Yves Leterme over de toekomst van ‘zijn’ CD&V: ‘Coens moet risico’s durven nemen’
Oud-premier Yves Leterme is niet verrast door het sombere toekomstperspectief voor de drie klassieke partijen in het grote postelectorale onderzoek van onderzoeksbureau Kantar. ‘Als Joachim Coens de partij niet kan veranderen, dreigt de CD&V niet meer relevant te worden.’
Yves Leterme is ex-partijvoorzitter van de CD&V, ex-minister-president van Vlaanderen, ex-minister van Buitenlandse Zaken en ex-premier van België. In 2007 behaalde hij bijna een miljoen voorkeurstemmen. Toen Elio Di Rupo hem in december 2011 opvolgde als eerste minister, trok hij de deur van de Wetstraat achter zich dicht. Sindsdien werkt hij vooral in het buitenland. In België verblijft hij hooguit een paar dagen per maand, in een appartement in de kustgemeente Bredene.
Toch gaat de aandacht van Leterme opnieuw uit naar de Belgische politiek en de hem zo vertrouwde christendemocratie. Als Leterme over de CD&V spreekt, heeft hij het nog altijd over ‘mijn partij’. Die wordt sinds kort geleid door zijn wat jongere generatiegenoot Joachim Coens. Een cadeau is dat niet voor Coens: bij de verkiezingen van 26 mei viel de partij terug op een historisch dieptepunt van 15 procent. Uit het grote postelectorale onderzoek van het bureau Kantar, waarvan Knack deze week de resultaten publiceert (zie blz. 26-33), blijkt ook waarom. Samengevat: de CD&V trekt meer dan welke andere partij 65-plussers aan, haar kiezers zijn amper geïnteresseerd in het partijprogramma en stemmen vooral uit gewoonte op de CD&V. Het groeipotentieel is beperkt tot 24 procent. Als Joachim Coens zegt dat hij zijn partij in 2024 opnieuw 24 procent ziet halen, zal hij élke potentiële CD&V-kiezer in Vlaanderen moeten weten te mobiliseren.
Ik hoop dat Coens en Mahdi samen een politieke tandem vormen, net zoals de Rode Duivels beter worden als Eden Hazard en Kevin De Bruyne goed samenspelen.
Yves Leterme: ‘Joachim is een trage groeier: de wortels kregen tijd om diep te gaan, de takken kunnen nog uitwaaieren. Coens is lange tijd schepen geweest in zijn gemeente Damme, pas later werd hij burgemeester. Als jonge ingenieur had hij al voor Besix in het buitenland gewerkt, toen de CVP hem (als zoon van wijlen CD&V-politicus Daniël Coens, nvdr) in 1995 vroeg om in het Vlaams Parlement zitting te nemen. In 2001 verliet Coens de politiek om de sterke man van de haven van Zeebrugge te worden. Ik heb in 2004 bij de vorming van de Vlaamse regering aan hem gedacht als minister van Openbare Werken: als ingenieur kijkt Joachim met een andere bril naar de samenleving dan al die advocaten die de Kamer en het Vlaams Parlement bevolken, en dat is een voordeel. Coens kent ook zijn wereld. Als ceo van de haven weet hij hoe ze in Azië over Europa denken. Als gewezen baas van een haven die gebruikt wordt door transitmigranten hoef je hem niets meer te leren over het asieldossier. Hij heeft op veel politieke beleidsdomeinen terreinervaring.
Joachim Coens erft wel een partij in zware problemen.
Yves Leterme: Was dat vroeger echt anders? Al in de jaren tachtig en negentig voerden we voortdurend debatten over de toekomst van de christendemocratie. Toen al hoorde ik bij de kleine minderheid die vond dat we de deuren en ramen moesten openzetten. Ik geloof niet dat onze partij veel toekomst heeft als ze kiest voor een stand-alone-positie: een partij die zich alleen richt op de zuivere christendemocratie alleen. Als we daarvoor gaan, zijn we op korte termijn op zijn best nog goed voor tien procent.
