Helpt Tinder u vooruit? De biologie van liefde en koppelvorming

© iStock
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Zijn datingsites echt een doorbraak in de menselijke koppelvorming? Nieuwe studies moeten er even om lachen. Intussen ontdekten wetenschappers nieuwe elementen in de vrouwelijke schoonheid, zoals de curve van de onderrug.

Brengt Tinder mensen nader bij elkaar? Zorgt de dating-app voor een grotere sociale cohesie? Volgens twee economen in het blad New Scientist staan we aan de vooravond van een doorbraak in het menselijke samenleven. De twee schrijven dat Tinder en andere online datingsites tot meer geïntegreerde gemeenschappen zullen leiden.

De logica achter die boude stelling gaat zo. Vroeger trouwden mensen vooral met een partner uit hun brede omgeving. Dat impliceerde dat je trouwde met iemand met een vergelijkbare sociale achtergrond, een vergelijkbaar wereldbeeld en vergelijkbare fysieke kenmerken. Met tinderachtige datingsites verandert dat. Online zoek je veel breder dan in het echt, waardoor je contact krijgt met mensen die je anders nooit zou ontmoeten. Dat verhoogt de kans op huwelijken tussen mensen met verschillende kenmerken. Volgens de twee economen zou de neiging om breder te kiezen uitmonden in een betere verdeling van mensen uit verschillende categorieën. Daardoor zou er een homogenere mensengemeenschap ontstaan met meer sociale cohesie.

Beslissingen die je neemt wanneer je euforisch bent over een eerste ontmoeting zijn even slecht als wanneer je licht dronken bent.

Voor heteroseksuelen is online daten tegenwoordig de tweede meest voorkomende manier om iemand te ontmoeten. Voor homoseksuelen is het de meest voorkomende. Een derde van de getrouwden heeft elkaar online ontmoet. Die huwelijken zijn doorgaans iets gelukkiger dan bij mensen die elkaar offline ontmoetten, en monden iets minder snel in een scheiding uit.

Likes en hartjes

Lang niet iedereen is het eens met de geruchtmakende stelling dat Tinder tot meer sociale cohesie leidt. De dating-app heeft twee soorten gebruikers: zij die op zoek gaan naar een makkelijke onenightstand, en zij die een levenspartner willen. Een studie die onlangs in Body Image (ja, dat is een wetenschappelijk vakblad) verscheen, toont aan dat zowel mannen als vrouwen die via Tinder een partner zoeken een negatiever lichaamsbeeld hebben dan gemiddeld. Dat versterken ze door zichzelf voortdurend met mediafiguren te vergelijken. Voor mannen komt daar nog een negatief psychologisch zelfbeeld bij. Het zijn mensen die in de niet-digitale wereld misschien te veel aarzelen om een potentiële partner te benaderen. Op Tinder zitten nogal wat wanhopige mensen die offline niet aan een partner raken omdat ze een te beperkt sociaal netwerk hebben.

Het blad Psychology Today maakte in een lang artikel brandhout van de positieve impact van sociale media op onze relaties. Om te beginnen maken sociale media mensen onzeker over de kwaliteit van hun leven. We hebben de neiging om ons met anderen te vergelijken, en op datingapps krijgen we een bijzonder rooskleurig beeld van het leven van anderen. Vooral tieners kunnen verslaafd raken aan likes en hartjes omdat ze een grote behoefte hebben aan sociale beloningen. Sociale media verlengen dat adolescentenproces tot ver in de volwassenheid. Alleen met het (veel) ouder worden ebt dat weg, omdat mensen dan hun eigen verleden gebruiken om zichzelf en anderen te evalueren.

Dat heeft uiteraard invloed op datingsites, waar mensen zichzelf als perfect voorstellen. Op het internet circuleren handleidingen over welk soort foto je moet plaatsen en welke informatie je moet geven om zo veel mogelijk kliks te krijgen. En als de ander zich ontgoocheld voelt bij een echte ontmoeting? Dan moet je teren op een aangename babbel of een interessante achtergrond. Als de andere zichzelf al even rooskleurig voorstelde, kun je daarmee wegkomen. Maar als je de lat veel te hoog legt, krijg je de teleurstelling niet weggemasseerd. De ervaring wijst trouwens uit dat mensen die succesvol zijn in gewoon daten doorgaans ook succesvoller zijn in online daten.

