‘Het vaststellen van psychopathie vereist een uitgebreid diagnostisch onderzoek’

Voor de Universiteit Van Vlaanderen buigt professor Kasia Uzieblo zich over de vraag hoe je een psychopaat kan herkennen.

Psychopaten zijn zeer populair, dit suggereren de kijkcijfers van series als Killing Eve, Ratched en Mindhunter althans. Daarin worden psychopaten vaak voorgesteld als intelligente, kille en gehaaide serieverkrachters of -moordenaars. Het wordt de kijkers doorgaans eenvoudig gemaakt om het psychopathisch personage te identificeren: deze personages hebben opvallend vaak een zeer indringende en glazige blik in hun ogen, een eentonige manier van praten en ze gedragen zich toch wat vreemder dan de overige personages. Deze ongenuanceerde beeldvorming zorgt zonder twijfel voor een hoog entertainmentgehalte, maar is voor de praktijk geen goede zaak. De beeldvorming maakt dat psychopathie eenzijdig benaderd wordt, door leken, maar ook door professionals.

Deze beeldvorming voedt het idee dat psychopaten gemakkelijk te herkennen zijn. Bij gruwelijke misdrijven redeneren mensen al snel dat ze wel moeten gepleegd zijn door een psychopaat. Tegenwoordig is er ook een hele brede waaier aan online afvinklijstjes beschikbaar om psychopathie bij je partner, baas, ja, zelfs je ouders, vast te stellen. Maar is het wel realistisch om iemands persoonlijkheid met slechts enkele vraagjes en zonder enige kennis van psychologie te evalueren?

Het antwoord luidt klaar en duidelijk: neen. Net als bij ieder persoonlijkheidsonderzoek, vereist het vaststellen van psychopathie een uitgebreid diagnostisch onderzoek. Om dit in te zien is het belangrijk dat we eerst even stilstaan bij wat de term psychopathie eigenlijk inhoudt. Psychopathie is een persoonlijkheidsstructuur waarbij diverse problemen op het emotionele, interpersoonlijke en gedragsmatige domein vastgesteld kunnen worden. Het gaat om mensen die weinig voelen en maar moeilijk de emoties van anderen kunnen herkennen. Wanneer ze iemand gekwetst hebben, kunnen ze soms wel beweren dat ze spijt hebben, maar deze uitingen van spijt zijn zelden oprecht. Psychopathische personen kunnen glad en erg charmant overkomen. Ze weten je om hun vinger te winden. Ze vinden het ook niet erg om anderen te beliegen; meer nog, sommigen genieten ervan. Verder zijn het vaak impulsieve personen die weinig stilstaan bij de gevolgen van hun daden en veeleer doen waar ze op dat moment zin in hebben. Ze zijn steeds op zoek naar opwinding; vaste relaties en werk vinden ze maar saai. Afspraken komen ze quasi nooit na. Ze leren zelden uit hun fouten. Reeds op zeer jonge leeftijd vertonen ze ernstig probleemgedrag dat doorheen hun leven in frequentie en ernst toeneemt.

Het bovenstaande beeld beschrijft de prototypische psychopathische persoon. Er zijn daarnaast nog andere kenmerken van deze persoonlijkheidsstoornis, waardoor niet alle personen met psychopathische trekken aan dit profiel beantwoorden. Daarnaast zijn er individuen met psychopathische trekken die niet overgaan tot criminaliteit, laat staan tot het plegen van seriemoorden en -verkrachtingen, en die zich in meer of mindere mate in de maatschappij weten te handhaven. Denk maar aan de charismatische maar meedogenloze collega die een spoor van vernieling nalaat op de werkvloer.

