Hoe buitenaardse vervuiling ons naar ET kan leiden

© Reuters

Om buitenaards leven te ontdekken, moeten we op zoek gaan de industriële vervuiling die dat leven produceert oftewel buitenaardse smog. Dat is de opvallende conclusie van wetenschappers van het Harvard-Smithsonian Center for Astrophysics in de VS.

De mensheid is stilaan in staat om tekenen van leven op andere planeten te detecteren. Via de studie van de atmosfeer van die planeten kunnen we vaststellen of er zuurstof en methaan voorhanden zijn, stoffen die enkel aanwezig kunnen blijven als ze door leven aangevuld worden.

Maar daarmee is nog niet zeker dat het om intelligent leven gaat, schrijven de onderzoekers. Het kan bijvoorbeeld simpelweg om microben gaan. Om het SETI-programma (Search for Extraterrestrial Intelligence – de zoektocht naar buitenaards intelligent leven) tot een goed einde te brengen, kunnen we beter op zoek gaan naar sporen die geavanceerde samenlevingen produceren, met name vervuiling, zeggen de onderzoekers.

Science fiction is dat niet: de James Webb Space Telescope, die in 2018 gelanceerd wordt, zal in staat zijn om op verre planeten twee soorten chloorfluorkoolstofverbindingen (CFK’s) te detecteren, op voorwaarde dat de concentraties in de atmosfeer hoog genoeg zijn. In de praktijk heeft de satelliet wel nog zijn beperkingen: hij kan enkel die specifieke stoffen detecteren, en dan nog enkel voor planeten ter grootte van de aarde die rond een witte dwergster cirkelen (een restant van een grotere ster). Om ook planeten rond een actieve ster te kunnen onderzoeken, zoals de aarde, zullen meer geavanceerde telescopen nodig zijn.

Vervuiling als teken van onintelligentie

Maar de aanpak is veelbelovend, stellen de onderzoekers. “We zien industriële vervuiling als teken van intelligent leven, maar het is natuurlijk mogelijk dat meer geavanceerde samenlevingen, met hun eigen SETI-programma, vervuiling net als een teken van onintelligent leven zien”, zegt hoofdauteur Henry Lin.

De metingen kunnen ook meer informatie over de samenleving geven, omdat sommige vervuilers vijftigduizend jaar in de atmosfeer blijven, terwijl andere al na tien jaar verdwenen zijn. Als de eerste categorie gevonden wordt, en de tweede niet, “dan kunnen we speculeren dat een samenleving zich heeft aangepast en minder vervuilt”, zegt medeauteur Avi Loeb. “Ofwel, in een minder optimistisch scenario, is het een waarschuwing van de gevaren als je niet goed omgaat met je eigen planeet.”

De studie verscheen in The Astrophysical Journal (IPS/TE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content