Is dat de opdracht van Joachim Coens: zo veel mogelijk stemmen terughalen bij het Vlaamsgezinde, centrumrechtse publiek dat ooit voor het kartel CD&V/N-VA stemde?
Leterme: Inderdaad. Alleen behaalde de CD&V in mijn tijd nog 20 procent van de stemmen en zijn we inmiddels afgegleden tot 14 à 15 procent. Toen stonden we achter met 0-1, nu is die achterstand opgelopen tot 0-3. Zo’n scenario moeten we natuurlijk vermijden. Joachim Coens hééft nu een aantal jaren de tijd voor er weer verkiezingen komen – daar ga ik toch van uit – en dus moet hij zich vooral niets aantrekken van peilingen. Hij moet risico’s nemen en veel ter discussie durven te stellen. Dat wordt niet makkelijk. Ik weet dat Joachim in staat is om de CD&V te stabiliseren, te beschermen en te behouden wat er nog over is. Alleen is dat onvoldoende om de partij op termijn opnieuw te versterken. Dát kan alleen als hij kan vernieuwen. Zal hij de politieke methodes, de denkkaders en onze plaats in het sclerotische partijpolitieke landschap ter discussie durven te stellen? Alleen dan kan de CD&V een relevante politieke partij blijven.
Daarvoor moet Coens opnieuw aansluiting vinden bij mensen en organisaties die maatschappelijk de toon zetten en die onze partij opnieuw willen zien als een goede politieke optie om hun idealen te verwezenlijken. Als ik in een boekwinkel kijk wie over maatschappelijke relevante thema’s schrijft, vind ik amper auteurs terug die aansluiting hebben met de politiek. Vroeger was dat anders. Intellectuelen als de Leuvense rector Roger Dillemans vonden het vanzelfsprekend om zich ‘christendemocraat’ te noemen. Joachim Coens moet een manier vinden om de opiniemakers van vandaag opnieuw te laten meewerken met de CD&V. Ze hoeven niet op een CD&V-lijst te gaan staan, het zou al veel betekenen als ze ons gedachtegoed mee willen uitdragen en onze politieke lijn steunen. Emmanuel Macron is daar – toch deels – in geslaagd met La République en Marche, en dat is ook de sterkte van die beweging. Natuurlijk krijgt hij te maken met figuren die het vroeg of laat laten afweten. Maar zijn beweging heeft een sterkere maatschappelijke legitimatie dan de meeste klassieke politieke partijen vandaag.
De barslechte relatie met organisaties als Beweging.net heeft de recente verkiezingsnederlaag van uw partij toch mee in de hand gewerkt?
Leterme: Beweging.net is aan het afbrokkelen. Ik heb het dan niet over de vakbond ACV of het ziekenfonds CM, maar wel over de koepel: Beweging.net, wat vroeger het ACW was. Dat Beweging.net bestaat nauwelijks nog. Het zit intern zozeer in de problemen dat het, om de aandacht af te leiden van zaken als het Arco-dossier, is beginnen te radicaliseren. Zo heeft Beweging.net, misschien onbedoeld, de CD&V in politieke problemen gebracht.
Vijfentwintig jaar geleden, toen ik pas in het parlement kwam, werd er al gepraat over het aflopende belang van ‘de standen’. Beweging.net kan niet meer de stemmen leveren die het ooit geleverd heeft. Dat is geen schande: de hele maatschappij is veranderd. Maar de ambitie van Joachim Coens mag zich dus niet beperken tot het schouwen van de eigen troepen. Hij moet verbreden, verruimen, risico’s durven te nemen. Hij moet van de CD&V opnieuw een relevante partij maken. Als Joachim Coens de partij niet kan veranderen, dreigt de CD&V niet meer relevant te zijn.
Als CD&V-voorzitter moest u ook al een zieltogende partij erbovenop helpen.
