Wie stoomt zich klaar om Gwendolyn Rutten op te volgen?

Gwendolyn Rutten (Open VLD) op 26 mei 2019.

Officieel zijn de rangen gesloten binnen Open VLD. Maar een klein opstootje tussen Bart Tommelein en voorzitter Gwendolyn Rutten doet de speculatiemolen op volle toeren draaien. Wie mag zich klaarmaken om de volgende liberale voorzitter te worden?

‘Open VLD stapt niet in een federale regering zonder Vlaamse meerderheid.’ Een forse Bart Tommelein liet er woensdagochtend geen gras over groeien. Op Radio 1 trok hij een lijn in het blauwe zand: geen N-VA in de regering, geen Open VLD.

Die boutade werd koeltjes onthaald binnen de partij. Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten was zichtbaar not amused met de uitspraken van haar West-Vlaams boegbeeld toen ze de inkomhal van het Vlaams Parlement betrad, klaar voor haar eerste onderhoud met Bart De Wever (N-VA).

Rutten wilde de uitspraken allerminst onderschrijven. Ze verwees enkel naar de verklaringen die ze in het verleden heeft gedaan: regeren zonder Vlaamse meerderheid is absoluut niet wenselijk, maar strikt genomen niet onmogelijk. Geen enkele wet of institutionele vereiste verhindert een coalitie te regeren zonder een meerderheid in de Nederlandstalige taalgroep – onder meer de regering-Di Rupo deed het al voor.

Haalde Gwendolyn Rutten in 2014 nog 60.807 voorkeursstemmen, dan bleven daar op 26 mei 2019 nog 44.866 van over – een vermindering van 26 procent.

Om nu botweg de Tommelein-strategie over te nemen en elke coalitie zónder N-VA uit te sluiten, was enkele bruggen te ver voor Rutten. De Aarschotse heeft dan ook helemaal gelijk als ze zegt dat coalitievormingen niet voor de camera’s maar achter de schermen gebeuren. Wie voor het voetlicht treedt met zijn of haar strategie is gedoemd te mislukken. Kijk maar naar wat Elio Di Rupo (PS) te verduren kreeg toen hij CD&V, Open VLD, SP.A en Groen uitnodigde om in een regering te stappen – al deed de socialist dat volgens sommigen bewust om N-VA wakker te schudden.

Hoe dan ook is de demarche van Bart Tommelein veel meer dan een strategische misstap. De West-Vlaming wist zeer goed wat er op het partijbureau was afgesproken: het woord is aan de voorzitter. En daar knelt het schoentje: de huidige voorzitter wankelt als nooit tevoren.

Quickie

Niet alleen bleef haar partij mijlenver van de beoogde tweede plaats, ook zijzelf deed het niet goed in haar kieskring Vlaams-Brabant. Haalde Rutten in 2014 nog 60.807 voorkeursstemmen, dan bleven daar op 26 mei 2019 nog 44.866 van over – een vermindering van 26 procent.

Tommelein maakte tijdens de campagne kenbaar dat hij graag de fakkel van Rutten zou willen overnemen. De gewezen Vlaamse minister wil de vruchten plukken van zijn populariteit. Niet geheel onlogisch, zeker sinds hij de socialisten uit het Oostendse stadhuis wist te verdrijven.

Een blik op de cijfers van zondag leert dat de West-Vlaming de goede lijn aanhoudt. Tommelein verwierf 35.265 voorkeursstemmen en was zo goed voor 16 procent van álle stemmen op de West-Vlaamse Open VLD-lijst voor het Vlaams Parlement.

De liberaal zet ook een duidelijke stap vooruit tegenover de verkiezingen van 2014, toen hij 28.462 stemmen haalde. Een kwart meer stemmen dus, dat kan tellen. Die voorkeursstemmen zijn van groot belang voor een aspirant-voorzitter.