Psychopathie is dus niet gemakkelijk te herkennen. De vele kenmerken zorgen voor een veelheid aan mogelijke psychopathische profielen, waardoor het niet altijd gemakkelijk te herkennen is. Dit wordt nog verder bemoeilijkt door het feit dat in het eerste contact personen met psychopathie heel normaal kunnen overkomen. Het is pas na een tijd dat je merkt dat er achter die façade van normaliteit een emotieloze, manipulatieve, en impulsieve persoon schuilt. En soms zal je het zelfs nooit door hebben. Om psychopathie vast te kunnen stellen, heb je diagnostische instrumenten nodig. In de praktijk maken gedragswetenschappers, als psychologen, psychiaters en criminologen, gebruik van de zogenaamde Psychopathy Checklist-Revised of kortweg de PCL-R. De PCL-R blijft tot op heden het best onderzochte en meest gehanteerde instrument om psychopathische trekken vast te stellen. Het instrument omschrijft 20 kenmerken die typerend zijn voor psychopathische personen. Gedragswetenschappers die in het gebruik van de PCL-R getraind zijn, bekijken dan op basis van een uitgebreid onderzoek in welke mate deze kenmerken bij een persoon aanwezig zijn. Hoe meer kenmerken bij de persoon aanwezig, hoe meer deze persoon aan het typisch profiel van een “psychopaat” zal beantwoorden.

De eenzijdige beeldvorming over psychopathie in de media sijpelt echter ook justitie en de (forensisch) psychiatrische zorg binnen. Zo gebeurt het nog te vaak dat professionals -en zelfs gerenommeerde experten- uitspraken over de aanwezigheid van psychopathie doen, en dit louter en alleen op basis van de aard van het misdrijf, zonder kennis te hebben van het dossier en zonder deze persoon onderzocht te hebben. Een dergelijke “diagnosestelling” is niet alleen onbetrouwbaar, maar is tevens deontologisch onverantwoord.

Men mag ook het effect van dit label ‘psychopaat’ niet onderschatten. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat vooroordelen over psychopathie de beoordeling van juryleden en rechters kunnen beïnvloeden: verdachten bij wie sprake zou zijn van psychopathie lopen een grotere kans om schuldig bevonden te worden, een strengere straf opgelegd te krijgen en als onbehandelbaar beschouwd te worden door juryleden en/of rechters in vergelijking tot verdachten zonder deze diagnose die een gelijkaardig misdrijf hebben gepleegd. Vooroordelen kunnen dus een eerlijke procesvoering in de weg staan. Zelfs professionals werkzaam in de forensische geestelijke gezondheidszorg blijken niet geheel immuun te zijn voor een zekere mate van vooringenomenheid. Zo toont recent Zweeds onderzoek aan dat ook deze professionals psychopathische patiënten als onbehandelbaar beschouwen, niettegenstaande de toenemend wetenschappelijke evidentie dat deze patiënten kunnen veranderen. In de Belgische praktijk vertaalt zich dat in het feit dat psychopathische gedetineerden zelden een kans krijgen om om zich te laten behandelen, aangezien psychopathie bij heel wat centra als exclusiecriterium gehanteerd wordt.

Het is dus hoog tijd dat we de nodige nuance aanbrengen in de berichtgeving over psychopathie en – breder – over psychiatrische stoornissen. De media kan dit doen door bijvoorbeeld stereotype beeldvorming te vermijden en karig te zijn met diagnostische labels. We dienen het gebruik van diagnostische labels binnen de rechtspraak ook in vraag te durven stellen: kunnen we het bijvoorbeeld vanuit deontologisch, wetenschappelijk en juridisch standpunt maken dat diagnoses als bewijslast of verzwarende factor worden meegenomen? Tenslotte dienen we de nodige nuance te brengen in onze kennis over psychiatrische stoornissen. Dat gedetineerden die geholpen kunnen worden met een behandeling, maar hiertoe geweigerd worden op basis van verkeerdelijke assumpties over de stoornis, is immers niet alleen nadelig voor de desbetreffende persoon, maar ook voor de maatschappij.

Kasia Uzieblo is Professor in de criminologische en forensische psychologie aan de Vakgroep Criminologie, Onderzoeksgroep Crime & Society (CRiS) van de Vrije Universiteit Brussel.Ze is ook Senior onderzoeker bij de Forensische Zorgspecialisten (NL).

Partner Content