Wetenschappers hebben onderzocht of onze hersenen eigenlijk wel in staat zijn om een plattegrond van het openbare vervoer in een grootstad te bevatten.
Krijgt u warm en koud tegelijk als u in Londen, Parijs of New York de plattegrond van de metro moet ontcijferen? Dat is helemaal niet vreemd. Onderzoekers bestudeerden het netwerk van het openbaar vervoer in vijftien grootsteden en kwamen tot de bevinding dat die ons cognitieve vermogen te boven gaan.
Groeiende steden en dito transportnetwerken worden hoe langer hoe meer complex. Britse en Franse onderzoekers vroegen zich daarom af in welke mate ook het navigeren in die steden meer complex is geworden. En dat blijkt zo te zijn, of toch voor het openbare net in de vijftien grootste wereldsteden die ze onderzochten.
De wetenschappers kwamen tot de vaststelling dat ons brein maar een gelimiteerde hoeveelheid informatie aankan. Op een bepaald punt haken we af en dat punt ligt op ongeveer 8 bits aan informatie. In grote steden waaronder New York, Parijs en Tokio zitten meer dan 80 procent van de trips met het openbaar vervoer boven die limiet van 8 bits.
Maximum vier locaties
Meer concreet kunnen we maar informatie over vier objecten tegelijk in ons visuele werkgeheugen aan. Dat houdt in dat we info kunnen onthouden over maximum vier locaties: vertrekpunt, bestemming en maximum twee verbindingspunten.
Multimodale transportsystemen in grote steden, waarbij verschillende wijzen van transport benut worden (metro, bus, trein), hebben volgens de onderzoekers de menselijke cognitieve capaciteit overschreden.
Het aantal grootsteden, een stad met meer dan 10 miljoen inwoners, is verdrievoudigd sinds 1990. New York City was een van de eerste grootsteden die dat inwonersaantal al bereikte in de jaren 1950.
Vandaag telt de wereld bijna 30 grootsteden, tezamen goed voor een half miljard inwoners. Tachtig procent van de steden met meer dan 5 miljoen inwoners heeft een metronetwerk. (Belga/TE)