Helpt Tinder u vooruit? De biologie van liefde en koppelvorming
© Getty Images

Bemint uzelf

Zorgt Tinder echt voor meer diversiteit in onze relaties? Wetenschappers counteren dat idee met de kracht van wat in het jargon assortative mating heet: de neiging om je te binden aan iemand die fysiek en mentaal op je lijkt. Meer dan een eeuw geleden verschenen de eerste studies die aantoonden dat mannen en vrouwen in een koppel dikwijls een vergelijkbare grootte en intellectuele achtergrond hebben. Een man is meestal iets groter dan zijn vrouw, maar een grote man huwt doorgaans een grotere vrouw. Pas begin 2017 verscheen er in Nature Human Behaviour een studie die daar genetische componenten aan koppelde. Een onderzoek bij bijna 25.000 Europese koppels bevestigde dat er qua lengte, gemiddelde bloeddruk en schoolloopbaan een significante neiging bestaat om iemand met vergelijkbare genetische kenmerken te huwen. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. De gemiddelden gaan altijd gepaard met een brede waaier aan opties, wat in de natuur de regel is.

In de lente van 2016 verscheen in JAMA Psychiatry een studie die aantoonde dat mensen met een psychiatrische ziekte zich vaker aangetrokken voelen tot iemand met dezelfde ziekte. Er werd gekeken naar aandoeningen als ADHD, autisme en schizofrenie. Ter vergelijking werden ook niet-psychiatrische aandoeningen zoals diabetes en de ziekte van Crohn in de studie opgenomen, maar daarvoor werden geen significante verbanden gevonden. Het is mogelijk dat mensen met een psychiatrische aandoening een partner zoeken onder de andere patiënten met wie ze in contact komen. Toch valt het niet uit te sluiten dat ze aangetrokken worden tot kenmerken die ze zelf hebben. Dat impliceert dat de genen voor deze aandoeningen versterkt naar de volgende generaties kunnen worden doorgegeven.

De schoonheidscatalogus

Het mechanisme van assortative mating speelt ook online een rol. Op datingsites moeten mensen meestal ingeven naar welk type ze op zoek zijn. Ze kunnen specificeren hoe oud hun partner mag zijn, welke hobby’s hij moet hebben en of hij religieus mag zijn. Ook online zijn we geneigd iemand te zoeken die onze kenmerken deelt. De belangrijkste uitzonderingen zijn jeugdliefdes die met elkaar trouwen, of mensen die elkaar al erg lang kennen en uiteindelijk in het huwelijksbootje stappen. In zulke gevallen speelt vriendschap een grotere rol dan aantrekkingskracht.

Er zijn veel verschillende redenen waarom we ons tot iemand aangetrokken voelen. Er zijn de biologische wetmatigheden: mannen en vrouwen worden aangetrokken door eigenschappen die hun evolutionaire nut al miljoenen jaren bewezen hebben. Die eigenschappen behoren tot het standaardpakket van het schoonheidsideaal. Mannen vallen voor vrouwen die erg vruchtbaar lijken: ze hebben stevige borsten en billen en volle lippen en geprononceerde jukbeenderen. Het leeuwendeel van de cosmeticaproducten speelt daarop in door die tekenen van jeugdigheid en vruchtbaarheid te accentueren. Een schoonheidsideaal is eigenlijk niets anders dan een voorkeurssoftware die in de hersenen is vastgepind omdat die genen steeds doorgegeven worden.

Mensen met een psychiatrische ziekte worden aangetrokken door personen met dezelfde aandoening.

Onlangs is er een nieuw kenmerk aan de schoonheidscatalogus toegevoegd. Een studie in Evolutionary Psychological Science keek naar de oogbewegingen van mannen. Daaruit bleek dat ze zich verhoudingsgewijs sterker aangetrokken voelen tot een lichtjes naar binnen gekromde onderrug, waardoor de billen wat meer naar buiten komen. Tijdens een zwangerschap schuift het zwaartepunt in het vrouwenlichaam wat naar voren. Die kromming voorkomt dat er te veel druk op de rug wordt uitgeoefend, waardoor de zwangerschap beter verloopt. De auteurs van de studie merkten fijntjes op dat lapdansen en het sinds kort populaire twerken (voor wie het niet kent: zie het internet) uitermate geschikt zijn om de onderrugcurve te etaleren. Ook hoge hakken zouden dat kenmerk zichtbaarder maken, net zoals het rugdecolleté.

Veel vrouwen zullen het onfair vinden, maar omdat hun fysieke eigenschappen belangrijke boodschappen geven over hun kwaliteiten als moeder, worden zij meer op hun uiterlijk beoordeeld. Ondanks de trend om de verschillen tussen mannen en vrouwen te minimaliseren, blijven we zoogdieren. Vrouwen moeten een kind dragen, baren en eventueel zogen. De biologische realiteit kan niet zomaar onder de culturele mat geschoven worden. Er zijn kleine maar significante verschillen die suggereren dat het moderne ouderschap de hersenontwikkeling van baby’s kan hypothekeren. Baby’s verwachten borstvoeding te krijgen, gekoesterd en rondgedragen te worden. Ze willen niet vanaf de geboorte met afstandelijke papjes gevoed worden of een groot deel van de dag in een mandje of wieg liggen.

