Haar detecteert bloedzuigende parasieten

Wij verloren zware beharing onder meer om detectie van parasieten te bevorderen, maar de haartjes die overblijven zijn nuttig gebleken.

Er is al veel gespeculeerd over de vraag waarom wij in de loop van het mens worden de zware beharing van onze voorouders zijn verloren. Er zijn verschillende verklaringen voor, onder meer een gemakkelijker regulatie van lichaamstemperatuur nadat we het dichte woud hadden verlaten om op een open savanne te gaan leven, en een gemakkelijkere detectie van bloedzuigende parasieten zoals teken. Dat zijn aspecten van Darwiniaanse natuurlijke selectie.

Er is mogelijk ook een aspect van seksuele selectie aan verbonden: vrouwen zouden systematisch tegen zwaar behaarde mannen gekozen hebben, omdat die gemiddeld agressiever waren dan andere, en daardoor minder goede partners en vaders op lange termijn.

Maar natuurlijk zijn wij in dat proces geen naakte aap geworden. Ons hoofdhaar is gebleven (mogelijk als een soort natuurlijk hoedje), ons oksel- en schaamhaar (onder meer om feromonen met een signaalfunctie efficiënt de omgeving in te kunnen catapulteren), en voorts is ons lichaam bedekt met hele kleine en fijne haartjes. Wij zijn onze beharing dus in feite niet kwijtgespeeld, ze is gewoon minder dominant en minder zichtbaar geworden.

In een studie in het vakblad Biology Letters leggen wetenschappers uit wat het nut van die kleine haartjes zou kunnen zijn. Ze experimenteerden met stekende bedwantsen op gewoon behaarde en gladgeschoren armen, en ontdekten dat mensen een wants gemakkelijker voelden als die tussen hun haartjes moest kruipen. Hoe meer haartjes, hoe groter de detectiemogelijkheden. De haartjes maakten het de parasiet ook moeilijker om aan zijn voedsel (ons bloed dus) te komen. Dat is een mooi voordelenpakketje. (DD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content