niet meer naar buiten gaan, zeiden ze. De dokter raadde ons hetzelfde aan. Binnenblijven en als het erger werd met Hanne moesten we opnieuw bellen. Hanne werd zwaar ziek, ze is nog altijd niet beter. Ik ben in de woonkamer gaan slapen, Hanne sloot zich op in onze slaapkamer. Zo leven we nu al een week. Onze ouders zetten boodschappen voor de deur.’

Hij heeft keelpijn en is verkouden, met haar is het erger gesteld. Arne: ‘Na een dag of twee begon ze te hoesten, en het lijkt maar niet te stoppen. Ik vind het heel akelig klinken. Ze klaagt niet over kortademigheid, ze is alleen heel moe. Ik vind het heel sterk dat ze niet in paniek raakt. We bellen elke dag met de dokter, dat stelt ons wel gerust. Zolang Hanne niet achteruitgaat, zullen we ons wel redden thuis. Ik durf alleen ’s avonds ons balkon op, als ik zeker weet dat er niemand in de buurt is. Zó bang ben ik om anderen ziek te maken. Wie had dat gedacht, twee weken geleden.’

‘Ja, we schamen ons. Alleen onze ouders en een paar vrienden weten dat we ziek zijn. Die avond op café zijn er trouwens ook anderen ziek geworden, weet ik. Een man van in de dertig en de vriendin van de uitbater. De rest van onze vrienden is voor zover ik weet oké. Als ik er nu aan terugdenk, besef ik wat een domme idioten we zijn geweest.’

Arne en Hanne zijn schuilnamen.

Partner Content