Voor moderne vrouwen wegen de fysieke kenmerken van een man minder door dan de culturele, behalve op plaatsen waar veel infecties en chronische ziekten zoals malaria woeden. Daar gaan ook vrouwen zich meer op fysieke kenmerken richten – een man moet in eerste instantie gezond zijn. Maar in (voor ons) normale omstandigheden maakt het uiterlijk voor de vruchtbaarheid en het succes van een man niet veel verschil. De fysieke factoren die vroeger bescherming en voedselzekerheid garandeerden, zijn vandaag van weinig tel.

Een belangrijke factor is creativiteit. Dat wordt vaak vertaald in de dooddoener dat een man ‘gevoel voor humor’ moet hebben. Wie creatief is, kan probleemoplossend werken en dat kan in onze complexe maatschappij een voordeel zijn. Vrouwen zoeken vandaag vooral een partner die een goede vader is. Tenzij ze nog in de exploratiefase van hun seksualiteit zitten, dan zijn fysieke kenmerken belangrijker. Nerds worden pas interessant als ze later een goede job hebben. Daarnaast zijn er chemische elementen zoals een geur die ervoor zorgen dat we ons aangetrokken voelen tot iemand, ook al begrijpen we niet waarom.

Lapdansen en twerken illustreren uitstekend de vruchtbaarheidskenmerken van een vrouw.

Het eerste liefje

Wie steigert bij het idee dat zijn gedrag door zijn basisbiologie gestuurd wordt, kunnen we een beetje geruststellen: ook persoonlijke factoren spelen een rol. Een studie in Current Biology toonde aan dat het biologisch ideaalbeeld dat iemand van een partner heeft, gekleurd wordt door persoonlijke voorkeuren. Veel mensen vallen voor een type. Hoe dat type eruit ziet, wordt meebepaald door iets zoals het uiterlijk van hun eerste liefje of lievelingsouder. Zelfs de twee leden van een eeneiige tweeling kunnen een (lichtjes) verschillende voorkeur hebben.

Aantrekkingskracht kan er ineens zijn of ze kan groeien. Een Amerikaanse studie stelde vast dat mensen elkaar gemiddeld een jaar kennen voor hun eerste kus. Maar het omgekeerde gebeurt net zo vaak. Een partner die er initieel geweldig uitziet, kan na enkele weken onaantrekkelijk worden als zijn negatieve kantjes te veel opspelen. Fysieke aantrekkingskracht kan tot verliefdheid leiden, maar als de verliefdheid wegebt en er blijven geen andere aantrekkende componenten over, zoals vergelijkbare interesses, is een relatie zo goed als gedoemd. Er móét meer zijn. Niet dat we daar altijd rekening mee houden. Wetenschappers hebben vastgesteld dat de beslissingen die mensen nemen als ze euforisch zijn over een eerste ontmoeting even slecht zijn als wanneer ze licht dronken zijn.

Als we ouder worden, verlangen we iets anders van een partner. De fysieke aspecten worden minder belangrijk omdat kinderen – en dus vruchtbaarheid – niet meer aan de orde zijn. Het samenzijn weegt dan zwaarder door. Ook de sociale context speelt op verrassende manieren een rol, toonde een studie in Psychological Science aan. Iemand met een gemiddelde fysieke schoonheid lijkt aantrekkelijker als hij in het gezelschap is van minder begeerlijke mensen.

Aantrekkingskracht is dus een complex proces met biologische, culturele en persoonlijke factoren die op elkaar inwerken. Online daten verandert daar niets aan. In veel gevallen vergroot het enkel de pool waaruit je kunt kiezen. Het is ook makkelijker omdat iedereen die een datingapp gebruikt een partner zoekt. Zo hoef je geen ongemakkelijke gesprekken meer te voeren om te achterhalen of iemand een lief zoekt.

Een mooie samenvatting van de recente inzichten verscheen in Psychology Today: ‘Daten is op veel vlakken een proces van het verzamelen en verwerken van informatie, en het bepalen van hoe we ons voelen bij mogelijke partners en met wie we matchen. Een periode van evaluatie helpt ons om onze voorkeuren te bepalen voor we finaal een beslissing nemen. Een relatie heeft meer kans op succes als beide partners elkaar actief gekozen hebben en naar elkaar toegegroeid zijn, dan wanneer ze begon onder sociale druk’, klonk het. Dat is nog een voordeel van online daten: je kunt het doen zonder dat iemand uit je omgeving het weet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content