Alle koeien zouden afstammen van niet meer dan tachtig dieren die ongeveer 10.500 jaar geleden leefden.
Wetenschappers slaagden erin DNA te isoleren uit beenderen van koeien die gevonden werden op een archeologische site in Iran. Een huzarenstukje, want DNA bewaart minder goed in warme omstandigheden dan in koude (het is niet voor niets dat er in de paleontologische context in eerste instantie vooral mammoet-DNA werd gevonden). Er moest ook zorgvuldig over gewaakt worden dat het historische DNA niet besmet was met dat van minder oude koeien.
Het oudekoeien-DNA werd vervolgens vergeleken met dat van moderne dieren uit de hele wereld. De resultaten verschenen in het vakblad Molecular Biology and Evolution. Ze zijn verrassend, want ze suggereren dat niet meer dan tachtig dieren aan de basis zouden liggen van alle koeien die momenteel in de wereld rondlopen. Een kleine oermoederkudde uit het Midden-Oosten dus.
Meestal wordt aangenomen dat domesticatie van dieren een proces is dat op verschillende plaatsen tegelijk plaatsvond, maar mogelijk ligt het in het geval van koeien wat anders. Om te beginnen was het minder gemakkelijk koeien mee te nemen op zwerftochten dan, bijvoorbeeld, geiten of honden. Voorts waren de oerossen waaruit onze koeien stammen indrukwekkende beesten, die ongetwijfeld niet gemakkelijk tam te maken waren, en moeizamer dan andere soorten via domesticatie tot wat meer kneedbare varianten konden worden uitgeselecteerd.
Dat het finaal toch gelukt is bewijzen de stapels biefstukken die nu in elke beenhouwerij liggen. (DD)
