Mieren zijn goede boeren

© Reuters

Mieren kiezen de beste diertjes voor hun bladluisboerderijen.

Dat mieren en bladluizen elkaar goed begrijpen, is al een tijdje bekend. Mieren verschaffen bladluizen bescherming tegen aanvallers, en krijgen in ruil een soort honingdauw die de luizen uit een speciaal orgaan in hun achterlijf persen: druppeltjes van een suikerrijke vloeistof.

Sommige miertjes hebben deze wederzijdse verstandhouding een nieuwe dimensie gegeven door actief bladluizen in hun kolonies te gaan huisvesten en onderhouden. Onderzoek in het vakblad BMC Evolutionary Biology toont aan dat de bladluizen in die mierenboerderijen dikwijls klonen van hetzelfde diertje zijn. In meer dan de helft van de mierennesten was slechts één bladluizenkloon vertegenwoordigd. Nochtans waren er in de brede omgeving van de nesten altijd veel varianten van bladluizen te vinden, verschillende soorten en vele klonen – bladluizen kunnen zich ongeslachtelijk voortplanten, wat mee hun succes bepaalt, maar ook de schade die ze aan land- en tuinbouw kunnen veroorzaken.

Het lijkt er dus sterk op dat de mieren de beste bladluizen selecteren voor de dauwproductie, en die actief cultiveren. Waarmee ze de oorspronkelijke symbiose naar een nieuw niveau hebben gebracht: een mierenvariant van veeteelt. Want finaal worden de bladluizen wel opgegeten, waarna ze worden vervangen door andere exemplaren. (DD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content