Leterme: In de paars-groene jaren was de CD&V niet meer relevant. Toen ze mij in 2004 en daarna weer in 2007 vroegen om mijn partij op sleeptouw te nemen, heb ik gezegd: ‘Goed, maar alleen op mijn manier.’ En ik héb vernieuwd. Ten eerste in politiek personeel. Dat zal Joachim ook moeten doen. Ik hield nogal van de gedachte van de oude Griekse wijsgeren dat de politiek moet toevertrouwd worden aan ‘de besten van het volk’. Alleen was dat niet meer het geval voor het politiek personeel van onze partijen. Vandaar dat mijn voorganger Stefaan De Clerck al de beste jonge vakbondsvrouw van het land aantrok: Inge Vervotte. Daarna volgde ik met de rekrutering van een bedrijfsleider als Peter Leyman, die toen als Vlaming Volvo leidde, en de zeer getalenteerde Kris Peeters van middenstandsorganisatie Unizo, en een verstandige journalist als Ivo Belet. Natuurlijk nam ik risico’s: Peter Leyman heeft al snel besloten dat de politiek niets voor hem was. En inderdaad, ik zorgde ook voor onrust en onvrede. Denkt u dat het een gemakkelijk gesprek was toen ik in 2004 aan een toppolitica als Miet Smet liet weten dat ze geen Europees lijsttrekker meer zou zijn? Maar Smet begreep waar ik naartoe wilde met mijn operatie, en zij is met volle overtuiging achter me gaan staan.
Is dat ook uw oproep aan uw partijgenoten: allemaal achter Joachim Coens?
Leterme: Elke CD&V’er moet de nieuwe voorzitter helpen. En Joachim moet geholpen willen worden. (lachje)
Ook door zijn uitdager Sammy Mahdi. Die kreeg bij de voorzittersverkiezing niet minder dan 47 procent van de stemmen, vooral van jongere en meer stedelijke CD&V’ers.
Leterme: Sammy Mahdi heeft iets zeer aantrekkelijks. Hij heeft talent te koop en communiceert goed. Coens moet Sammy Mahdi zeker betrekken bij de nieuwe positionering van de CD&V. Met Mahdi heeft de partij een unieke kans om eindelijk een nieuw discours te kunnen vertellen over de multiculturele samenleving, zonder gevangen te zitten in oude taboes. De verkiezingsuitslagen zijn ook te wijten aan de koudwatervrees van de klassieke partijen om vrijuit te praten over migratie. Mahdi kan dat wel, zonder het verwijt te krijgen dat hij ranzig uit de hoek komt. Ik hoop dat Coens en Mahdi samen een politieke tandem vormen die de CD&V op sleeptouw neemt. Net zoals de Rode Duivels ook alleen maar beter worden als Eden Hazard en Kevin De Bruyne goed samenspelen.
Volgens het Kantar-onderzoek verloor de CD&V op 26 mei per saldo 74.000 kiezers aan Vlaams Belang en 28.000 aan de N-VA, samengeteld een uitloop van 102.000 CD&V-kiezers naar (extreem-)rechtse partijen. U hebt ooit gezegd dat de multiculturele samenleving is mislukt. Voelen die ex-kiezers dat zo ook aan?
Leterme: Natuurlijk. Bart De Wevers boekje Over Identiteit vind ik zeer lezenswaardig: het gaat inderdaad om een nieuwe maatschappelijke breuklijn. Er is een grote vraag naar de herbevestiging van onze identiteit, en tegelijk moeten politici goed oppassen dat ze niet toegeven aan allerlei kwalijke tendensen. Als samenleving en als mensen moeten we ook openstaan voor anderen: dat is een deugd die we moeten blijven cultiveren. Tegelijk moeten we onder ogen durven te zien dat bijvoorbeeld de vernielingen op Nieuwjaarsnacht in steden als Brussel en het in brand steken van auto’s absoluut niet kunnen en met de strengste middelen moeten worden bestraft. Dat hebben we de voorbije jaren niet durven te zeggen, omdat we bang waren om in het kamp van het Vlaams Belang te worden geplaatst.
En waarom? In 2005 vierde ik als minister-president het einde van de ramadan mee in Antwerpen, de tv-camera’s toonden hoe ik feestte met de familie van een Marokkaanse tapijtenverkoper. Na de uitzending vroeg ik die man wat volgens hem het dringendste probleem was dat wij als politici zouden moeten aanpakken. Nooit vergeet ik zijn antwoord: ‘Al die onaangepaste vreemdelingen hier.’ Hij mocht dat zeggen, maar als CD&V-politicus mocht ik het niet herhalen.
