Maarten Wynants & Pablo Deschepper
‘Het is tijd om multinationale vervuilers te belasten en dat geld te investeren in ecologische remedies’
‘Uit het neerzetten van klimaatactivisme als hysterie blijkt ofwel een enorme onbekwaamheid van de politieke klasse, ofwel hun bereidheid om het merendeel van de bevolking op te offeren voor de exploitatiehonger van een select groepje.’ Aldus doctoraal onderzoekers Maarten Wynants en Pablo Deschepper.
Wordt 2019 het kantelpunt in de strijd voor een duurzame toekomst voor mens en aarde? Of wordt het een kantelpunt richting de ineenstorting van onze biosfeer?
Het huidige momentum van klimaatactivisme is ongeëvenaard in de geschiedenis van ons land. Toch wordt dit gecounterd door de lethargie van de politieke klasse die de activisten beschuldigen van irrationeel doemdenken en het smeden van complotten.
Nochtans zijn de wetenschappelijke voorspellingen van de toekomst waar mens en aarde naartoe denderen wel degelijk gefundeerd op een enorme berg empirisch onderzoek over de terugkoppeling van broeikasgassen en de opwarming van de aarde.
Het is tijd om multinationale vervuilers te belasten en dat geld te investeren in ecologische remedies.
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) vatte eind 2018 al deze kennis samen in een rapport waarin het een grimmige toekomst schetst als we deze opwarming niet kunnen beperken tot 1,5 graden Celcius: krachtigere stormen, hittegolven, droogtes, overstromingen en voedselonzekerheid zijn maar enkele voorbeelden.
Overigens is klimaatverandering maar één wapen uit het uitgebreide arsenaal waarmee we de aarde bestoken. We overexploiteren, vervuilen en vernietigen ecosystemen (van plasticvervuiling, onze zoetwatervoorraad en overbevissing tot ons landgebruik) met een razendsnelle ineenstorting van de globale biosfeer als resultaat (zie hier en hier). Bovendien gaan de gevolgen van deze ecologische armageddon niet geografisch uniform zijn, wat massale conflicten en migratiestromen op gang kan brengen.
Uit het neerzetten van klimaatactivisme als hysterie blijkt ofwel een enorme onbekwaamheid van de politieke klasse, ofwel hun bereidheid om het merendeel van de bevolking op te offeren voor de exploitatiehonger van een select groepje. Onze geglobaliseerde maatschappij moet zich aanpassen op een schaal en intensiteit zonder weerga om een complete ineenstorting van de biosfeer te vermijden. Hoe we dit gaan bewerkstelligen is waar de focus van het democratische debat en beleidsvorming moet liggen.
Maar toch worden hardnekkige mythes en platitudes steeds weer de publieke opinie ingegooid om de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven. Laten we deze in de media finaal en resoluut ontkrachten zodat we eindelijk kunnen beginnen te bouwen aan een duurzaam beleid los van politieke kleur.
Als reactie op de huidige polemiek zien we vaak stereotiepe reacties die doen uitschijnen dat klimaatactie gelijk staat aan meer belastingen, meer kosten en een algemeen lagere levenskwaliteit voor Jan Modaal. Bovendien verschijnen er steevast krantenkoppen zoals ‘Wat kan jij doen voor het klimaat?’.
Dit uitgangspunt heeft zijn wortels in ons economisch systeem waarin groei in kapitaal en levenskwaliteit enkel mogelijk is door het oneindig verhogen van consumptie. Toch zijn er al voorbeelden van maatschappijen die duurzaam opereren binnen de draagkracht van de aarde. Costa Rica draait bijna volledig op hernieuwbare energie, vrijwaart meer dan 30% van zijn totale opppervlakte voor natuur en dat terwijl de economie en levenstandaard er sterk stijgen. De succesformule van het Costa Ricaanse beleid houdt in dat het groei heeft kunnen loskoppelen van degradatie.
