De (s)preekstoel van Knack.be

‘Wie de eigen dogma’s tot norm en waarheid verheft, demoniseert iedereen die de wereld anders bekijkt’

De (s)preekstoel van Knack.be Knack.be maakt ruimte voor religie en levensbeschouwing

‘De actuele problematiek van religieus geïnspireerd geweld, radicalisering en terrorisme is een bijzonder complex gegeven’, schrijft Gert De Nutte van de Humanistisch Vrijzinnige Vereniging (HVV). ‘Wie dat wil analyseren, doet dat best wetenschappelijk onderbouwd en met voldoende zin voor nuance, en zonder vooroordelen of politiek opportunisme.’

Na een bloedig en bewogen jaar dat werd ingezet met de tragedie van Charlie Hebdo (7 januari 2015) hebben de aanslagen van 22 maart in Brussel eens te meer de vraag scherpgesteld naar de relatie tussen religie en geweld. Hieronder volgen enkele bedenkingen daarover, onder meer naar aanleiding van de lezingencyclus ‘Voorbij de grens. Verkenningen van religieus geweld’

‘Het is misleidend om te zeggen dat het geweld waarvan wij getuige zijn niets met religie te maken heeft. Naast sociaaleconomische factoren (en vele andere) zijn er op z’n minst ook religieuze factoren in het spel. Daar de ogen voor sluiten maakt de analyse incompleet en veroorzaakt gegarandeerd blinde vlekken in de aanpak (voorkoming en bestrijding) van dat geweld.’ Aan het woord is hier geen religiebasher maar iemand van wat mogelijke antireligieuze vooroordelen betreft onverdacht signatuur, met name Dick Wursten, historicus, protestants theoloog en inspecteur en pedagogisch adviseur protestantste godsdienst voor het onderwijs van de Vlaamse gemeenschap.

‘Wie de eigen dogma’s tot norm en waarheid verheft, demoniseert iedereen die de wereld anders bekijkt’

Een enigszins verrassende uitspraak toch voor iemand die zelf tot de gemeenschap der gelovigen behoort en eens een andere stem dan die van ‘onpartijdig godsdienstexpert’ en ex-non Karen Armstrong of van handelsreiziger in cynisch katholicisme Rik Torfs, die in religies als ethische waardesystemen eerder de heilsweg zien dan de afdaling in de zwartste krochten van de menselijke ziel. ‘De oorzaak is niet de islam, wel de ontstellende onwetendheid erover’: tot zover de ‘analyse’ en conclusie van Armstrong over het islamterrorisme, dat je dan vanzelfsprekend ook niet als dusdanig mag benoemen. In haar vorig jaar in het Nederlands vertaalde Fields of Blood: Religion and the History of Violence onderbouwt Armstrong haar visie natuurlijk met een hele historische en wetenschappelijke bibliotheek, net zoals virulent islamcriticus Wim Van Rooy dat in Waarover men niet spreekt met minstens evenveel brio en eruditie doet, maar dan met een althans voor de islam diametraal tegenovergestelde conclusie. Beide uitersten illustreren de opperste staat van verwarring waarin politici en beleidsmensen, opiniemakers en commentatoren, wetenschappers en culturo’s, religieuzen en humanisten verkeren na de golf van akelig nabije aanslagen die werd ingezet met Charlie Hebdo en (voorlopig) culmineerde in de afschuwelijke gebeurtenissen in Brussel op 22 maart (over de oorzaak van de vliegtuigramp met het toestel van EgyptAir is momenteel nog te weinig geweten).