Natuurlijk moeten we oppassen om door ‘de waarheid te durven vertellen’ niet het slechtste in de mens boven te halen. Juist daarom is het zo spijtig dat Jan Jambon zo’n uitschuiver heeft gemaakt met zijn uitspraak over het kindergeld waarmee vluchtelingen een huis zouden kunnen kopen.
Jambon blijft erbij dat Vlaams Belang vroeg of laat opgenomen moet worden in de Vlaamse regering: de goesting druipt eraf.
Leterme: Jan Jambon vertolkt met zijn recente uitspraken vooral wat in zijn partij leeft. Dat is niet zijn rol als minister-president. Hij zou moeten spreken als Vlaams regeringsleider en dus meer afstand moeten nemen van de N-VA. Voor zijn partij is het minister-presidentschap van Vlaanderen toch het belangrijkste politieke ambt van het land? Dat Jambon dan begint met meer inhoud te geven aan die functie. Ik hoop dat het hem de volgende maanden lukt. Toen ik na onze verkiezingsoverwinning in 2004 minister-president werd, vormde ik een nieuwe Vlaamse regering met twee verliezende partijen, de VLD en de SP.A. Als regeringsleider stel je je dan toch bescheiden op en hou je rekening met je partners die verloren hebben. Je gaat ze zeker niet in een positie duwen waarin ze het nog moeilijker kunnen krijgen. Het optreden van Jan Jambon is dus voor verbetering vatbaar.
Intussen sukkelt de federale regeringsvorming verder.
Leterme: Ik zie ook dat er zelfs een zekere gewenning is opgetreden: nog honderd dagen méér zonder regering, het deert ons niet echt. Het verschil in het bestuur van een land met of zonder een regering wordt kleiner. Ook in het Volksempfinden: het laat de mensen steeds onverschilliger of er een federale regering is. Zelfs de persoon van de premier doet er steeds minder toe. Vraag hier op straat vijf wandelaars de naam van de eerste minister: ik weet niet of er drie zullen zijn die weten dat het Sophie Wilmès is.
Intussen is er enig enthousiasme voor een aantal parlementaire initiatieven die nooit zouden zijn goedgekeurd als er al een regering gevormd was.
Leterme: Datzelfde parlement zul je weinig initiatieven zien nemen om de begroting recht te trekken. Er zal niet snel een alternatieve meerderheid in de Kamer opstaan om te zeggen: ‘Burger, u zult zo veel méér moeten bijdragen aan belastingen of sociale bijdragen, en dat in naam van het algemeen belang.’ Uitdelen is niet moeilijk. Uitmaken van wie men welke inspanningen vraagt, is andere koek. Het op orde krijgen van de publieke financiën is nochtans de basis van het beleid. Daarom ook dat het al sinds de Magna Carta in 1215 dé essentiële taak is van het parlement om belastingen goed te keuren en te heffen. Maar dat kan blijkbaar alleen met een slagkrachtige regering.
Die komt er niet snel: N-VA’ers blijven uithalen naar de PS, en partijvoorzitter Paul Magnette schreef als informateur een nota die weinig oog had voor de Vlaamse gevoeligheden.
Leterme: Mij stoorde de vanzelfsprekendheid waarmee een intelligent man als Magnette een lijst extra uitgaven voorstelde zonder voor nieuwe inkomsten te zorgen. De toestand van de Belgische begroting en onze schuld is en blijft barslecht. De kans om in 2020 nog een stevige begroting te hebben is nu al verkeken. Dat wordt dus 2021, op zijn best.
Marc Uyttendaele, de echtgenoot van PS-coryfée Laurette Onkelinx, stelde tussen neus en lippen voor om ook een cordon sanitaire op te trekken rond de N-VA. Met Vlaams Belang erbij heb je dan een cordon rond 45 procent van de Vlaamse kiezers.
