Dirk Draulans

‘Oesters dragers van herpesvirus’

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Wetenschappelijk verantwoorde communicatie over virussen behoort tot het moeilijkste wat er is.

Zelden heb ik de journalistiek zo fijntjes gefileerd zien worden als door de bekendste viroloog van Vlaanderen, ex-griepcommissaris Marc Van Ranst. Hij nam het woord bij de voorstelling van het boek ‘Communiceren op uw gezondheid’ van zijn Nederlandse collega Ab Osterhaus, een van de bekendste virologen ter wereld, en de Vlaamse marketeer en communicatie-experte Chris Vanlangendonck van het in wetenschapscommunicatie gespecialiseerde bureau Semiotics.

Van Ranst was in 2009 griepcommissaris toen de Mexicaanse griep dreigde uit te groeien tot een pandemie die een massa doden zou kunnen veroorzaken. Op licht humoristische wijze vertelde hij hoe hij omging met de enorme media-aandacht die daarmee gepaard ging en waaraan hij niet kon ontsnappen, niet op vakantie, niet thuis, niet na de geboorte van zijn kind.

Spelen met journalisten

Hij leerde on the road. Hij leerde dat je vanaf het begin een heldere en rechtlijnige boodschap moet brengen. Hij leerde dat je alomtegenwoordig moet zijn om te vermijden dat anderen je boodschap kapen of counteren. Hij leerde dat je niet met getallen op de proppen moet komen, en dat er zoiets bestaat als ‘de vraag van de dag’. Op den duur hield hij geen rekening meer met de vragen van journalisten, maar gaf hij antwoorden die strookten met de voornaamste bezorgdheid van mensen die belden naar het callcenter van de overheid.

En hij leerde dat je met journalisten kunt spelen, dat je drama kunt maken om het verhaal opnieuw onder controle te krijgen als het dreigt te ontsporen, zoals toen hij bewust grote voetbalclubs verweet dat ze spelers inentten met vaccins die beter gebruikt zouden worden voor mensen uit kwetsbare groepen, zoals bejaarden, of toen hij een artsensyndicaat over zich heen kreeg omdat hij een allusie op het nastreven van eigenbelang door huisartsen had gemaakt. Zo schaamteloos worden media gebruikt.

Taalgrens

Ook voor internationale waarnemers is Van Ranst een schoolvoorbeeld van hoe het moet. Hij is iemand die zo uit het volk zou kunnen komen, die niet te beroerd was om zich thuis te laten fotograferen of mee te doen in De Slimste Mens Ter Wereld, die naar begrafenissen van griepslachtoffers ging, kortom, een man die vertrouwen uitstraalde, onder meer doordat hij zich niet te opvallend als wetenschapper profileerde.

Zelf zegt hij dat zijn succes geholpen werd door het feit dat Vlaanderen zo’n goed afgelijnde kleine regio is. Hij was wel federaal commissaris, maar in Wallonië wogen zijn woorden minder zwaar – de afbakening tussen de regio’s met hoge en lage vaccinatiegraad tegen griep in ons land loopt perfect parallel met de taalgrens.

Verwijten

Van Ranst kreeg wat verwijten toen bleek dat de Mexicaanse griep toch geen pandemie werd, en dat de stocks aan antivirale middelen en vaccins die vele overheden hadden aangekocht dus als geldverspilling konden worden beschouwd. Maar de verwijten aan zijn adres waren klein bier in vergelijking met wat zijn Nederlandse collega Osterhaus te slikken kreeg. Ab Osterhaus is een man van een ander kaliber dan Van Ranst, minder iemand uit het volk. Een man die vanuit zijn enorme expertise meningen formuleert op een toon die weinig tegenspraak duldt. In feite geen man om griepcommissaris te worden, want hij geeft niet de indruk dat hij het geduld en de bescheidenheid kan opbrengen die nodig lijken om in een crisis het vertrouwen van het grote publiek te winnen.

Osterhaus is wel een man voor de grote cenakels, die internationaal aan de alarmbel trekt om het gevaar van virussen aan te kaarten en middelen los te weken voor onderzoek daarnaar. Een heikele onderneming, want je vraagt geld voor crisissen die zich misschien nooit zullen voordoen.

Vrees van elke viroloog

Osterhaus zou aan de lopende band de aandacht van de media kunnen trekken met dramatische headlines, maar hij houdt niet van smeuïge verhalen. Hij zou een kop kunnen laten maken als Oesters dragers van herpesvirus, die gegarandeerd op de voorpagina van kranten terecht zou komen, zeker in een feestperiode, hoewel het virus in kwestie een echt oestervirus is dat geen gevaar voor de volksgezondheid oplevert. Hij zou een drama kunnen maken van het feit dat een door teken overgedragen virus dat hersenvliesontsteking veroorzaakt, de grenzen van België en Nederland heeft bereikt.

Maar hij heeft katten genoeg te geselen. Het feit dat er niet meer tegen pokken wordt gevaccineerd, omdat de ziekte is uitgeroeid, leidt er in zijn visie toe dat verwante virusziekten, zoals koepokken, de kop opsteken. Hij maakt zich grote zorgen over de vaststelling dat er in zieke zeehonden een vogelgriepvirus gevonden is, dat zich zo heeft aangepast dat het van de ene zeehond naar de andere kan overspringen zonder tussenstap van een vogel – de vrees van elke viroloog: dat een vogelgriepvirus de capaciteit ontwikkelt om zonder meer van de ene mens naar de andere over te springen.

Wispelturigheid van media

Osterhaus is verplicht om op dit soort verhalen in te spelen. Hij heeft het soms over ‘The Silent Victory’: successen in de strijd tegen virussen worden als normaal beschouwd en zijn dus zelden nieuws, terwijl dramatische ontwikkelingen altijd de headlines halen. En vooralsnog zijn er geen mooie verhalen waarbij aan virussen een voordeel voor de mens gekoppeld kan worden, zoals tegenwoordig de trend is voor bacteriën. Communicatie over virussen is gedoemd om crisiscommunicatie te blijven, die de goegemeente confronteert met de zwakheden van de wetenschappelijke wereld. Zo zijn er vorige winter vrij veel vooral oudere mensen aan griep gestorven, ook bij ons, omdat er een mismatch ontstond tussen het ontwikkelde vaccin en het circulerende virus: dat had zich in extremis zo aangepast dat het in staat was de gevolgen van vaccinatie te omzeilen.

Virologen moeten in hun communicatie dus niet alleen rekening houden met de wispelturigheid van de media en de angst van de publieke opinie, maar ook met het feit dat virussen niet gemaakt zijn om eenduidige communicatie in de hand te werken. Alleen zachtaardige figuren als een Marc Van Ranst lijken daar zonder al te grote kleerscheuren mee weg te kunnen komen.

In Knack van woensdag 22 april staat een uitgebreid interview met Ab Osterhaus.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content