Politiek correct weldenkenden en ongetwijfeld goedmenende gematigde moslims haasten zich om ‘de islam’ (dat is dan wellicht zoiets als de platonische idee van ‘het goede’ of ‘het schone’ of ‘de deugd’) uit de wind te zetten en te vergoelijken, en de wandaden toe te schrijven aan zinsverbijstering, psychopathologie, de menselijke natuur, sociaaleconomische achterstelling, raciale discriminatie of frustratie of puur crimineel gedrag. Dat een en ander steevast gebeurt onder het scanderen van de naam van de allerhoogste en wellicht met het vooruitzicht op een overweldigende zinnenstrelende plenitude van bevallige en welwillige moslima’s (zonder hoofddoek of ander verhullend textiel), is dan toeval, hoogmoed en/of oneigenlijk gebruik van wat in essentie het grootste heil betekent voor de mens.

Voorbij de grens

Een groot probleem voor ons, moderne en over het algemeen redelijk beschaafde geseculariseerde mensen, is volgens filosoof Hans Achterhuis de vaststelling dat wij de godsdienst in haar gewelddadige aspecten niet meer ernstig nemen. Wij staan er, na eeuwen van voortschrijdend humanisme, politieke democratie, secularisering, wetenschappelijke vooruitgang en in wetten en verdragen vertaalde ethische vooruitgang, gewoon niet meer bij stil dat de premissen van de grote monotheïstische religies in essentie niet anders dan gewelddadig kunnen zijn, want wie het eigen boek en de eigen dogma’s tot norm en waarheid verheft, demoniseert en dehumaniseert alles en iedereen die de wereld anders bekijkt. ‘The central tenet of every religious tradition is that all others are mere repositories of error or, at best, dangerously incomplete. Intolerance is thus intrincic to every creed‘ (Sam Harris).

Het verband tussen geweld en religie, aldus nog Dick Wursten, ‘moet niet alleen worden erkend uit intellectuele eerlijkheid, maar ook uit maatschappelijke bezorgdheid. Geweld en religie is namelijk een uitzonderlijk gevaarlijke cocktail. Geweldplegers met een religieuze achtergrond kunnen zichzelf namelijk wijsmaken dat wat ze doen helemaal niet fout is, maar juist goed. Ze doen dit immers voor hun “god” (of hoe je diens naam ook spelt) of ter bescherming van “zijn mensen”, de andere (echte) gelovigen’.

‘De positieve bias tegenover religie vertroebelt onze blik en ons oordeel, en maakt ons blind en doof voor uitwassen, afwijkingen en aberraties die we op geen enkel ander gebied zouden accepteren of tolereren, op ethisch of cognitief vlak.’

De actuele problematiek van religieus geïnspireerd geweld, radicalisering en terrorisme is uiteraard een bijzonder complex gegeven dat bij voorkeur wetenschappelijk onderbouwd en met de nodige zin voor nuance, maar ook zonder vooroordelen en politiek of ideologisch opportunisme moet worden geanalyseerd en geïnterpreteerd. Om inderdaad toch enige nuance en ‘sérieux’ te introduceren in het debat, heeft de Humanistisch-Vrijzinnige Vereniging samen met de Vrijzinnige Dienst van de Universiteit Antwerpen een lezingencyclus georganiseerd: ‘Voorbij de grens. Verkenningen van religieus geweld’. Daarin worden diverse aspecten van de problematiek door eminente sprekers als Geert Lernout, Christophe Busch, Paul Scheffer, Patrick Loobuyck en Paul Cliteur verder uitgediept (zie kader onderaan).

Evidence based

Een bijzonder groot probleem in het brede debat over religie is het gegeven dat we alles wat ook maar enigszins aan het religieuze raakt liefst met de grootste eerbied en discrete terughoudendheid behandelen, ook als het over de grootste onzin of over abjecte praktijken gaat. ‘Faith itself is always, and everywehere, exonerated’ (Sam Harris), ook als het gaat om wetenschappelijke nonsens, onethische praktijken zoals pedofilie, of misdaden tegen de mensheid.