Leterme: Dan zit je kort bij een situatie waarin de Franstaligen eigenlijk niet meer willen weten van de Vlamingen. Ik kon het niet appreciëren dat ze zo kort na de verkiezingen al bij de CD&V kwamen pleiten om zonder de N-VA in een regering te stappen. Dan wil je toch niet erkennen wat in Vlaanderen leeft? Vandaar mijn pleidooi om ook N-VA-voorzitter Bart De Wever aan zet te brengen. Met veertien procent van de Vlaamse stemmen moet mijn partij niet opnieuw de roeping willen hebben om het land te redden. De anderen hoeven er ook niet op te rekenen dat de christendemocraten deze crisis zouden oplossen. De CD&V heeft daartoe de kracht niet, en ook niet het mandaat.
Wat kan dan wel de unieke meerwaarde van de CD&V zijn in de onderhandelingen?
Leterme: Waarom zou de CD&V niet de partij kunnen zijn van een zelfbewust Vlaanderen dat zijn eigen bevoegdheden rationeel wil beheren, maar ook van Vlamingen die niet bang zijn om te praten over een herfederalisering waar dat nodig zou zijn?
Opmerkelijk toch: Yves Leterme, de politicus die de macht greep door de splitsing van B-H-V te eisen, is vandaag niet meer tegen een herfederalisering van bepaalde Vlaamse bevoegdheden?
Leterme: (protesteert) Ik zie mezelf meer als de politicus die de CD&V weer naar de macht heeft geleid en de bankencrisis tot een goed einde heeft gebracht dan als de man van het B-H-V-dossier. Ten gronde: ik las onlangs dat men van Waalse kant bereid zou zijn om in 2024 communautaire gesprekken te starten. Dat kan natuurlijk een van-uitstel-komt-afstelmanoeuvre zijn, maar intussen ligt het voorstel er wel. Ik hoop dat men zo’n debat dan zal voeren met voldoende openheid en vertrouwen. Men zou toch niet a priori afwijzend moeten staat tegen voorstellen die ingegeven zijn door het gezond verstand. Met alle respect voor wat vorige generaties in de staatshervormingen tot stand hebben gebracht, er zitten toch een paar constructiefouten in ons bestel. Zo ontbreekt er bijvoorbeeld een hiërarchie tussen het Vlaamse en het federale niveau.
Daarop zal de N-VA nooit toegeven. Niemand in de Vlaamse Beweging zal willen terugkomen op de verworvenheid dat een Vlaams decreet nooit overruled kan worden door een federale wet.
Leterme: Noem het dan anders. Zo veel problemen in dit land worden toch opgelost door het een andere draai te geven? Vier klimaatministers die samen naar Madrid reizen om daar te vertellen dat ze onderling niet overeenkomen, dat is toch te belachelijk? De geluidsnormen in Zaventem? De invoering van 5G-netwerk: China rolt die technologie in een rotvaart uit, wij ruziën nog altijd over de opbrengst van de licenties. Op de duur lossen we het wel op à la Belge; al zeggen we tegenwoordig vooral dat het opgelost is, ook al is het niet waar. Juist daarom moeten we afspraken maken over hoe we een vastgelopen federale regeringsvorming vlot krijgen: dat is toch dé politieke blokkering van de afgelopen jaren?
Yves Leterme
– Geboren op 6 oktober 1960 in Wervik
– 1985: licentiaat in de rechten en in de bestuurswetenschappen (U Gent)
– 1987-1989: auditeur bij het Rekenhof
– 1995-2001: schepen in Ieper (eerst CVP, dan CD&V)
– 1997-2004: Kamerlid CVP-CD&V
– 2003-2004: Partijvoorzitter CD&V
– 2004-2007: Minister-president van Vlaanderen
– 2008: Eerste minister (Leterme I)
– 2009: minister van Buitenlandse Zaken in de regering-Van Rompuy
– 2009-2011: Eerste minister (Leterme II)
– 2012-2014: Adjunct-secretaris-generaal Oeso
– 2014-2019 Secretaris-generaal Idea
Sinds 2015: voorzitter Club Financial Control Body van de UEFA
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier