Nieuwe techniek redt middeleeuwse tapijten van de teloorgang

Er is een nieuwe methode om schade aan middeleeuwse tapijten te bepalen.

Vlaamse tapijten gemaakt van de 15e tot de 17e eeuw (op de afbeelding: de mens en de zeven doodzonden) behoren tot het wereldkunstpatrimonium. Gerenommeerde musea uit de hele wereld stellen ze tentoon.

Maar de tapijten blijken kwetsbaar voor langdurige blootstelling aan licht, dat zowel de wollen als zijden vezels kan aantasten. Ina Vanden Berghe van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium in Brussel beschrijft in de Journal of Archaeological Science een nieuwe methode om na te gaan of er schade aan tapijten is nog vóór die visueel zichtbaar wordt. Een soort vroege waarschuwing dus, door middel van een ingreep die zelf slechts een minimale beschadiging veroorzaakt.

Een combinatie van vloeibare chromatografie met fluorescentiedetectie bepaalt de aminozuurvolgorde in twee eiwitten uit de tapijtenvezels. Daar zijn slechts minimale hoeveelheden eiwit voor nodig. De techniek focust op de afbraak van keratine- en fibroïnemoleculen. De methode maakt het mogelijk de gemeten afbraak te koppelen aan een evaluatie van de beginnende schade aan een tapijt. Ze is handig voor museumbeheerders om na te gaan welke tapijten dringend gerestaureerd moeten worden (of eventueel zelfs uit de tentoonstelling moeten worden gehaald om tegen verdere afbraak te worden beschermd). (DD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content