De positieve bias tegenover religie vertroebelt onze blik en ons oordeel, en maakt ons blind en doof voor uitwassen, afwijkingen en aberraties die we op geen enkel ander gebied zouden accepteren of tolereren, op ethisch of cognitief vlak. Wat dat laatste betreft: we hebben op alle gebieden het principe van ‘evidence based’ heiligverklaard, alleen de religie blijft hier buiten schot, immers bewijzen niet nodig, geloof is zelfbedruipend en zelfbevredigend, de ultieme masturbatie van de geest, de sprong van Kierkegaard in de eigen cloud of unknowing. En zo kan een ‘rationele moslim’ als de beminnelijke en belezen imam Khalid Benhaddou zonder veel blikken of blozen vraagtekens zetten bij de evolutietheorie ‘omdat hij er te weinig van weet’ (De Morgen, 21/05/2016), en wij vallen daarvan blijkbaar niet van onze 21ste eeuwse postmoderne stoel, want het is een religieus die spreekt en een verlichte nog wel (je durft je niet inbeelden wat die minder verlichte al dan niet geïmporteerde imams en onopgeleide leerkrachten islamitische godsdienst allemaal vertellen aan de gemeenschap der gelovigen en de zeer ontvankelijke en kwetsbare islamitische schoolgaande jeugd).

Verlichte islam

We kunnen overigens toch enige fundamentele vraagtekens plaatsen bij dat gegeven van een ‘rationele’ of ‘verlichte’ of ‘seculiere’ of ‘Europese’ islam waarmee vandaag graag gekoketteerd wordt in ‘gematigde’ middens, als hét antwoord op en dé oplossing van de problematiek van het (gewelddadige) moslimfundamentalisme en de polarisering binnen onze samenleving, en het gaat hier best wel over meer dan een semantische discussie.

‘Hoe kun je ‘seculier’ in overeenstemming brengen met een religie die de wet van god en zijn profeet boven alles stelt?’

Alle hier gehanteerde epitheta zijn namelijk intrinsiek onverenigbaar met de premissen van een religie die het (letterlijke) woord van god een onvoorwaardelijk primaat toedicht. Hoe kun je verlichtingswaarden verzoenen met een religieuze ideologie gestoeld op exclusiviteit en geopenbaarde dogma’s, hoe kun je ‘seculier’ in overeenstemming brengen met een religie die de wet van god en zijn profeet boven alles stelt?

Moderne islam

Tenzij je de absolute hegemonie van je religieuze paradigma loslaat, is dit een bijzonder problematisch spagaat dat de verkondigers van een modernere islam in een schizofrene positie plaatst, wat je trouwens ook wel merkt in het tussen twee werelden zwevende discours van een Khalid Benhaddou in Vlaanderen of een Rachid Benzine in Frankrijk. Dit alles neemt niet weg dat we de constructieve dialoog moeten aangaan en dat we inspanningen om te komen tot een ‘moderne’ islam die compatibel is met een verlichte, seculiere, democratische rechtsstaat moeten ondersteunen, dat zijn we onszelf als humanisten en onze islamitische medeburgers die we veel te lang in de kou hebben laten staan wel degelijk verplicht. ‘Velen zullen onderzoek doen, en de kennis zal vermeerderen’, zo luidt het in het profetische boek Daniël (12:4) (in de vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap weliswaar, want in de katholieke Willibrordusvertaling lezen we ‘Velen zullen ronddolen, en het kwaad zal toenemen’, tiens tiens …).

‘De fundamentalistische afkeer van tekstwetenschappelijke analyses van het woord van god is begrijpelijk want die zullen uiteindelijk ook leiden tot een ware ‘verlichting’ die in wezen niet verenigbaar is met om het even welk religieus dogma.’

We kunnen maar hopen dat de pleidooien voor een historische en tekstkritische benadering van de koran en andere canonieke teksten binnen de (internationale) islamitische gemeenschap niet in dovemansoren vallen – kritische korangeleerden en islamitische taalwetenschappers zijn al voor minder verguisd, veroordeeld of erger. ‘Alles wat ik voorschrijf moet gij stipt volbrengen: ge moogt er niets aan toevoegen en er niets van afdoen’. Dit vermanende vers uit Deuteronomium (13:1) staat symbool voor de miserie die kan voortvloeien uit zogenaamd letterlijke interpretaties van ‘heilige’ teksten ontstaan en geredigeerd in tijdsgewrichten die niets gemeenschappelijks hebben (tenzij de menselijke natuur) met de wereld waarin wij vandaag leven.

De fundamentalistische afkeer van tekstwetenschappelijke analyses van het woord van god is begrijpelijk want die zullen uiteindelijk ook leiden tot een ware ‘verlichting’ die in wezen niet verenigbaar is met om het even welk religieus dogma. Maar wellicht (en helaas) zal een en ander zo’n vaart niet lopen: als volgens Gallup blijkt dat zo’n 35 % (!) van de Amerikaanse burgers gelooft dat de bijbel (letterlijk) het woord is van de schepper van het universum, dan hoeft de gelovige moslimgoegemeente nog niet onmiddellijk in een kramp te schieten. We zijn hier in het ‘christelijke’ westen inmiddels al enkele eeuwen bezig met de onttovering en ook hier is er blijkbaar nog altijd wel enig werk aan de winkel.

Meer humanisme

Religie en geweld: het is inderdaad een uitermate complex gegeven (met oneindig veel meer lagen en invalshoeken dan hier kort werden aangeraakt) waarover het laatste woord nog lang niet gezegd is maar waarover we ook niet flauw, verhullend of vergoelijkend moeten doen (om de gekende redenen: politieke correctheid of politiek pragmatisme, ideologisch opportunisme, religieuze verdedigingsdrang, enz.) . ‘Mijns inziens’, aldus nog Dick Wursten, ‘is het intellectueel oneerlijk en maatschappelijk niet zonder gevaar de band tussen beide te negeren. Religie kan het beste in de mens bovenhalen (…). Religie kan echter ook geweld legitimeren, verheerlijken en dus ertoe aanzetten. Het lijkt mij intellectueel niet eerlijk om dan meteen te roepen dat het over een ‘verkeerd verstaan’ van religie gaat (…)’.

Met ‘Voorbij de grens. Verkenningen van religieus geweld’ willen we als vrijzinnig humanisten alvast een poging doen om een klein tipje van de sluier op te lichten en de intellectuele eerlijkheid haar kansen te geven. Met daarbij de bedenking dat we (god bewaar ons) heus niet méér religie nodig hebben, zoals Benhaddou nog een keer bepleit (in hetzelfde interview in De Morgen), maar integendeel méér humanisme, in de woorden van Johan Braeckman: ‘Het antwoord op radicale religie is niet méér religie, maar betere verspreiding van het humanistisch gedachtegoed. Misschien moeten we die opvatting toch wat radicaler gaan verdedigen’. Waarvan akte.

Gert De Nutte is Algemeen Coördinator van de Humanistisch-Vrijzinnige Vereniging.

'Wie de eigen dogma's tot norm en waarheid verheft, demoniseert iedereen die de wereld anders bekijkt'
© .

‘Voorbij de grens. Verkenningen van religieus geweld’ is een lezingencyclus georganiseerd door de Humanistisch-Vrijzinnige Vereniging (HVV) en de Vrijzinnige Dienst van de Universiteit Antwerpen. De lezingen vinden plaats in de gebouwen van de universiteit (Stadscampus). Sprekers: Geert Lernout (Geweld en religie: de heilige teksten; 10/05); Christophe Busch (Het pad van radicalisering; 17/05); Paul Scheffer (De vrijheid van de grens; 23/05); Patrick Loobuyck (De lokroep van IS; 30/05); Paul Cliteur (Een theologie van het theoterrorisme?; 07/06). Korte syntheses van de standpunten van de sprekers verschenen op www.deredactie.be. Meer info over de cyclus en inschrijvingen via www.h-vv.be

Partner Content