Hoe meer stof in de lucht, hoe meer regen

© iStock
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Om druppels te vormen moeten er veel botsingen tussen watermoleculen zijn.

Water heeft bizarre eigenschappen. Zo zitten watermoleculen in bevroren toestand minder dicht bij elkaar dan in een vloeistof. Driekwart van de energie die watermoleculen samenhoudt, gaat naar de interactie tussen twee moleculen. Een kwart blijft over voor de interactie met meerdere moleculen.

Wetenschappers beschrijven in Angewandte Chemie voor het eerst de precieze energieverdeling van een interactie tussen drie watermoleculen. Door middel van gesofisticeerde laserexperimenten konden ze de vibraties tussen de drie moleculen in kaart brengen. Ze konden er zes types in onderscheiden. De interacties maken dat water in veel omstandigheden gemakkelijk druppeltjes vormt. In een regendruppel zijn de watermoleculen aan de buitenkant ook anders gevormd dan binnenin.

Voordat water druppels kan vormen, moeten er voldoende botsingen tussen watermoleculen gebeuren. Dat gebeurt soms rond stofdeeltjes in de lucht of als gevolg van onzuiverheden op de watermoleculen zelf. Onderzoekers tonen in Physical Review Letters aan dat zulke piepkleine waterdruppeltjes een beduidend effect kunnen hebben op weer- en klimaatmodellen. Als er stof of onzuiverheden in het spel zijn, kan het gaan regenen bij waterdichtheden die anders onvoldoende groot zouden zijn om druppels te vormen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content