Een duurzaam beheer van ecosystemen kan enkel door sterke sociale instellingen die het algemeen belang verdedigen op lange termijn. Maar net daar wringt het schoentje. Het globaal kapitalisme heeft alle natuurlijke rijkdommen toebedeeld aan een select groepje multinationals die onder het mom van individuele vrijheid laten uitschijnen dat wij als consumenten verantwoordelijk zijn voor de huidige crisis en het als individuen moeten oplossen.
Akkoord, ieder van ons moet zijn consumptiepatroon aanpassen, maar enkel minder vlees eten of vliegreizen beperken, gaat de huidige crisis niet bezweren. Als burgers van een land of regio betalen we belastingen en geven we overheden een democratisch mandaat om net die complexe organisatorische vraagstukken op te lossen. Toch blijft ons politiek systeem jaar na jaar in hetzelfde bedje ziek: lobbyisten verdedigen succesvoller de belangen van multinationals dan politici de onze.
Het resultaat van deze verloochening van onze democratie is dat individuen verplicht worden te opereren binnen maatschappelijke grenzen die geen duurzame consumptie toelaten. Een treinrit naar de kust is al snel duurder dan een vliegreis naar Spanje. Een steak uit ontbost Brazilië is goedkoper dan een lokaal geproduceerde. Vrije handel is heilig verklaard in onze neoliberale economie, maar vrije handel staat niet gelijk aan eerlijke handel. Door een gebrek aan heffingen op vervuiling in combinatie met ondoordachte subsidies worden duurzame alternatieven genadeloos weggeconcureerd en consumenten systematisch voorgelogen.
Terwijl de levensstandaard van de gemiddelde westerling nog nooit zo hoog is geweest, wordt productie uitbesteed aan landen waar de belasting op vervuiling en de loonkosten het laagst zijn. De westerse consumptiehonger is op die manier verantwoordelijk voor de globale degradatie van de biosfeer en sociale gelijkheid. Toch schuiven wij de verantwoordelijkheid voor die vervuiling maar al te graag af op de groeiende bevolking van ontwikkelingslanden. De argumentatie achter de overbevolkingsmythe is dat de wereld een begrensde draagkracht heeft en de enige manier om onze levensstandaard te behouden is de afname van de wereldbevolking. Overbevolkingsdenken negeert de enorme globale ongelijkheid in voetafdruk en legt bovendien de verantwoordelijkheid voor de huidige klimaat- en milieuproblemen bij de armsten der aarde. We vergeten al te graag dat de rijkste 10% van de wereldpopulatie verantwoordelijk is voor de helft van de globale CO2-uitstoot, terwijl de armste 50% slechts verantwoordelijk is voor 10%. Overigens negeren we ook de historische schuld die wij als eerstewereldland hebben opgebouwd aan broeikasgassen. Ontwikkelingslanden verdienen net een duw in de rug door hun toegang te verlenen tot kapitaal, technologie en diensten nodig voor een groei in economie en levenskwaliteit los van een groei in emissies.
Ons klimaat- en milieubeleid spartelt zo langzaam vooruit dat het uiteindelijk door de stroom van het grote geld terug bij af staat. Tegelijkertijd blijft de mensheid met ongeziene snelheid naar de ineenstorting van de biosfeer denderen. Het is hoog tijd dat beleidsmensen uit alle sectoren beseffen dat enkel een drastische verandering de enige garantie is voor een duurzame toekomst. Onze wereld heeft dringend nood aan een globaal overkoepelend orgaan met de macht om multinationale vervuilers te belasten en dat geld te investeren in ecologische remedies. Laten we daarom nu resoluut starten met democratische hervormingen die dit mogelijk maken.
Maarten Wynants is doctoraal onderzoeker ‘land degradatie in Oost-Afrika’ aan de University of Plymouth. Pablo Deschepper is doctoraal onderzoeker ‘ecologie en biodiversiteit’ aan de KU Leuven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier