Mysterie van de dag: waarom zijn mensen geïnteresseerd in mysteries (van de dag)?

© getty
Bart Colson
Bart Colson Klinisch psycholoog, psychotherapeut, doctorandus VUB

Van de mythische raadsels van de sfinx tot de geheimen van een goochelaar, van de Bermuda-driehoek tot ‘bestaat buitenaards leven?’ Het zijn mysteries waar we ons vroeg of laat, in meerdere of mindere mate wel eens een vraag bij stellen. Vanwaar komt onze fascinatie?

Wie (met mate) geïnteresseerd is in mysteries heeft een gezond element van een vroege ontwikkelingsfase bewaard. Iedereen kent de waarom-fase van de kleuter. De kleuter ontwikkelt in deze fase volop zijn kennis en taal. Het leerproces draait op volle toeren. Voor een kleuter zijn er oneindig veel mysteries van de dag. En die mag u als ouder allemaal stap voor stap proberen op te lossen.

De vraag stellen naar waarom volwassen mensen geïnteresseerd zijn in mysteries, is de vraag stellen naar waarom er wetenschap is. In de wetenschap zoekt men immers naar antwoorden op grote en kleine mysteries.

Onzekerheid

Een mysterie is per definitie een onbegrijpelijk raadsel. Het is eigen aan het leven dat er onbekende elementen aanwezig zijn. Onze menselijke geest is echter niet altijd zo goed bestand tegen de spanning van open raadsels. Het brengt onzekerheid met zich mee.

In de wetenschap duurt het oplossen van onzekerheid soms heel lang. In het dagelijks leven kunnen we (gelukkig) soms sneller een mysterie oplossen. Door een artikeltje op Knack.be te lezen bijvoorbeeld. Wanneer iemand een afdoend antwoord krijgt, dan ontstaat closure.

Closure zorgt voor duidelijkheid en afronding. Een hogere mate van zekerheid, met andere woorden. De Amerikaanse sociaal psycholoog Arie Kruglanski beschreef uitgebreid dat er niet alleen verschillende types van closure zijn, maar ook dat er verschillen tussen mensen zijn in hoeverre men een bepaald type van closure wil.

Op zoek naar vertrouwen

Terwijl we op zoek zijn naar closure (of een verlossende oplossing) is het belangrijk dat de kennis die ons overgedragen wordt uit betrouwbare bron komt. Enkel wanneer we ‘epistemisch vertrouwen’ hebben, zullen we een antwoord aanvaarden. Epistemisch vertrouwen betekent dat u gelooft dat de informatie betrouwbaar, de kennis relevant voor u en generaliseerbaar is.

Dat is een van de redenen waarom er verschillen zijn in de onderwerpen waarin we geïnteresseerd zijn: raadsels der natuur (fruitvliegjes, dementie, de geur van regen,…); het onbekende in het heelal “to seek out new life and new civilizations. To boldly go where no one has gone before”; de kunstgeschiedenis (waar is toch dat luik van het Lam Gods?), … En zo zijn er ook verschillen in wie we geloven: enkel wetenschappers, enkel religieuze leiders, enkel familieleden, of… zo goed als niemand en enkel onszelf.

Combinaties zijn mogelijk uiteraard. Religie kan een persoonlijke beleving en steun zijn maar de theologie benadert religie vanuit wetenschappelijke interesse. In de Sagrada Familia toont de architect Antoni Gaudi zijn fascinatie voor het organische. Biologen zoals Midas Dekkers kunnen geïntrigeerd zijn door het menselijk gedrag, enzovoort. We zoeken antwoorden voor onze vragen in de domeinen die ons boeien en vertrouwd zijn, en dat leidt vaak tot weliswaar gedeeltelijke, maar alsnog belangrijke oplossingen voor mysteries.

Als psycholoog zoek ik die in de mens zelf: de ontwikkeling, verschillen, interacties, gedragingen en emoties, angsten en wensen, …

De behoefte aan kennis

Abraham Maslow wees er in 1943 al op dat mensen bepaalde behoeften hebben. Enkele voorbeelden hiervan zijn de behoefte aan veiligheid, aan het gevoel ergens bij te horen, aan zelf-actualisatie, en ook aan kennis. Er zijn ook verschillen tussen mensen in deze ‘need for cognition’, de behoefte aan kennis. Als aan deze behoefte niet voldaan wordt, dan zoeken we ook mysteries zelf op. We willen ons brein aanscherpen, entertainen en wat spanning creëren. Het mysterie van een sudoko of het mysterie van een Hercule Poirot-verhaal houdt ons letterlijk en figuurlijk bezig. Het geeft voldoening wanneer we van de auteur net genoeg aanwijzingen krijgen om mee te denken, maar niet te veel om voor de hand liggend te zijn.

Te weinig clou’s leidt dan weer tot frustratie. Een gezonde frustratie is echter niet slecht. Dit veroorzaakt taakspanning: spanning die we voelen als een taak niet af is en die we kunnen oplossen door zo snel als mogelijk de taak te hervatten. Iets dat niet ‘af’ is (vragen die onbeantwoord blijven, liedjes waarvan we ons de tekst niet meer volledig herinneren), krijgen we moeilijker uit ons hoofd. Dit noemen we het Ovsiankina-effect. Leest u alle mysteries van de dag, of enkel die waarover u zich al eens iets eerder had afgevraagd en onvoldaan achterbleef?

Joseph Nuttin, een van de grondleggers van de Leuvense faculteit voor psychologie, beweerde dat behoeften ontstaan uit interacties die mensen met elkaar hebben. Misschien is er een verband tussen de mate van vertrouwen die men in relaties heeft en de behoefte om kennis te delen en te ontvangen? Iemand met vertrouwen in de wereld, zal – hoewel kritisch – op zoek gaan naar informatie. Wantrouwen sluit daarentegen leergierigheid, of wat de Britse professor-psychoanalyticus Peter Fonagy ’the knowledge superhighway’ noemt, af. We gaan informatie die we nodig hebben om te overleven niet ontvangen, laat staan opzoeken. Mysteries blijven mysteries, of we zoeken er eigen waarheden voor.

Kortom, antwoorden op mysteries willen we lezen om interne spanningen op te heffen: taakspanning (een vraag bleef onbeantwoord en er is een gebrek aan closure) en sociale spanning (brengt iemand mij betrouwbare informatie waar ik iets aan heb?).

De opgewekte leergierigheid helpt de intelligentie ontwikkelen, en wie zelf nieuwe oplossingen kan bedenken, toont een bepaalde mate van intelligentie. Dus wie dit artikel las uit leergierigheid, mag zich misschien wel intelligent noemen, of is toch minstens op zoek naar intelligente kennis… U mag zelf dit persoonlijk mysterie ontrafelen.

Partner Content