Vrije Tribune

‘Wegen de vragen van de filosofie niet meer op tegen de vragen naar de economische relevantie?’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

De zelfstandige faculteit Filosofie aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam wordt afgeschaft. ‘De toetssteen van het directe rendement is alomtegenwoordig, tot in de boardrooms van universiteiten’, schrijft Kiki Vervloessem.

Een breuk valt meestal te herleiden tot een gecumuleerde miserie over geld, seks of de kinderen. De Nederlandse media berichtte over het verdwijnen van de zelfstandige faculteit Filosofie aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam. Het huwelijk van de faculteit Wijsbegeerte met Letteren moest in Amsterdam in de nieuwe entiteit Geesteswetenschappen resulteren in 1996. Niks mis mee, ware het niet dat daarop de afschaffing van de vakken hermeneutiek en de fenomenologie volgde, nochtans wezenlijk voor de reflecterende aard van de filosofie. De afbouw kon beginnen.

Seks en kinderen hebben met deze breuk weinig te maken. De finale fond van deze breuk heet ontegensprekelijk : geld. In een wat ordinaire vorm wordt het ook verkocht als : onze economie. Ook gekend in wat andere, meer lepe vermomming: onze competitiviteit. Ordinair en leep, omdat het ons afleidt van wat ons onderwijs als doelstelling zou moeten hebben : ontwikkeling.

In 1993 studeerde ik af aan de KU Leuven als licentiaat in de Wijsbegeerte. Afgestudeerd in het zuivere beschouwen. Aangezien ik ergens op een enquête had ingevuld dat ik het verkopen van planten verkoos boven het verpotten ervan, adviseerde men mij op mijn achttiende dat ik een economische richting zou kiezen. Het toenmalige PMS – nu CLB – dat de laatstejaars begeleidde naar de beste keuze in het hogere onderwijs hadden nog nooit van de studierichting Filosofie gehoord. In de matrix van praktisch nut, economische voorspoed en beroepsmatige bedrijvigheid kwam Filosofie nergens aan bod. Lichte paniek in de ogen van de begeleiders: ze voorspelden mijn mismatch met de arbeidsmarkt. Nochtans was ik behoorlijk gemotiveerd om iets te worden, al kon daar geen beroepencataloog tegenover gesteld worden.

De faculteiten Filosofie worden in gans Europa tegen het licht gehouden. Is het bestuurlijk ingrijpen om te fuseren of af te schaffen wel ingegeven door de onwil om het beschouwen te laten zijn? Er speelt nog iets anders mee.

Ik moest mij behoorlijk verantwoorden waarom ik enkel wilde studeren, ontwikkelen, de vraag stellen naar de grond van kennis en naar de relatie tussen mens en werkelijkheid. Er zijn geen vragen die pertinenter zijn en nuttiger, in leven en werk. Toen en nu. De zin en richting van de academische verankering van de Filosofie staat onder druk, omdat die vragen niet of niet meer opwegen tegen de vragen naar de economische relevantie. Filosofie is nochtans – net zoals de andere geesteswetenschappen – geen franje of Fremdkörper in een curriculum maar essentieel vormend. Dat het hogere onderwijs een rechtstreekse voorbereiding is op het beroepsleven en filosofie wordt bekeken als een levensbeschouwing is een reductie. Dat ‘hoger onderwijs het gereedschap van het bruto nationaal product is ‘, zoals Martha Nussbaum, hoogleraar Recht en Ethiek, het formuleerde wordt bijna op applaus onthaald. De toetssteen van het directe rendement is alomtegenwoordig. Wat het meest verontrust is dat de inschikkelijkheid met deze gedachte groot is. Tot en met daar waar men beslist over mensen en hun ontwikkeling : in de boardrooms van universiteiten.

Kiki Vervloessem, licentiate Filosofie, Woordvoerster Nationale Loterij, bestuurder Opera Vlaanderen en Ballet Vlaanderen, ondervoorzitster Toneelhuis, schreef dit stuk in eigen naam.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content