Volgens nieuw onderzoek beschikten Neanderthalers net als de moderne mens al over een eigen taal en spreken wij nu nog een beetje ‘Neanderthaals’.
Neanderthalers waren helemaal geen primitieve wezens. Ze hadden veel gelijkenissen met de moderne mens. Zo konden Neanderthalers waarschijnlijk al met een eigen taal met elkaar praten en communiceren. De stembanden en oorbotjes van Neanderthalers wijzen er namelijk op dat hun fysiologie al geschikt was om een taal te spreken en te verstaan.
Dit stellen de taalkundigen Dan Dediu and Stephen C. Levinson van het Max Planck Instituut in het Nederlandse Nijmegen. Het onderzoek van de taalkundigen staat te lezen in het blad Frontiers of language science.
Genen gemengd Het zou kunnen dat wij tegenwoordig nog een beetje ‘Neanderthaals’ spreken. Mogelijk waren de genen van de mens vroeger met de genen van de Neanderthaler gemengd. Volgens taalkundigen zou een deel van het taalbesef van de Neanderthalers in ons DNA kunnen terechtgekomen zijn. Er is echter nog niet veel bekend over hoe het Neanderthaals werd gesproken.
De laatste jaren waren er steeds meer aanwijzingen dat Neanderthalers een bepaalde vorm van verbale communicatie hadden. Fossielen van kaken en schedels van Neanderthalers toonden bijvoorbeeld dezelfde ontwikkelingen als bij de moderne mens. De gesofisticeerde technieken die de oermensen gebruikten, bijvoorbeeld om speren te maken, wijzen er zelfs op dat ze net als de eerste moderne mensen op hoog niveau met elkaar konden communiceren.
Taal ontstond al half miljoen jaar geleden
Volgens de Nederlandse taalkundigen ontstond taal zelfs al half miljoen jaar geleden. Dit standpunt gaat in tegen de stelling van paleontologen dat taal pas 50.000 jaar geleden ontstond. Een half miljoen jaar geleden leefde de homo heidelbergensis op aarde. Dat was de laatste gemeenschappelijke voorouder van de Neanderthaler en de moderne mens. Deze soort kon waarschijnlijk al op een primitieve manier taal spreken en begrijpen. (WK)