Toch is er een duidelijke valse noot. Om een of andere reden haalt de Vlaamse Open-VLD-lijst minder stemmen dan de Kamerlijst in West-Vlaanderen. De lijst van Tommelein haalt 12,34 procent en doet het 0,7 procentpunt minder goed dan de federale lijst, die net de kaap van 13 procent overschrijdt.

Er is trouwens een duidelijk Alexander De Croo-effect waarneembaar.

Die betere score kan deels te maken hebben met de kopman van de lijst: Vincent Van Quickenborne. Waarnemers verwachten al jaren dat de Kortrijkse burgemeester eindelijk de handschoen opneemt en voluit voor het voorzitterschap gaat. Ook hij gaat erop vooruit qua voorkeursstemmen: van 38.896 in 2014 naar 40.292 in 2019. Puur op basis van de cijfers is het soortelijk gewicht van ‘Quickie’ dus groter.

Het grote verschil tussen beide heren is dat Tommelein meer een centrumkoers vaart. Van Quickenborne staat erom bekend duidelijker de rechtse kaart te trekken. Exact een jaar geleden pleitte hij in Het Laatste Nieuws ervoor om, indien mogelijk, een Vlaamse regering met enkel Open VLD en N-VA op de been te brengen. ‘CD&V moet niet denken dat ze er altijd zal bij zijn’, aldus de Kortrijkzaan.

Met een huidig gezamenlijk totaal van 51 zetels, is Quickies droomcoalitie echter veraf.

Voorlopig laat het Kamerlid niet in zijn kaarten kijken, maar cijfermatig is zijn kandidatuur reëel. Al zit de interne winnaar van de verkiezingen wel een provincie verderop.

Goesting

Alexander De Croo wist in de blauwe gouw Oost-Vlaanderen 80.283 stemmen binnen te halen – goed voor maar liefst 31 procent van alle stemmen op zijn lijst.

Dat maakt de ontslagnemende vicepremier de hoogst scorende liberaal van Vlaanderen en de persoonlijk best presterende politicus in Oost-Vlaanderen tout court. De lijst van De Croo verliest overigens ‘maar’ 0,3 procentpunt ten opzichte van 2014 en doet zo beter dan de andere provincies.

Er is trouwens een duidelijk De Croo-effect waarneembaar. De Open VLD-lijst voor het Vlaams Parlement, getrokken door Carina Van Cauter, haalt 15,85 procent – exact 2 procentpunten minder dan de 17,85 procent van De Croo.

Toch is het voorlopig gissen naar de ambities van De Croo. In de wandelgangen viel zijn naam tot nu toe vooral als kandidaat-premier. Of de Oost-Vlaming zijn pijlen op het voorzitterschap zou richten bij het mislopen van het premierschap is voorlopig koffiedik kijken. Hij maakt in ieder geval een goede kans om opnieuw de liberale frontman te worden.

Natuurlijk zijn ambities niet puur te verklaren door persoonlijke scores. Ook minder sterke kandidaten als Maggie De Block, Mathias De Clercq, Egbert Lachaert, Patrick Dewael of Jean-Jacques De Gucht kunnen blijven dromen. Wat hun ambities ook moge zijn, op dit moment handelen ze in de luwte. Ook Bart Somers beantwoordt elke suggestie in die richting negatief, maar de vraag is hoe lang hij dat wil (of kan) volhouden.

Wie dan weer wel het regionale leadership opeiste op basis van voorkeursstemmen was Els Ampe. Bij Bruzz sprak ze de duidelijke ambitie uit om oudgediende Guy Vanhengel op te volgens als leider. Maar dat is natuurlijk een puur lokale context. Naar Brusselse normen scoorde Ampe vrij goed, maar met een totaal van 3.851 voorkeursstemmen kan een mens maar moeilijk het nationale voorzitterschap ambiëren.

Tegelijkertijd staat Open VLD wel te boek als een partij van doeners met goesting.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content