Nobelprijswinnaar: ‘Genetische modificatie bij mensen biedt grote mogelijkheden’

DNA. © iStockphoto

De Britse Nobelprijswinnaar chemie van 2009 vindt een omstreden gentherapie veelbelovend en roept op tot een debat. De Belgische genetica-expert Jean-Jacques Cassiman waarschuwt evenwel voor een te groot optimisme.

In een interview met The Guardian zegt Venkatraman Ramakrishnan dat genetische modificatie een groot potentieel heeft omdat het mensen kan helpen die mogelijk ernstige, ongeneselijke overdraagbare aandoeningen kunnen erven.

Ramakrishnan doelt meer bepaald op de zogenoemde kiembaangentherapie. Die toepassing kan het mogelijk maken om ‘slecht’ DNA in kiembaancellen – sperma , eicellen en embryo’s -te corrigeren, waardoor men zou kunnen voorkomen dat kinderen met ernstige afwijkingen geboren worden. Als er ooit groen licht komt voor die gentherapie, zou het ook het risico voor mensen op ziektes als kanker en dementie kunnen verminderen.

Maar zo ver is het nog lang niet en de vraag is of dat ook de bedoeling moet zijn. Kiembaangentherapie onderscheidt zich van de somatische gentherapie. Bij dat laatste worden veranderingen in ‘gewone’ lichaamscellen aangebracht. Het essentiële verschil is dat die veranderingen niet op het nageslacht overgedragen kunnen worden, terwijl dat bij beginnende embryo’s en hun kiembaancellen wel zo is. ‘Het grote risico is dan ook dat we niet weten welk effect de dna-wijzigingen zullen hebben op het embryo zelf en zijn nakomelingen als het uiteindelijk geboren wordt’, zegt professor genetica Jean-Jacques Cassiman (KU Leuven).

Ongekende risico’s

In december was er nog een grote bijeenkomst van wetenschappers in Washington die weliswaar geen wereldwijd verbod oplegden aan het genetisch modificeren van embryo’s, maar toch benadrukten dat het toepassen daarvan onaanvaardbaar zou zijn omdat er vandaag nog ongekende risico’s zijn.

‘De enige techniek die nu wereldwijd onderzocht wordt en tot een behandeling van embryo’s kan uitgroeien, is het zogenoemde crispr/cas-systeem’, zegt Cassiman nog. ‘Het is dan ook veel efficiënter, sneller, eenvoudiger en goedkoper dan de klassieke gentherapieën. Toch stelt men ook vast dat er nog heel wat problemen zijn. Als je bijvoorbeeld een stuk DNA zeer specifiek gaat wijzigen, kan het ook gebeuren dat er ook op andere plaatsen in het DNA (ongewilde) wijzigingengebeuren. De techniek is dus nog niet 100% specifiek, waardoor genen uitschakelen voorlopig het best lukt.’

‘Iedereen die crisp/cas onderzoekt, beseft dat we het nog niet op menselijke embryo’s kunnen toepassen.’ – Professor genetica Cassiman

‘Iedereen die crispr/cas onderzoekt, beseft dan ook dat we het nog niet op menselijke embryo’s kunnen toepassen, omdat het gewoonweg nog niet veilig is’, zegt Cassiman voorts. Er zijn wereldwijd weinig landen waar de techniek op menselijke embryo’s mag toegepast worden. In Engeland is er maar één instituut dat onderzoek mag doen op overgebleven menselijk embryo’s uit in-vitrofertilisatiebehandelingen van stellen die ze afgestaan hebben voor wetenschappelijk onderzoek. Die wetenschappers zullen nagaan welke moleculaire mechanismen de ontwikkeling van die embryo’s precies sturen.’

De vrees bij de crispr/cas-methode bestaat ook dat het mogelijkheden opent om normale genen in het DNA van baby’s te wijzigen, waardoor het zou kunnen leiden tot zogenoemde designerbaby’s of superkinderen op bestelling.

Gevoelig

Ramakrishnan erkent dat de kwestie gevoelig ligt. ‘Er zijn significante voordelen omdat je er ziektes mee kan verhelpen, maar er zijn ook grote ethische implicaties’, vertelt Ramikrishnan aan The Guardian. Hij vindt daarom ook dat er stilgestaan moet worden bij de toepassing: ‘We hebben nood aan een diverse en transparante groep uit de bevolking om een debat aan te gaan over hoe we het kunnen gebruiken en om eventuele rode lijnen uit te zetten die we niet mogen overschrijden.’

‘Mijn bezorgdheid is dezelfde die ik heb bij elke andere technologie: eens de technologie uitvoerbaar is, kunnen we het misschien reguleren, maar bestaat het risico dat iemand met slechte bedoelingen er onethisch mee om zal springen’, zegt Ramakrishnan nog.

De genetisch gemodificeerde mens is dus niet voor meteen. ‘Volgens mij is het zelfs niet voor de eerstkomende jaren’, besluit Cassiman. ‘Er moet nog veel onderzoek gedaan worden vooraleer men zelfs maar overweegt om mensen – met de beste bedoelingen – genetisch te modificeren. Bovendien moet dat ook een maatschappelijke beslissing zijn.’

(RDC)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content