Nachtmerries hebben wel degelijk nut

© iStock
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Nare dromen bereiden je voor op confrontaties met echte angsten.

Hebben nachtmerries een functie? Blijkbaar wel. Een studie in het vakblad Human Brain Mapping besluit: de hersenzones die instaan voor onze emotionele controle in angstaanjagende omstandigheden functioneren beter na nare dromen.

Analyses van de hersenwerking van dromende mensen hebben twee zones aangeduid die, terwijl we dromen, instaan voor het uitlokken van angst. Een van de twee (de insula) is ook verantwoordelijk voor de evaluatie van emoties als we wakker zijn: ze wordt automatisch geactiveerd als we bang worden. De andere (de cingulate cortex) speelt een rol in het voorbereiden van fysieke reacties op bedreigingen, zoals gaan lopen.

Na een week van veelvuldig slecht dromen, zo blijkt, reageren de emotie-uitlokkende hersenzones (zoals de insula en de cingulate cortex) minder ‘ondoordacht’ op een confrontatie met angstopwekkende prikkels. Wat de onderzoekers doet besluiten dat er een wisselwerking is tussen de verwerking van angstige prikkels overdag en ’s nachts.

Een studie in NeuroImage gaat dan weer in op de vraag wat griezelfilms met onze hersenen doen. Velen van ons worden aangetrokken door imaginaire dreigingen. In de studie bleken mensen het bangst voor psychologische dreigingen die ze niet konden zien maar wel voelen. Hun hersenen reageerden initieel vooral door zones te activeren die visuele en auditieve prikkels verwerken. Bij een angstshock werden andere zones actief, die vooral een snelle reactie moesten uitlokken. Maar er zijn constant wisselwerkingen tussen diverse hersenzones.

Partner Content