Sterrenstelsels troepen samen

© GF

Sterrenstelsels komen in grotere concentraties voor dan verwacht.

De kosmos zou begonnen zijn als een heel egale ruimte met weinig variatie. De geringste variatie zou wel aanleiding gegeven hebben tot het ontstaan van sterrenstelsels en clusters van sterrenstelsels, onder invloed van de zwaartekracht. Kosmologen gingen er echter van uit dat als gevolg van de uitdijing van het heelal de neiging tot concentratie van sterrenstelsels zou verdwijnen. Maar volgens het vakblad Physical Review Letters is dat niet het geval. Sterrenstelsels hebben de neiging in véél grotere concentraties voor te komen dan volgens wetenschappelijke modellen mogelijk is. Sommige aggregaties spreiden zich over een afstand van 3 miljard lichtjaren uit.

Algemeen gesproken zou de concentratie van materie in het heelal twee keer dichter zijn dan aannemelijk werd geacht.

De vraag die dan gesteld moet worden, is natuurlijk: waar zit de fout in de modellen? De eerste hypothesen zijn al gelanceerd. Zo is er de stelling dat de donkere energie die mee verantwoordelijk zou zijn voor de spreiding van materie in het heelal, zelf niet uniform verdeeld is. Het probleem dáármee is dat niemand ooit een spoor van die donkere energie gevonden heeft.

Er is ook al een pragmatischer suggestie: dat er een fout zit in de waarnemingen. (DD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content